Walburgpers 2025, 368 pagina's - € 27,50
Wikipedia: Henri Beunders (1953)
Korte beschrijving
Een historische reconstructie van de tijdsgeest van de periode 1918-1933, waarin de utopistische toekomstvisies besproken worden en de vernieuwende sociaaleconomische drijfveren van de Nederlandse ingenieur Cornelis Lely (1854-1929) en de Duitse architect Herman Sörgel (1885-1952) centraal staan. Henri Beunders beschrijft de impact van visionaire kunstenaars, architecten, ingenieurs, schrijvers, wetenschappers en filmsterren die de wereld probeerden te verbeteren in een tijd van grote maatschappelijke en culturele veranderingen. Deze personen geloofden sterk in hun eigen visie en droegen bij aan de ontwikkeling van nieuwe denkwijzen en technologieën. Het boek plaatst deze historische figuren in de context van hun tijd en laat zien hoe hun ideeën relevant blijven in het licht van hedendaagse uitdagingen. Helder en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.
Henri Beunders (Emmeloord, 1953) is een bekende Nederlandse historicus, journalist, buitenlandverslaggever en hoogleraar Publieke Opinie. Hij schreef meerdere boeken.
Tekst op website uitgever
Ankers in de branding. Daar is behoefte aan als de verdeeldheid groeit, over de relatie tussen man en vrouw, feit en fictie, techniek en natuur, mens en wereld. En zeker als de golven over de kade slaan. Anno nu worden we omringd door luidruchtige mensen die zeggen te weten wat de beste weg is naar een mooie toekomst. Helpen ze ons op pad of dreigen we met hen juist de weg kwijt te raken? Ook een eeuw geleden waren er visionairen en fantasten. Onder hen kunstenaars, architecten, ingenieurs, schrijvers, spiritueel gevoeligen, wetenschappers, naaktdanseressen en filmsterren. Mannen en vrouwen die onvoorwaardelijk geloofden in zichzelf en prachtige plannen leverden om de wereld te verbeteren, zelfs te redden. Henri Beunders tekent in vloeiende stijl de tijdsgeest en loodst de lezer door de woelige decennia vóór 1933, waarin turbulente stromingen uitgroeien tot monstergolven die de mens bedreigen. Op een beeldende manier brengt Beunders bekende en onbekende, maar allen markante, personages met hun gedrag en ideeën op een beeldende manier tot leven.
‘Henri Beunders laat zien waarom juist in tijden van verwarring die onwaarschijnlijke, rare maar slimme fanatieke fantasten ons op een nieuw spoor kunnen zetten.’ – Louise O. Fresco
Fragment uit (de) Epiloog - Monstergolven
Misschien is het een geruststelling dat er, historisch gesproken, meestal een cyclus is in het fenomeen innovatie. Die begint met overdreven verwachtingen en zakt dan terug naar realistisch gebruik.
In dit verhaal over Fanatieke Fantasten hebben we gezien hoe werkelijkheid en illusie, hoop en pessimisme als monstergolven tegen elkaar opknallen, in de 'brullende jaren twintig' en zeker na de Beurskrach van 1929. Een kleine eeuw later is optimisme in de verdrukking geraakt. Niet hoop maar angst is het leidende gevoel geworden.
Als we ophouden met hopen, zal wat we vrezen zeker komen.
Dit stelt de atheïstische filosoof Ernst Bloch in de tijd dat Herman Sörgel overlijdt, in 1952, en het atoomtijdperk begint. En wat hoopt Bloch? Dat we met kernenergie, de Noordpool kunnen smelten om deze in een Riviera om te toveren.
Is hoop effectiever dan angst? De Duitse filosoof Byung-Chul Han zegt het zoals we van hem kennen, in oneliners:
Angst en democratie zijn onverenigbaar [...] Waar angst heerst is geen vrijheid mogelijk.'
Gerichte woede kan, even, effectiever zijn dan hoop. Dit bewijst de 16-jarige Zweedse scholier annex milieuactiviste Greta Thunberg in 2019 op de Economietop in Davos:
Volwassenen zeggen altijd: wij zijn het de jongeren verschuldigd hen hoop te geven. Maar ik wil jullie hoop niet. Ik wil niet dat jullie hoopvol zijn. Ik wil dat jullie in paniek raken. Ik wil dat jullie de angst voelen die ik elke dag voel. En dan wil dat jullie handelen.
Men is er stil van. Maar als algemene houding wekt angst verlammend. Byung-Chul Han zegt:
Als heden geen revolutie mogelijk is, dan komt dit omdat wij niet kunnen hopen, omdat wij vasthouden aan de angst, en zo het leven tot overleven wegkwijnt.
Cornelis Lely raadt in zijn testament zijn kinderen om het Bijbeladvies van Romeinen 12:18 uitspraak als leidraad te nemen:
Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen.
Herman Sörgel neemt voor zijn Weltbauen liever een uitspraak uit de fantasie Faust van Goethe:
Hem heb ik lief die het onmogelijke begeert.
Ik pleit ervoor dat we blijven pendelen tussen twee idealen: die van nuchterheid en fantasie. Is het niet beter te blijven hopen dat er ergens tussen nuchterheid en ideaal een weg naar een begaanbare weg naar de toekomst te vinden is? Of, om het motto van de Franse filosoof Blaise Pascal aan te halen:
Wie het midden verlaat, verlaat de menselijkheid. (pagina 3562-353)
Lees ook: Wereldverbeteraars : een filosofische verkenning van altruïsme van Larissa Macfarquhar (uit 2016) of Wereldverbeteraars : Gandhi, King, Mandela - hun erfenis van Bas Heijne (uit 2017).

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen