maandag 30 juli 2012

Geert Mak


Reizen zonder John : op zoek naar Amerika

Atlas 2012, 573 pagina's - € 34,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Geert Mak (1946)

Korte beschrijving
Na ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’, ‘De eeuw van mijn vader’ en ‘In Europa’ vormt ‘Reizen zonder John’ de weerslag van opnieuw een originele historische speurtocht van Geert Mak. Hij maakte in 2010 dezelfde reis door de VS als John Steinbeck in 1960. Die was op zoek naar de ware aard van Amerika, en noteerde alles in ‘Reizen met Charley’. Allereerst is Maks boek zo een reisreportage, met tal van verwijzingen naar Steinbecks relaas, waarvan Mak echter geleidelijk de half-fictieve aard herkent. Vervolgens is ‘Reizen zonder John’ een zoektocht naar hoe grondig landschap, economie en mentaliteit van de VS in die vijftig jaren zijn veranderd. Met zijn sociologische blik beschrijft Mak onder meer de opkomst van de suburbs, de leegloop der stadscentra, de bijna-ondergang van ‘small town Amerika’. Elke halteplaats geeft aanleiding tot historische uitweidingen, zoals over oorlogen, rasverhoudingen en presidenten. De lezer krijgt ook een goed idee van de verwaarloosde infrastructuur, product van een verarmde publieke sector. Een uiterst toegankelijk boek dat een breed publiek zal kunnen boeien. Met register. Kleine druk

Promotekst op website uitgever Atlas
Altijd al was Amerika een ‘geheime liefde’ voor Geert Mak. Bijna ieder jaar reisde hij er rond, als journalist en zomaar, als toeschouwer en luisteraar. Het land hield hem een spiegel voor waarin hij Europa en Nederland telkens weer met een nieuwe blik kon bekijken. Nu richt hij zijn blik, eindelijk, op Amerika zelf.

Geert Mak – gevierd en geliefd chroniqueur van Amsterdam (De engel van Amsterdam, Een kleine geschiedenis van Amsterdam) van Nederland (Hoe God verdween uit Jorwerd, De eeuw van mijn vader), en van Europa (In Europa, De hond van Tišma) – deelt zijn liefde voor en kennis over Amerika met ons in zijn nieuwste boek Reizen zonder John – Op zoek naar Amerika.
Hij volgt daarin het spoor van de legendarische schrijver John Steinbeck, die in het najaar van 1960 met zijn poedel Charley een ontdekkingsreis maakte dwars door het toenmalige Amerika. Zijn tocht beschreef hij in de klassieker Reizen met Charley. Geert Mak maakte diezelfde reis, precies vijftig jaar later.

In Reizen zonder John volgt Mak de Amerikaanse geschiedenis op een vergelijkbare wijze als de Europese geschiedenis in In Europa: een combinatie van een reis door het continent en een reis door de tijd. Tegelijkertijd onderzoekt hij, al kijkend en pratend met wie hij maar ontmoet, Amerika de afgelopen halve eeuw veranderd is. Zijn de dromen van toen nog de dromen van nu? Is Amerika nog ‘het beloofde land’? En wat bindt Amerika en Europa nog?

Fragment uit hoofdstuk 1
Nog een ander begin, een oudere Amerikaan vertelde me dat ooit: de auto's. Voor hem begon het allemaal met de auto's. Of, beter, de kleuren van de auto's. Volgens hem was het de herfst van 1954. In dat najaar zag hij opeens drommen mensen voor de showrooms van de plaatselijke autodealers. Er was daar iets bijzonders aan de hand. De modellen verschilden wel van jaar tot jaar, maar ze waren altijd stevig en vierkant geweest, meestal zwart en donkergroen. Opeens stond er nu een totaal nieuwe generatie te blinken, breder en zachter dan ooit.
Ik heb de advertenties van dat jaar er nog eens op nagekeken. De aardse kleuren van voorheen waren vervangen door pastellen, roze en lichtblauw: de Chrevolet BelAir en de Pontiac Star Chief, met hun Strato-Streak vs-motor, waren zowel verkrijgbaar in 'avalongeel' als in 'ravenzwart'. De nieuwe modellen hadden bovendien ronde, panoramische voorruiten, en, bij de nieuwe Cadillac, een vreemde achterkant, met staartvinnen als van een jachtvliegtuig. De verkopen vlogen omhoog, alleen al tussen 1954 en 1955 met 37 procent. Niet meer de techniek en de duurzaamheid stonden centraal, maar de stijl en de vorm.
Nu braken er werkelijk andere tijden aan, zo'n gevoel gaven die auto's. Ergens in dat decennium veranderde de Amerikaanse maatschappij abrupt in toon en mentaliteit, van een overlevingssamenleving in een consumptiesamenleving, van een wereld van zwoegers in een wereld van genieters. (pagina 13)

Terug naar Overzicht alle titels

Andrew Keen

De digitale afgrond : hoe de huidige sociale online revolutie ons eenzamer en hulpelozer maakt

Meulenhoff 2012, 288 pagina's - € 19,95

Oorspronkelijke titel: Digital vertigo : how today's online social revolution is dividing, diminishing and desorienting us (2012)

Wikipedia: Andrew Keen (1960)

Korte beschrijving
De Engelse wetenschapper Andrew Keen opende in 2008 de ogen van velen met zijn tirade tegen Web 2.0 in zijn geruchtmakende boek 'De a-cultuur'*. Opnieuw heeft Keen met dit vervolg stilistisch fantastisch werk afgeleverd. Alleen is de boodschap inmiddels 'oude koek'. Zijn kritiek op Facebook is ondertussen al door vele anderen geuit, vaak beter gefundeerd en met meer diepgang. Keens boek is een felle aanklacht tegen de vermeende zegeningen van het internet. Zijn boodschap is bekend. Zie de ondertitel: 'hoe de huidige sociale online revolutie ons eenzamer en hulpelozer maakt'. Keen relativeert de voordelen en benadrukt juist de nadelen van het huidige internet - in het bijzonder de social media - en de bedreigingen daarvan voor onze samenleving en cultuur. Al met al een stortvloed van feiten, meningen en voorbeelden. Eloquent, polemisch, geestig. Zeer leesbaar, maar af en toe wel wat veel van het goede. Sobere uitvoering in traditionele lay-out, zonder illustraties. Met eindnoten en register.

Lees ook zijn boek uit 2008: De (a)-cultuur : hoe internet de beschaving ondermijnt

Tekst website uitgever
Een felle aanklacht tegen de vermeende zegeningen van het internet: onwetendheid, egoïsme, slechte smaak en de heerschappij van het gepeupel. De deskundige journalist wordt vervangen door de blogger, de vakliteratuur door de door amateurs gevulde Wikipedia, de reclame en de leugen regeren op YouTube, het illegaal downloaden van muziek wordt niet eens meer gezien als diefstal, en de verslaving aan gokken en porno neemt schrikbarende vormen aan. Om van de internetverslaving niet te spreken. Een stortvloed van feiten, meningen en voorbeelden, uitermate leesbaar, zij het af en toe wel wat veel van het goede. Het voorlaatste hoofdstuk is getiteld 'Oplossingen', maar dat heeft helaas weinig te bieden.

Fragment uit Conclusie: de vrouw in het blauw
Maar vooral in een wereld waarin veel mensen zijn vergeten wat het betekent om mens te zijn. 'Maar nu ben ik bang dat ik nostalgisch word,' schrijft romanschrijver Zadie Smith, die met Jonathan Franzen en Gary Shteyngart tot de meest welbespraakte critici van sociale media behoort. 'Ik droom van een web voor een persoon die niet meer bestaat. iemand die op zichzelf is, iemand die voor de rest van de wereld, en ook voor zichzelf, een mysterie is. De mens als mysterie: het idee van wat een persoon is, is aan het veranderen.' Smith, Franzen, Shteyngart en andere critici van dit steeds transparanter wordende sociale tijdperk betreuren het verlies van mensen die op zichzelf zijn en het verdwijnen van geheimen en mysteriën, ze betreuren het dat leuk vinden de plaats van liefde heeft ingenomen en dat het utilitarisme van Bentham het gewonnen heeft van de individuele vrijheid van Mill, maar vooral betreuren ze het dat we collectief aan het vergeten zijn wat het betekent mens te zijn. Het is een supertriest waargebeurd liefdesverhaal waarin we als mensheid vergeten wie we zijn. (pagina 225-226)

TED - Digital vertigo (Boedapest, oktober 2011) (18:31) (4.385 views op 5/11-2012)




Klik hier voor een artikel over dit boek - Newspeak : sociaal lezen

Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 27 juli 2012

Vijf kamers en hersenkauwgom

Op woensdag 25 juli 2012 deed psycholoog René Diekstra enkele opmerkelijke uitspraken over de noodzaak om veel te lezen. Zijn  opmerkingen staan haaks op reacties van velen die de opgave die Lezers van Stvast zichzelf stellen om een jaar lang wekelijks één boek te (gaan) lezen niet begrijpen. Of nog sterker: het is in hun ogen onmenselijk, ondoenlijk, belachelijk, waarom zou je dat doen enzovoorts.

Het interview maakt deel uit van een zomerreeks over tijd. Besteden we onze tijd wel goed? Op de vraag Wanneer is tijd verspilde tijd antwoordt hij:

Ik ben ontevreden over mezelf als ik voor de tv ben blijven hangen. Of als ik toch de wedstrijd Spanje-Italië heb uitgekeken. Nee, dat is geen ontspanning. Tv is een voortdurende aanslag op je tijd: blijf kijken, blijf kijken! Maar als iets zonde van je tijd is, is het juist die hersenkauwgom van de televisie.

Vijf kamers
Die houding combineer ik met mijn vijfkamertheorie. Zie het leven als het bewonen van een huis met vijf kamers: een werkkamer, een relatiekamer, een vrijetijdskamer, een gezondheidskamer en een zingevingskamer. Om een evenwichtig en relatief gelukkig leven te leiden, moet je elke dag in elke kamer wat tijd doorbrengen. Werk elke dag, maar ontspan ook. Besteed elke dag genoeg rijd aan relaties. Lees, filosofeer of doe op een andere manier aan zingeving. Geef je gezondheid dagelijks wat aandacht.

Geen oordeel vellen

Mijn overheersende idee is dat je als een stoffelijk omhulsel wordt teruggeleid en uiteindelijk weer opgaat in een groter geheel. Ik houd van de ideeën die Spinoza erover heeft opgeschreven. En van zijn aforismen. Mijn favoriet is: non ridere non lugere neque detestasi sed intelligere; niet bespotten, niet betreuren noch verachten, maar begrijpen. Dat heb ik bij dit onderwerp ook.

Ik ga geen oordeel vellen. Ik wil eerst snappen. Dat ik vijf, zes boeken per week lees, heeft daarmee te maken: ik lees omdat ik wil snappen. Ik ben nog steeds aan het sponzen.

René Diekstra en zijn 'verleden'
Dat de woorden van Diekstra niet door iedereen op waarde worden geschat, noch begrepen werd geïllustreerd in een ingezonden brief van een dag later. Gelukkig sprong weer een dag later iemand anders voor hem in de bres. Niet bespotten, niet betreuren, noch verachten, maar begrijpen.

Een mooi motto voor Lezers van Stavast.

Homepage Achtergrondartikelen



Gunter Pauli



Blauwe economie : versie 2.0 : 200 projecten geïmplementeerd, 4 miljard euro geïnvesteerd, 3 miljoen banen gecreëerd

Nieuw Amsterdam 2017, 336 pagina's - € 24,95

Oorspronkelijke titel: The Blue economy (2012)

Wikipedia: Gunter Pauli (1956)

Korte beschrijving
Hoe 'groen' we ook proberen te produceren en consumeren, we leven boven onze stand en dat moet en kan anders. De auteur van deze internationale bestseller legt uit hoe we kunnen overgaan tot een nieuwe manier van duurzaam produceren en consumeren en laat in vele praktijkvoorbeelden van over de hele wereld zien wat er al kan en gebeurt. Kerngedachte van de 'blauwe economie' is het toepassen van de werking van ecosystemen op economische systemen. Het doorvoeren van de blauwe economie levert stabiliteit en zekerheid voor menselijke en andere levende systemen op waardoor hun toekomst veilig gesteld wordt. De auteur is lid van de nog steeds actieve Club van Rome. Deze organisatie was zo onder de indruk van het innovatieve denken van de auteur dat het boek de status 'rapport aan de Club van Rome' verkreeg. De beschreven innovaties op basis van kennis van ecologische systemen zijn indrukwekkend door de voordelen boven bestaande werkwijzen, maar ook door de banengroei die toepassing ervan kan opleveren. Een pittig, maar hoopvol boek dat veel lezers kan en zou moeten inspireren. Met enkele schema's, twee bijlagen, verwijzingen naar literatuur en websites en een register.

Interview in Ode: Blauw is het nieuwe groen (jan/feb 2012)


Fragment uit hoofdstuk 1 - Tijdloze hulpbronnen voor de uitdagingen van onze tijd
Dit boek gaat over het komen tot een nieuw bewustzijn, dat blauwe economie helemaal niet zo moeilijk is, als we maar bereid zijn oude gewoonten op te geven en klaar zijn om nieuwe aan te nemen. Het is een roep om wakker te worden voor degenen onder ons die vinden dat deze kansen gewoon te uniek zijn om te laten liggen. De kansen die voor ons liggen maken een verschil uit - nu. Het moet nu gebeuren. Diepe ecologie, permacultuur en duurzaamheid zijn begrippen die de eerste zaadjes van het groene denken hebben geplant. Deze ideeën leerden ons te beseffen dat we duurzame grondstoffen in onze gebouwen en producten moeten gebruiken. Hoewel we inmiddels beginnen te begrijpen hoe belangrijk duurzame processen zijn, weten nog maar weinigen hoe we ze ook economisch levensvatbaar kunnen maken. Als we de virtuositeit, het efficiënte gebruik en de eenvoud van de natuur beter gaan begrijpen, kunnen we de functionaliteit die in de logica van ecosystemen is ingebed nabootsen en succesvoller worden dan de huidige sterk geglobaliseerde industrie. (pagina 31)

Terug naar Overzicht alle titels

maandag 23 juli 2012

M, N, O of P

Achter de oproep om een groep Lezers van Stavast samen te brengen zit onuitgesproken de aanname dat lezen 'goed' is voor de mens. Maar ieder zinnig mens zal toe moeten toegeven dat je door lezen niet vanzelf een beter mens wordt.

Integendeel
Elke grote lezer weet als geen ander dat er heel erg veel is wat hij of zij niet weet. Nog niet tot zich heeft genomen. Er is gewoon té veel geschreven. Té veel mooie muziek gemaakt en opgenomen. Speelfilms en documentaires in overvloed. Musea vol kunstwerken. Plekken waar de meest verrassende voorstellingen worden uitgevoerd.
Ook weet elke veellezer dat niet elke tekst of boek zo belangrijk is. Veel toevoegt aan je zelfbeeld. Leidt tot meer of betere kennis.De hoeveelheid doet er niet zo veel toe.

Levenshouding
Een lezer begrijpt wel dat hij lekker bezig is. Van alles leest. Her en der. Meer als zijn of haar buurman, of collega op het werk. Dat maakt hem - nogmaals - niet een beter mens. Maar hij (of zij) beschikt - dat weer wel - over meer bagage. Die van pas komt. Of niet. Soms wel, vaak niet.

Een veellezer is een M
Althans in de beeldspraak van Marjolijn Februari. De columniste van NRC Handelsblad, die zichzelf in haar column van maandag 23 juli 2012 neerzet als een M. Die beeldspraak heeft ze opgehaald (erover gelezen, dus) bij ene meneer Guy Kawasaki. Die al geruime tijd geleden de stelling betrok dat in goed geleide bedrijven 'de baas' (zeg de A) mensen aanneemt die beter zijn als hijzelf (A+-ers). In minder goed geleide bedrijven nemen leidinggevenden mensen aan die minder zijn als zij zelf. Daar neemt de A een B of C aan. Die zich op hun beurt omringen met mensen die lager staan (D of E's).
Hire better than yourself.
In the Macintosh Division, we had a saying, “A player hire A players; B players hire C players”--meaning that great people hire great people. On the other hand, mediocre people hire candidates who are not as good as they are, so they can feel superior to them. (If you start down this slippery slope, you'll soon end up with Z players; this is called The Bozo Explosion. It is followed by The Layoff.) I have come to believe that we were wrong--A players hire A+ players, not merely A players. It takes self-confidence and self-awarness, but it's the only way to build a great team. (Guy Kawasaki. The art of recruiting)
In haar column stelt Marjolijn zich op het standpunt dat ze een M is.
Laten we voor het gemak aannemen dat u met mij, onnozele stukjesschrijver, een M-speler hebt getroffen. Dan richt ik me nu dus als vanzelf op het verschil tussen M's en N'nen.

De M's zijn namelijk, hoewel bijna net zo dom, toch licht superieur aan de N'nen. het verschil zit hem erin dat de M's nog net slim genoeg zijn om een vaag besef te hebben van hun eigen beperktheid. Ze horen in de verte de echo van de genieën, lezen nog wel eens wat, laten zich zo nodig overtuigen door een argument, hun nederigheid bestaat eruit dat ze met trots beweren cultuurdragers te zijn. Hun werk bestaat uit het beschimpen van de N'nen.

Die N'nen zijn te dom om in te zien hoe dom ze zijn. En omdat, zoals Darwin zegt, onwetendheid vaker zelfvertrouwen voortbrengt dan kennis dat doet, hebben ze altijd gelijk. Ze gaan dus alleen voor de vorm in debat, verkeren in de waan dat economie een harde wetenschap is en dat meten in het leven altijd leidt tot weten. Ze werken in de politiek of bij de televisie, geven leiding aan bedrijven en organisaties die allang door de A-, B- en C-spelers zijn verlaten; ze verdienen akelig veel meer geld en hebben griezelig veel meer invloed dan de M's.
En ze gaat vrolijk verder
De N'nen op hun beurt behandelen de mensheid alsof die louter uit O's bestaat. Waarmee de samenleving al gevaarlijk richting de Z gaat. Deze O's missen het vermogen zelf na te denken, ze zijn volledig afhankelijk van de kennis die anderen in hun oren gieten; daarbij hebben ze het liefste dat men het kort houdt.
Intermezzo - De Design Academy
Dan noemt ze wat voorbeelden van de laatste weken. Ze had ook de toestand kunnen noemen op de Eindhovense Design Academy, waar de baas drie inhoudelijk sterke A+-ers aan de kant wilde schuiven. Een directrice die heilig gelooft in procedures, afrekenen en andere bullsh!t-management tools. Gelukkig sprongen inhoudelijk sterke personen voor deze drie in de bres en was er ergens een slim iemand die inzag dat de directrice gecorrigeerd moest worden. In het Eindhovens Dagblad formuleerde Mathieu Weggeman het op 18 juli als volgt

De driehoofdige top van het management vertrekt onder meer omdat ze minder bevoegdheden krijgt om docenten aan te stellen, het budget te beheren en het lesprogramma vorm te geven. Wil je een center of excellence blijven dan moet je de bevoegdheden van leidende professionals eerder uitbreiden dan inperken. 'Ook mogen ze niet meer lesgeven', en dat is heel dom want docenten accepteren vooral leiding van mensen die laten zien dat ze vak zelf ook beheersen. Je bent als manager immers vakdeskundige of bureaucraat. De eerste groep heeft in professionele organisaties gezag en autoriteit, de tweede slechts (straf- en beloningsmacht).
Goede colleges van bestuur voeren geen grote vernieuwingen door als de tent goed draait () De vrees van de drie vertrokken afdelingshoofden dat de masters ten onder zullen gaan aan management en bureaucratie, lijkt me terecht.

Zoals gezegd liep het in Eindhoven goed af. Terug naar de column van Marjolijn Februari:

De M's stellen zich natuurlijk teweer tegen deze O-gerichte aanpak van de N'nen. Ze weten dat een cultuur niet wordt gevormd door boeken die je in één adem uitleest. De geniale boeken waarvan ik zelf het meest heb geleerd, heb ik zelfs nog nooit helemaal gelezen. Herzog van Saul Bellow? In blijven hangen. Mrs. Dalloway van Virginia Woolf? Stukje bij beetje.

Ay!!
Inderdaad. Ze snijdt hier een serieus punt aan. Elke week een boek lezen - van voor tot achter, helemaal - leidt niet automatisch tot kennis. Is niet an sich goed. Maar zoals gezegd weet elke veellezer dat en is het een bevestiging van iets wat hij of zij al wist. We doen ons best, maar zullen nooit 'slagen'.
O's weten dit niet. Die eten als kleuter het liefst appelmoes met knakworst, en krijgen daarna van de N'nen net zolang appelmoes met knakworst te eten tot ze sterven aan obesitas en verveling.

Hoe kunnen de N'nen dan zoveel O's bij elkaar verzinnen? Dat doen ze via enquêtes. Ze beweren dat ze waardevrij onderzoek doen naar voorkeuren en gedrag, terwijl ze in feite grossieren in vooronderstellingen op grond waarvan ze de gegevens interpreteren - 'in ene boek blijven steken is slecht' - zodat ze bij iedere enquête eruit krijgen wat ze erin hebben gestopt.
Hebben ze zo aangetoond dat we allemaal O's zijn, dan behandelen ze ons als O's, net zo lang tot we inderdaad O's zijn geworden, en dat is dan het moment waarop we en masse over P's gaan zeuren. Zijn we eenmaal zo ver afgezakt, dan staat het land op het punt een ontwikkelingsland te worden.

Moraal en oproep
De slotwoorden van deze magistrale column vormen een soort manifest voor de Lezers van Stavast. Met humor. Ingehouden, maar desalniettemin.

Zo verspillen we onze tijd aan het alfabet na ons. Terwijl het in het huidige tijdsgewricht hard nodig is aandacht en steun te bieden aan het alfabet voor ons. Voorwaarts, moeten we, opwaarts. Crises bestrijden. Ik laat het daarom aan uw eigen oordelen over of u nog tijd voor mij vrij wilt maken. Bent u nog stommer dan ik, dan lijkt het me heel verstandig dat u mij voorlopig blijft lezen. Maar bent u slimmer, ga dan alstublieft, alstublieft, duurzame energiebronnen uitvinden en het klimaat redden

Klik hier voor een (lang) artikel in 'de' Rolling Stone (Global warning's terrifying new math)


Een liedje, van een Held
Ergens in de week dat het conflict in Eindhoven speelde kwam een volstrekt onbekende Belgische muzikant 'voorbij'. In zijn eigen land heeft hij veel succes met het liedje Typisch Belgisch weer. Daarover later meer. Maar op die cd van Jo Jacobs - De Held - staat ook het liedje Weet je wat het is. Een liedje dat Marjolijn Februari ongetwijfeld (ook) zal aanspreken. En elke Lezer van Stavast kan behoeden voor de val om te denken dat hij of zij wat is (geworden) na veertig boeken in een seizoen te hebben gelezen. De eerste drie coupletten gaan als volgt:

Weet je wat het is
Weet je wat het is
Het is zo'n gedoe
Altijd moeten denken over wat je doet
Weet je wat het is
Het is zo vervelend
Altijd moeten kijken of de rest het met je eens is
Weet je wat het is
Het is zo'n gedoe

Weet je wat ik doe
Ik lees zo'n boek
Een boek waarin staat dat je moet doen wat je zelf wil
Dat is wat ik ga doen
Lezen in zo'n boek
Een boek waarin staat wat je moet doen wat je zelf wil

Maar wat is het dan
Zeg me wat is het dan
Dat weet ik niet
Dat staat niet in het boek
Dat zijn ze vergeten
Dat staat niet in het boek
Dat zijn ze vergeten

Hij heeft humor, deze Held. Maar hij slaat de spijker wel op de kop. Boeken zijn geen kookboeken, Hoe je moet leven. Hoe te handelen. In boeken worden elementen aangedragen waarmee je zelf aan de slag moet. Om er je eigen 'ding' van te maken. Je eigen kijk op de wereld. Een kompas hoe te handelen. De artiestennaam van Jo Jacobs is De Held. En staat op de cd De Held.

Rumer en Flyin' shoes
De zomer van 2012 kenmerkt zich door regen.
De Held zegt het zo in Typisch Belgisch weer

Honderdduizend droeve druppels
Neerslag in mijn hoofd
Van een hondeweer gesproken
Maar ik jaag mijzelf erdoor

In onze contreien regent het. In andere delen van de wereld is het klimaat (oeps, het weer) ook van slag. Op dé zomerplaat van 2012 - Boys don't cry - vertolkt de Engels-Pakistaanse zangeres Rumer nummers van anderen. Er zijn veel hoogtepunten (daarom is het dé zomerplaat van 2012) maar ze verdient vooral veel lof voor haar versie van Flyin' shoes van Townes Van Zandt (een in 1997 gestorven singer-songwriter). Die zo wellicht ruim 15 jaar na zijn dood bekend wordt bij een groter publiek.

Days full of rain
Sky's comin' down again

I get so tired
Of these same old blues

Same old song
Baby, it won't be long
'fore I be tyin' on
My flyin' shoes

Het duurt niet lang meer of ik trek mijn schoenen aan en vlieg weg. Weg van deze ellende. Naar een andere, betere plek. Ogenschijnlijk gaat het nummer over ons rotte Hollandse en Belgische weer.

Townes Van Zandt nam dit liedje in 1978 op. Op de gelijknamige cd. Hij schreef dit liedje toen hij op zeker moment aan een rivier nadacht over een beroemde veldslag in de Amerikaanse Burgeroorlog. Hij moest denken aan alle gewonde soldaten die daar 's nachts op dat slagveld moesten blijven liggen. En ongetwijfeld hun vliegschoenen wilden aantrekken. Weg van die same old blues


Daardoor heeft dit liedje een universele betekenis. Wie herkent het niet. Het gevoel alles achter je te laten. Weg van de trouble en sores. Klik hier voor een live versie door Townes Van Zandt.

Marjolijn Februari zal zich - denk ik - kunnen vinden in de stelling dat niet de lengte er toe doet. In een klein liedje kan de grootste waarheid of inzicht liggen opgesloten. Henny Vrienten - de eerste zomergast van 2012 - deelde die visie. Alleen had hij het over échte gedichten. Hij deed ietwat schamper over het niveau van popliedjes. Dacht even niet aan De Held en Townes.

Homepage Achtergrondartikelen

Byung-Chul Han


De vermoeide samenleving

Van Gennep 2012, 61 pagina's - € 6,95

Oorspronkelijke titel: Müdigkeitsgesellschaft (2010)

Wikipedia: Byung-Chul Han (1959)

Korte beschrijving
De Koreaanse filosoof is hoogleraar in Karlsruhe, aan de Hochschule waar de bekende Duitse filosoof Peter Sloterdijk rector is. Hij vergelijkt de maatschappij met het menselijk lichaam, dat ziek kan zijn. Wat dat betreft, doet zijn visie wat denken aan die van Sloterdijk, maar hij gaat verder. Ging het vroeger vooral om infectieziekten, een vorm van afweer tegen invloeden van buitenaf op de maatschappij, nu zit het probleem meer van binnen: een teveel van alles, een soort kanker. Hij geeft daarvan pregnante voorbeelden. De hyperactivieit, de hysterie van arbeid en productie, die leidt tot een dwangsamenleving waarin ieder zijn werkkamp in zich meedraagt. De auteur geeft en passant nog een kort overzicht over het denken van andere filosofen over dit probleem. Door het filosofische jargon geen gemakkelijk boek. Het laat ons wel zien wat de gevaren zijn van de huidige maatschappij. Goed vertaald. Pocketuitgave; kleine druk.


Fragment uit (hoofdstuk 3) De intensieve verveling
De overmaat aan positiviteit manifesteert zich ook als een overmaat aan prikkels, informatiebrokjes, impulsen. Daardoor verandert de structuur en de economie van de aandacht radicaal. De waarneming wordt gefragmenteerd en versnipperd. Ook de groeiende werkdruk maakt een speciale techniek van tijds- en aandachtsbesteding noodzakelijk, en die werkt op zijn beurt weer door in de structuur van de aandacht. Multitasking als techniek van tijds- en aandachtsbesteding is echter geen stap vooruit in de beschaving. Het is geen vermogen dat alleen zou zijn weggelegd voor de mens in de laatmoderne samenleving van informatiewerkers. Het gaat hier veeleer om een regressie: multitasking is nu juist het specifieke vermogen van wilde dieren in het open veld. Het is een aandachtstechniek die onmisbaar is voor het overleven in de wildernis. (pagina 23)

Denk in dit verband aan een merel in je tuin, die op het gras tijdens het pikken doorlopend op- en omkijkt.


In 2014 verscheen een bundel waarin drie 'pamflet-achtige' werken zijn opgenomen: De vermoeide samenleving ; De transparante samenleving ; De terugkeer van Eros (Van Gennep, 166 pagina's)

Korte beschrijving
De schrijver van deze buitengewoon originele bundeling essays kwam op 22-jarige leeftijd vanuit Korea naar Duitsland om metallurgie te studeren, maar eenmaal aangekomen, stortte hij zich op de filosofie. Uiteindelijk voltooide hij als eerste Aziaat in Duitsland een 'Habilitationsschrift'. In drie essays ('De vermoeide samenleving', 'De transparante samenleving' en 'De terugkeer van Eros') die eerder al afzonderlijk in het Nederlands in boekvorm verschenen, verdedigt de auteur dat het neo-kapitalisme erin geslaagd is om de ultieme strategie te ontwikkelen: niet langer worden we uitgebuit, maar door het positivisme ('je kunt het!') en de hang naar prestatie buiten we onszelf uit. Uitbuiting zonder overheersing blijkt mogelijk. Deze uitbuiting wordt gestimuleerd door een drang naar transparantie, naaktheid en doorzichtigheid, door de auteur als 'pornificatie' betiteld. Het draait om informatie die desoriënterend werkt, niet tot waarheid leidt en de illusie van vrijheid wekt. Als alternatief prijst de auteur gelatenheid en contemplatie. Sterke en erg originele essays, prachtig vertaald, die onrustig maken, maar ook moeilijke filosofie die tot langzaam lezen dwingt en tot (zelf)reflectie.

Terug naar Overzicht alle titels

Frédéric Lenoir

Handleiding voor een evenwichtige geest en een kalm gemoed

Ten Have 2012, 190 pagina's - € 19,95

Oorspronkelijke titel:Petit traité de vie intérieure (2010)

Wikipedia: Frédéric Lenoir (1962)

Interview

Wijsheid overstijgt het geluk
(april 2012)

Korte beschrijving

Dit boek dat tot het genre van de levenskunst mag worden gerekend, is geschreven om levenswijsheid over te brengen, iets dat de traditionele religie niet langer kan verzorgen en waarvoor op filosofie en de grote spirituele tradities uit het Westen en het Oosten wordt teruggegrepen. Deze laten ons, aldus de schrijver, zien dat een geslaagd leven een leven is waarin we alles dat ons overkomt, nemen voor wat het is. Het boek helpt met het vinden en creëren van de instelling van berusting, zelfbeheersing en innerlijke rust die hiervoor nodig is. De schrijver heeft geen theoretische of filosofische ambities; zijn boek is volledig therapeutisch en adviserend. Een dominante rol is daarbij weggelegd voor het boeddhisme en de Jungiaanse psychoanalyse; beide hebben, in combinatie met het lezen van het Nieuwe Testament, de schrijver bewust gemaakt van zijn eigen gebreken. Het boek is goed vertaald, leest prettig, maar de predikende toon is irritant. Met eindnoten per hoofdstuk. Uitgave in bijna vierkant pocketformaat; normale druk.

Fragment uit hoofdstuk 4 - Handelen en niet handelen
'Wij zijn geboren werkzaam te zijn,' roept Montaigne uit aan het begin van zijn Essays. Betrokken zijn bij het leven betekent, per definitie, handelen. De mens voelt de behoefte om invloed te hebben op de werkelijkheid, haar vorm te geven en te veranderen, en ontleent daar voldoening aan. Deze behoefte is een van zijn kenmerkende eigenschappen, een karaktertrek die hem onderscheidt van de dieren, die bij het bouwen van hun hol, nest of korf geen lustprincipe volgen, maar gehoorzamen aan een overlevingsinstinct. De mens daarentegen voelt niet alleen de behoefte om te overleven, maar ook om te werken, bezig te zijn, te creëren: nietsdoen valt hem zwaar, in de letterlijke zin van het woord. Niets doen vindt hij vernederend en vervelend, en het belet hem om zich helemaal zichzelf te voelen. Een mens die slechts in ledigheid toekijkt hoe de tijd verstrijkt, leeft met een onvervuld gevoel: hij kan zijn mens-zijn niet in al zijn rijkdom tot ontwikkeling brengen. (pagina 41)

Terug naar Overzicht alle titels

Carolien Vader

Het begint met een idee

LeV 2011, 179 pagina's - € 22,50

De website Het begint met een idee (met een verwijzing naar alle genoemde talks)

Korte beschrijving
TED staat voor Technologie, Entertainment en Design en wil een platform zijn voor vernieuwend denken op allerlei gebied. Na de tweede editie van de conferentie TEDx Amsterdam is in boekvorm vastgelegd wat goede ideeën zijn en hoe ze vorm krijgen. Het boek behandelt in hoofdstukken onder andere aangeboren creativiteit, hoe je op weg kunt naar je eigen flow, dat een goed idee nooit alleen komt, het empathisch vermogen en de manier waarop mensen elkaar inspireren. Het boek bevat veel voorbeelden uit de TEDx conferenties om de rode lijn te verduidelijken. Elk hoofdstuk eindigt met een overzichtelijke samenvatting. Een minpunt is dat het taalgebruik soms te wensen overlaat - het lijkt alsof sommige zinnen te letterlijk vertaald zijn uit het Engels. Het boek bevat tevens een korte geschiedenis over TEDxAmsterdam; in het laatste hoofdstuk is een rij met links naar video's over elk onderwerp opgenomen. Overzicht met veel informatie over de eerste twee conferenties van TEDxAmsterdam. Klein lettertype; afbeeldingen zijn vormgegeven als post-its om de hoofdpunten te verduidelijken.

Fragment uit hoofdstuk 2 Over onze aangeboren creativiteit (hoe we onze creativiteit verliezen)
Ken Robinson is creativiteitsgoeroe en heeft de Britse overheid geadviseerd over onderwijs. Het leverde hem een ridderorde op. Sir Robinson is een fervent pleitbezorger van een andere manier om onze kinderen op te leiden. En dat heeft allemaal met creativiteit te maken. Op het podium van TED vertelde hij in 2006 over een klein meisje. Ze was zes jaar en had tekenles. Haar leraar vertelde dat ze altijd achter in de klas zat, nooit echt oplette, behalve bij tekenles. Het intrigeerde de leraar. Hij vroeg: 'meisje, wat teken je daar?' En ze antwoordde: 'Ik teken God.' De leraar reageerde verbaasd: 'Maar lieverd, niemand weet toch hoe God eruitziet?' En het meisje antwoordde: 'Zo meteen wel!'
(pagina 50)

Klik hier voor zijn talk: Ken Robinson says schools kill creativity

Terug naar Overzicht alle titels

zaterdag 21 juli 2012

Waarom zou je lezen?

Inderdaad. Waarom zou je dat doen?

Herlas op zaterdag 21 juli een boek uit 2010. De schrijver - Tony Judt - overleed in augustus van dat jaar. Veel te jong, zoals dat heet.

Een citaat uit zijn Het land is moe : verhandeling over onze ontevredenheid
Een opmerkelijk gevolg van de desintegratie van de publieke sector is dat het ons meer moeite kost dan voorheen om te begrijpen wat we met elkaar gemeen hebben. We zijn vertrouwd geraakt met klachten over de vernauwende invloed van internet: als iedereen voor hem interessante plukjes kennis en informatie van het net haalt maar zich niet aan andere gegevens blootstelt ontstaan er wereldwijde communities met zelfgekozen voorkeuren, terwijl we tegelijk het contract met de voorkeuren van onze medeburgers kwijtraken. (pagina 126)

Een punt dat ene Eli Pariser enige jaren later op zijn manier aankaartte in zijn boek The filter bubble en in zijn TED-talk Beware online "filter bubbles".

Verderop (pagina 158) staat
Conformeren is verleidelijk, want een gemeenschapsleven wordt een stuk eenvoudiger als iedereen het met elkaar eens lijkt te zijn en elk afwijkend geluid door de ongeschreven regels van het compromis wordt gedempt. Met maatschappijen en gemeenschappen waar die ongeschreven regels van het compromis ontbraken of afbrokkelden, liep het niet goed af. Conformeren eist echter wel zijn tol. Een gesloten circuit van opvattingen en ideeën waarin geen ruimte voor ontevredenheid en oppositie is, dan wel waarin die alleen binnen afgebakende beperkingen mogelijk zijn, raakt zijn vermogen krijt om energiek en fantasierijk op nieuwe ontwikkelingen te reageren.

In hetzelfde jaar later schreef filosoof Coen Simon in zijn Zo begint iedere ziener : een filosofische ontdekking van de wereld het volgende over (het belang van) lezen:

Wat in De wetten stond geschreven, werd vanzelf waar voor mij. Ik was in een voorname wereld terechtgekomen. Het was alleen onduidelijk waar de wereld ophield en mijn literaire voorstelling ervan begon. Dit was, na het boek van Erich Fromm dat ik op de middelbare school van mijn godsdienstleraar had geleend, het volgende boek dat mijn leven leek te gaan veranderen.
Het is eigenlijk vreemd dat we het lezen van boeken doorgaans zien als een introverte en passieve bezigheid. Want feitelijk kan niets de wereld zo veranderen als een boek dat doet. Wie een boek dichtslaat ziet altijd een andere wereld dan hij achterliet toen hij het opensloeg, hoe stom of slecht het boek ook is. Elk verhaal neem je immers mee in je blik op de wereld. Zo'n verhaal blijft niet bij een innerlijke voorstelling van de wereld. Nee, zoals we de wereld zien treden we deze tegemoet. (pagina 110)

En verderop
Het lezen van de betekenissen van de wereld, werkt net als het lezen van een boek, het brengt je niet dichter bij de eenvoudige waarheid van de wereld, maar tijdens ons leven lezen  we ons van de ene gebeurtenis naar de andere. We brengen alles met alles in verband en draaien zo om de waarheid heen. Er is geen boek dat toegang geeft tot een waarheid die niets anders is dan de waarheid, de waarheid die ergens onaangeroerd zou liggen. Als er al zo'n waarheid is, dan nog kunnen we er alleen maar omheen draaien. Het enige wat ons in de buurt kan brengen is het verhaal, want alleen een verhaal kan de dingen van betekenis voorzien, maar dezelfde woorden van diezelfde dingen brengen ons er tegelijkertijd weer vandaan, door het oneindige verwijzen van betekenis naar betekenis. Betekenis is een ketting die wordt aangespannen door waarden aan de ene kant en de wereld aan de andere kant. Een ketting die knapt als woorden en dingen te ver uit elkaar geraken; en die krachteloos blijft als hij niet door de twee uiteinden aangespannen blijft.
De wereld vormt de brandstof voor alle gebeurtenissen, maar het zijn de woorden die ze aanblazen. Daarom had de logicus een luisterend oor nodig. Door zijn bizarre verhaal te vertellen, waarvan de bedoeling bleef ontbreken, kreeg het verhaal toch betekenis. Niet meer en minder dan het zich voordeed. Magie vraagt om een luisteraar, meer dan om een verklaring. (pagina 124-125)

In zijn En toen wisten we alles : een pleidooi voor oppervlakkigheid - bekroond met de Socrates-wisselbeker en een Lezer van Stavast-titel staan de volgende zinnen:

De oppervlakkigheid waarvoor ik pleit, lijkt misschien nog wel het meest op het lezen van een boek. Om een verhaal te begrijpen, zelfs al heeft het de lengte van een mop, ontkom je er niet aan het van voor naar achter te lezen, dat wil zeggen helemaal en in de juiste volgorde, Je ontkomt er niet aan aan de oppervlakte van de tekst te blijven. Er zijn geen methoden voorhanden die je op een of andere manier kunnen laten kennisnemen van het verhaal zonder gebruik te maken van de exacte loop van het verhaal. Een samenvatting vertelt geen verhaal, en een literaire theorie of interpretatie is alleen behulpzaam als je het verhaal hebt gelezen.
Net als een verhaal verloopt ons leven ook maar één kant op. We kunnen ons niet ergens onderweg van de verhaallijn, het karakter of de scène ontdoen. Het verhaal speelt zich af, of is er niet.

Zo dwingt de onontkoombare oppervlakkigheid van iedere geschiedenis ons een kant op, en noch in het lezen, noch in het leven is de afloop bekend. Sterker nog, de betekenis van elke nieuwe gebeurtenis wordt gevormd door precies dat perspectief: dat we wel het een en ander weten, maar nooit het volgende, laat staan de afloop. (pagina 22)
De Held
Deze opvatting - dat lezen weliswaar moet, maar dat het je niet brengt tot dé waarheid - wordt door de Belg Jo Jacobs in een liedje van zijn eerste cd mooi vertolkt. Weet je wat het is heet het liedje en staat op de cd De Held. De artiestennaam die hij koos is ook De Held.

Weet je wat het is
Weet je wat het is
Het is zo'n gedoe
Altijd moeten denken over wat je doet
Weet je wat het is
Het is zo vervelend
Altijd moeten kijken of de rest het met je eens is
Weet je wat het is
Het is zo'n gedoe

Weet je wat ik doe
Ik lees zo'n boek
Een boek waarin staat dat je moet doen wat je zelf wil
Dat is wat ik ga doen
Lezen in zo'n boek
Een boek waarin staat wat je moet doen wat je zelf wil

Maar wat is het dan
Zeg me wat is het dan
Dat weet ik niet
Dat staat niet in het boek
Dat zijn ze vergeten
Dat staat niet in het boek
Dat zijn ze vergeten

Hij heeft humor, deze Held. Maar hij slaat de spijker wel op de kop. Boeken zijn geen kookboeken, Hoe je moet leven. Hoe te handelen. In boeken worden elementen aangedragen waarmee je zelf 'aan de slag moet of kunt'. Om er je eigen 'ding' van te maken. Je eigen kijk op de wereld. Een kompas hoe te handelen.

Henny Vrienten
Op zondagavond 22 juli was Henny Vrienten de eerste Zomergast. Die met de professionele Belgische presentator Jan Leyers de hele avond door voorbeelden gaf van kunstenaars die hun kijk op de werkelijkheid in hun werk neerleggen.
Regelmatig ontdek je in liedjes dingen die de componist er zeker niet in heeft gestopt.

Days full of rain
Skys comin' down again

De zomer van 2012 in Nederland! Tot zaterdag 21 juli. Daar ging dit liedje niet over, maar bovenstaande regels beschrijven het natte deel van de zomers van 2011 én 2012. In Nederland en een deel van Noordwest Europa. Ons klimaat is echt aan het veranderen.

I get so tired
Of these same old blues

Same old song
Baby, it won't be long
'fore I be tyin' on
My flyin' shoes

Het duurt niet lang meer of ik trek mijn schoenen aan en vlieg weg.

Townes van Zandt nam dit liedje in 1978 op. Van zijn gelijknamige cd. Hij schreef dit liedje toen hij op zeker moment aan een rivier nadacht over een beroemde veldslag in de Amerikaanse Burgeroorlog. Hij moest denken aan alle gewonde soldaten die 's nachts op dat slagveld moesten blijven liggen. En ongetwijfeld hun vliegschoenen wilden aantrekken. Weg van die same old blues


Dit nummer is in de zomer van 2012 op weg om bekend te worden bij een heel erg groot publiek. De Engelse zangeres Rumer nam het op haar cover-cd Boys don't cry op. En op deze plaat vol hoogtepunten (qua composities, maar vooral door haar stem en de arrangementen) springt Flyin' shoes er bovenuit. Een liedje met een universele betekenis. Wie herkent het niet. Het gevoel alles achter je te laten. Weg van de trouble en sores.

Homepage Achtergrondartikelen






vrijdag 13 juli 2012

Martin Lindstrom


Brandwashed : hoe bedrijven ons manipuleren en overhalen om te kopen

LeV 2012, 372 pagina's - € 22,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Brandwashed : tricks companies use to manipulate our minds and persuade us to buy (2011)

Wikipedia: Martin Lindstrom (1970)

Korte beschrijving
In Brandwashed onthult Martin Lindstrom hoe wij voortdurend worden gemanipuleerd door reclamemakers van de wieg tot aan het graf. Nee, zelfs al voordat we geboren worden. Om de consument te bereiken maken grote ondernemingen dankbaar gebruik van inzichten en experimenten uit de psychologie. Lindstrom, die jaren reclame-ervaring heeft, vertelt hier op aanstekelijke wijze over. Hij laat onder andere zien hoe bedrijven alles over ons te weten komen en vastleggen, hoe de cosmetica-industrie verslaving in de hand werkt en hoe seks daadwerkelijk verkoopt - en dat levert verassende inzichten op. Lindstrom voerde ook zelf een aantal experimenten uit, waar onder meer uit blijkt dat onze vrienden en buren ook 'verborgen verleiders' zijn. Het boek is vlot geschreven en erg leuk om te lezen, maar wat Lindstrom te vertellen heeft is eigenlijk best onthutsend. Eerder verscheen 'Buy.ology'.

Fragment uit de Conclusie - Wat mevrouw Morgenson heeft, wil ik ook
Dat is ook de reden voor mijn voorspelling dat ons experiment met de Morgensons binnen niet al te lange tijd werkelijkheid zal worden: dat bedrijven in de toekomst duizenden gezinnen als de Morgensons in de woongemeenschappen zullen planten, met de opdracht een merk of zelfs een hele reeks merken te promoten. We zouden zelfs een punt kunnen bereiken dat sommige huishoudens tegen een bepaalde vergoeding als geheime marketeers gaan werken. Zie die duizenden huishoudens maar als 'slapende marketingmollen' die in actie komen zodra een bedrijf met een nieuw product komt, of juist als een merk even wat minder in de publiciteit is. (pagina 325)

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 12 juli 2012

Alan Weisman

De wereld zonder ons

Atlas 2007, 359 pagina's - € 24,90

Oorspronkelijke titel: The world without us (2007)

Wikipedia: Alan Weisman (1947)

Korte beschrijving
De mensheid heeft met name de afgelopen vijftig jaar een flinke ecologische crisis veroorzaakt, die onze eigen bestaansbasis bedreigt. Wat zou er eigenlijk gebeuren, als (bijvoorbeeld ten gevolge daarvan) de mensheid ineens volledig van de aardbodem zou verdwijnen? Alan Weisman probeert die vraag te beantwoorden in dit boek, dat is gebaseerd op veel biologische en ecologische kennis van zaken en van research, onder meer naar plaatsen op aarde waar zo'n situatie feitelijk is voorgekomen (lange tijd gedemilitariseerde zones in Korea en Cyprus en langs de Pools-Russische grens, het gebied rond Tsjernobyl). Dat levert een fascinerend en (voor de mens) ontnuchterend beeld op: veel van onze sporen zullen zeer snel worden uitgewist, vooral de cultuuruitingen waar we zo trots op zijn. Plastic, rubber, radioactief afval en keramiek zullen ons het langst overleven. Een tot nadenken stemmend boek, dat echter een moralistische ondertoon soms niet kan vermijden. Geïllustreerd in zwart-wit, met literatuur, websites en register.
Op basis van feitenkennis en feitelijke research zoekt de auteur antwoord op de vraag hoe de wereld er zonder de mensheid uit zou zien.

Fragment uit hoofdstuk 1 - De geur van het paradijs
Het heeft iets schokkends als je bedenkt dat heel Europa er ooit uitzag als dit Puzcza. Als je het bos in gaat besef je dat wij bijna allemaal zijn opgegroeid in een flauwe afschaduwing van wat de natuur bedoeld heeft. Als je de esdoorns ziet, met stammen van ruim twee meter breed, of door een opstand van de allerhoogste bomen loopt - gigantische Noorse sparren, ruig en oud als Methusalem - , zou je iemand die opgegroeid is te midden van de in vergelijking hiermee miezerige bosgebieden met hun betrekkelijk jonge aanplant die je overal op het noordelijk halfrond vindt, zich eigenlijk in ene exotisch oord als het Amazonegebied moeten wanen. Maar het verbluffende feit doet zich voor dat het juist zo echt en zo vertrouwd voelt. En op een bepaald, bijna cellulair niveau, ook zo compleet.

Fragment uit Tot slot - Onze aarde, onze ziel en zaligheid
Zoals mensen plegen te zeggen, komen we dit leven niet levend uit  - ook de aarde niet. Over pakweg 5 miljard jaar vanaf nu zal de zon uitdijen tot een rode reus en zal hij de binnenplaneten, inclusief de aarde, verzwelgen in zijn vurige schoot. ()
Op dit moment is het voor ons, de mensen die nog op aarde zijn, veel belangrijker of we de laatste grote uitsterving op deze planeet - zoals vele wetenschappers het noemen - te boven kunnen komen en of we de rest van het leven daarin betrekken, in plaats van het af te breken. De biologische les die we kunnen trekken uit zowel fossiel als levend materiaal geven aan dat we het alléén niet al te lang zullen redden. (pagina 299)

Terug naar Overzicht alle titels


Richard Dawkins

Een regenboog ontrafelen : over wetenschap, waanideeën en wonderen

Contact 1999, 304 pagina's - € 19,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Unweaving the rainbow : science, delusion and the appetite for wonder (1998)

Wikipedia: Richard Dawkins (1941)

Interview
Gesprek met Bennie Mols - The pleasure of finding things out (2004)

Fragment uit hoofdstuk 3 - Streepjescodes in de sterren
De schoonheid die er voor jou is, zie ik ook wel. Maar ik zie nog een diepere schoonheid, die voor anderen niet zo gemakkelijk waar te nemen is. Ik zie de ingewikkelde wisselwerkingen van de bloem. De kleur van de bloem is rood. Betekent het feit dat de plant een kleur heeft dat hij zich heeft ontwikkeld om insecten aan te trekken? Dat roept nog een vraag op. Kunnen insecten kleuren zien? Hebben ze esthetisch gevoel? Enzovoort. Ik begrijp niet hoe door het bestuderen van een bloem de schoonheid ervan ooit minder zou kunnen worden. Die wordt er alleen maar groter door. (pagina 50 - hier citeert hij Richard Feynman)

TED - Richard Dawkins on miltant atheism (februari 2002, 29:14, views: 1.707.554)



Terug naar Overzicht alle titels

Een manifest voor jouw microbeweging


Daar zit je dan. Op bladzijde 115. Van een 'vergeten' boek-'je' van Seth Godin. Die je pas sinds enige maanden kent en probeert te volgen. Hij roept je in de paragraaf Jouw microbeweging op een manifest te publiceren. Waarin je duidelijk maakt waar jouw tribe - of stam - voor staat. Een manifest. Toe maar!

Het staat er als volgt:

De hoofdbestanddelen van een microbeweging zijn vijf dingen die je moet doen en zes principes:
1. Publiceer een manifest
Deel het uit en zorg dat het zich kan verspreiden. Het hoeft niet eens gedrukt of geschreven te zijn. Het is een mantra en een motto en een manier om naar de wereld te kijken. Het verenigt je tribeleden en geeft ze structuur.
Een tribe, een stam
Woorden uit het boekje Tribes : jij moet ons leiden (uit 2008, in vertaling in 2009 uitgebracht door uitgever LeV; slechts 167 pagina's).

Seth Godin
Seth Godin leerde ik in het voorjaar van 2012 kennen door zijn TED-verhaal uit 2009 over stammen: Seth Godin on the tribes we lead. Een inspirerend verhaal. In datzelfde voorjaar verscheen van Seth Godin zijn manifesto Stop stealing dreams. Over ons huidige onderwijssysteem. Dat in zijn ogen jonge mensen volstrekt NIET klaarstoomt voor de 21ste eeuw.
In dat manifest ook hartverwarmende woorden over het belang van lezen en een (moderne) Openbare Bibliotheek. Die in deze internet-tijd niet te veel (meer) bezig zou moeten zijn met het uitlenen van échte en/of digitale boeken. Maar tot een plek in een gemeenschap uitgroeit waar bibliothecarissen vijf rollen vervullen. Die naadloos in elkaar overlopen. A library is a place, still, waar mensen samenkomen om iets nieuws te laten ontstaan. En de bibliothecaris van dienst switcht tussen de rollen: producer, conciërge, leraar en  impresario. Maar bovenal is hij (of zij) doorlopend een 'verbinder'.

Seth Godin
Lezers van Stavast
In de visie van Seth Godin is de oproep om veertig Lezers van Stavast te vinden de start van een micro-beweging. Die dus een manifest verdient. Daar zit je dan. Je hebt in een lang verhaal elementen van dat manifest verzameld. Maar je kunt het geen manifest noemen. Té lang. Té omslachtig. Té weinig to the point. Je kunt de woorden niet vinden om te verwoorden waarom in deze tijd - in dit tijdsgewricht - veertig mensen de moeite zouden moeten willen nemen om elke week één redelijk serieus non-fictie boek te (gaan) lezen.

Dagelijks lees je argumenten
Dat wil zeggen. Dagelijks kom je in kranten en (opinie)bladen artikelen tegen waarin deze of gene iets onder woorden brengt wat met die noodzaak - om elke week een serieus non-fictieboek te lezen - te maken heeft. Argumenten van anderen die in dat manifest passen. Hieronder de oogst van de laatste weken, met aan het slot hét citaat van iemand die je al jaren volgt. Een van de laatste vrijdenkers. Omstreden. Streng. Maar hij legt keer op keer in zijn artikelen de vinger op veel zere plekken.


Nieuwsgierigheid
Maar eerst een citaat uit Tribes : jij moet ons leiden. Over nieuwsgierig zijn. Nieuwsgierige mensen.
Een fundamentalist is iemand die eerst bekijkt of iets binnen zijn religie past voordat hij het verder onderzoekt.
Dit in tegenstelling tot een nieuwsgierig mens die eerst op onderzoek uitgaat en dan afweegt of hij de gevolgen wil accepteren.

Lezers van Stavast herkennen zich in deze zinnen

Een nieuwsgierig mens verheugt zich over de spanning tussen zijn religie en iets nieuws, worstelt ermee en worstelt zich erdoorheen, en besluit dan of hij het nieuwe idee aanneemt of verwerpt.
Nieuwsgierig is het codewoord. Het heeft niets te maken met inkomen, niets met opleiding, en al helemaal niets met georganiseerde religie. Het heeft te maken met de behoefte om te begrijpen, de behoefte om te proberen, de behoefte om jezelf te overtreffen. ()
Als je hem eenmaal ontdekt hebt verlaat de zachte, doch vasthoudende roep van nieuwsgierigheid je niet meer. Nooit meer. En misschien is het deze nieuwsgierigheid die ons zal leren onze grootsheid te onderscheiden van de middelmatigheid die als een dreigende wolk boven ons hangt. (pagina 73-74)

Het makkelijkst
Nog een citaat (pagina 97). Een ander kenmerk van Lezers van Stavast.
Het makkelijkst is het om te reageren.
Het op een na makkelijkst is het om te antwoorden.
Maar het moeilijkst is om te initiëren.
() Reageren is waar politici voortdurend mee bezig zijn. Reageren is intuïtief en instinctief en meestal gevaarlijk. Managers reageren.
Antwoorden is een veel beter alternatief. Je beantwoordt externe stimuli met doordachte acties. Organisaties beantwoorden de concurrentie. Individuen beantwoorden collega's of grijpen kansen aan. Antwoorden is altijd beter dan reageren.
Maar ze verbleken allebei bij initiatief. Initiëren is ontegenzeggelijk en waarachtig moeilijk, en dat is wat leiders doen. Ze zien iets wat anderen negeren en pakken het op. Zij veroorzaken de dingen waar anderen op moeten reageren. Ze brengen verandering.

Piet Gerbrandy
Homo economicus
Dichter, classicus en poëziecriticus Piet Gerbrandy
Als ik hoor wat er in de Tweede Kamer wordt gezegd over onderwijs en onderzoek, heeft iedereen het alleen maar over geld en economische en technologische innovatie. Dat breekt een samenleving op den duur op.
Alles wordt gemunt in economische termen. De homo economicus gaat boven alles. Daartegenover staat Bildung. Het betekent dat je leert zelfstandig te denken, met als materiaal de intellectuele traditie van het Avondland. Daarmee kun je tegenwicht bieden aan de oppervlakkigheid die de wereld vergiftigt. Om te begrijpen hoe, heb je kennis van de traditie nodig.
Bildung ligt onder vuur. Wat wordt vooral gehonoreerd door de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek? Onderzoek waarvan de uitkomst vooraf al vaststaat. Dan weet je zeker dat dat een promovendus binnen vier jaar zijn project af krijgt.
With exponential results
In the connected age, reading and writing remain the two skills that are most likely to pay off with exponential results.
Aldus Seth Godin in zijn manifesto Stop stealing dreams (paragraaf 90 Reading and writing).

Seth Godin publiceert dagelijks een mini-essay op zijn blog. Je kunt je daarop gratis abonneren. Deze mini-essays komen later min of meer bewerkt terecht in een boek (dat je kunt kopen). Seth Godin gelooft in delen. Dingen van de geest gratis weggeven. De gedachten die Seth Godin in zijn Stop stealing dreams-manifesto naar voren brengt over het belang van goed onderwijs, lezen en de rol van een bibliothecaris hebben samen met de ideeën van sir Ken Robinson geleid tot de gedachte om te starten met de Lezers van Stavast-stam.

Zelfbeheersing
In haar column Eens over eten gaat Louise Fresco op 4 juli 2012 in op obesitas en de manier waarop samenleving en 'de' politiek hiermee omgaan. Ze sluit - zoals zo vaak - met een verrassend vergezicht of gedachte af. Een gedachte die Lezers van Stavast op zeker moment in de komende maanden aan den lijve zullen ervaren. Het zal moeite kosten om getrouw te blijven aan je zelfopgelegde keuze om wekelijks minimaal één serieus non-fictie boek te lezen.


In onze samenleving staat zelfbeheersing in een slecht daglicht. Ouders geven zelden het goede voorbeeld. Zelfbeheersing is ouderwets, geen deugd van de mondige burger. De huidige mentaliteit is één waarbij iedereen 'recht' heeft op emoties en deze liefst ongeremd moet uiten. Zelfbeheersing bij consumptie, van voedsel of andere dingen, wordt daar niet door aangemoedigd. De sfeer is ook dat men eisen van de samenleving maar al te graag naast zich neerlegt: te hard rijden, bij rood oversteken, op de stoep fietsen, ongerechtvaardigde claims indienen - het is allemaal normoverschrijdend getolereerd gedrag.
Afvallen is niet uitsluitend, zelfs niet voornamelijk een kwestie van zelfbeheersing en het je aan de regels houden, maar eerder van het verleiden tot de goede keuzes, dag in, dag uit. Meer er bestaat geen matiging zonder een zekere mate van zelfbeheersing, geen welvaart zonder matiging. Hoe we omgaan met voedsel is symptomatisch voor onze samenleving. Kinderen moeten daar niet het slachtoffer van worden. Zijn we het daar nu over eens?
Gelukkig worden
De Franse filosoof, socioloog en godsdiensthistoricus Frédéric Lenoir was In Nederland om de vertaling van Handleiding voor een evenwichtige geest en een kalm gemoed op te luisteren. Op 19 juni 2012 gaf hij in een interview het volgende antwoord op de vraag of een filosoof vandaag de dag niet meer een psycholoog is dan een filosoof.


Misschien is dat tegenwoordig wel zo, ja. Men komt terug op de existentiële filosofie van Montaigne, Spinoza en denkers uit de Renaissance, voor wie filosoferen leren leven was. Alle ideologieën zijn ingestort: dogmatische religie die ons één waarheid zou brengen, het sciëntisme dat geloofde dat de wetenschap de wereld kon redden, het nationalisme waarvoor men zijn leven gaf, het communisme dat iedereen gelijk zou maken. Nu beleven we de grenzen van de laatste ideologie, het economisch liberalisme. We merken nu dat ook geld de mens niet gelukkig maakt. Daarom komen we terug bij de filosofie, een filosofie die wezenlijke vragen stelt en die zich bezighoudt met het individu. We hebben begrepen dat we de wereld niet kunnen veranderen, tenzij we zelf veranderen.
De HN
Sinds enige maanden schrijft filosoof Hans Schnitzler voor De Volkskrant een column. Op 11 juli 2012 had hij het over de HN'er. De Hardwerkende Nederlander. Die regelmatig door politici en bepaalde kranten naar voren wordt gehaald. In deze redelijk cynische en ironische column stelt hij dat dit 'icoon' op zijn of haar laatste benen loopt. Althans hij denkt en hoopt het.

De HN'er maakt onderdeel uit van wat de Koreaans-Duitse filosoof Byung-Chul Han de vermoeide samenleving noemt. Achter de façade van de fiere en drukke mens houdt zich meer dan eens een uitgeput en op zijn tenen lopend wezen schuil. Een wezen even oververhit en hyperactief als het systeem zelf. De kapitalistische machinerie in zijn huidige vorm neigt tot zelfontbranding en vertoont uitvalverschijnselen, en dat geldt evenzeer voor de multitaskende raderen die haar in gang moeten houden. Adhd, depressie, burn-out en borderline: dat zijn zo'n beetje de 21ste-eeuwse producten van een apparaat dat te lang in een te hoog toerental heeft gedraai.


De HN'er fungeert als geloofsartikel voor een geloof dat tegen de houdbaarheidsdatum aanloopt. Hoeveel nerveuze hectiek en overspannen bedrijvigheid valt er nog in het systeem rond te pompen alvorens het definitief in overdrive gaat en implodeert?
Draagt het blind najagen van groei en welvaart nog iets bij aan de kwaliteit van ons leven? En is het leerstuk van de HN'er gif of medicijn voor de culturele, economische en ecologische crisis waarin het westen zich bevindt?
Het is wachten op politici van het moedige slag die de vicieuze cirkel van populistische behaagzucht, groei- en consumptie fetisjisme en neoliberale luchtfietserij doorbreken. Ergens vermoed ik dat het electoraat er klaar voor is. Tot die tijd, en in de hoop dat u de overgang van alledaagse drukte naar vakantierust, van hyperactiviteit naar passiviteit zonder hartfalen doorstaat, is het aan ons.
Een hartenkreet
Op woensdag 4 juli 2012 mocht leerkracht Kees Kugel in de NRC zijn hart uitstorten. Over de doorgeslagen toets- en testmanie in het onderwijs. Waar op het ministerie, bij de inspectie en veel ouders het idee heerst dat meten weten is. Een collectief geloof dat het zinvol is om het hele jaar door kinderen op uiteenlopende aspecten te testen. Waardoor leerkrachten én kinderen amper toekomen aan 'dingen' die niet toetsbaar zijn. En - nog erger - ministers, Kamerleden en ouders serieus 'geloven' dat onze kinderen jaar na jaar slimmer en hoger opgeleid worden of zijn. Terwijl ...


Leerkrachten in opleiding willen maar één ding: fatsoenlijk les krijgen, van goede docenten. Die krijgen ze niet. Ze worden heengezonden met een reader, en moeten het zelf uitzoeken, volgens de mythe die in het hbo tot geloof is geworden: je hoeft het niet te weten, je kunt het wel opzoeken. Tot de leidinggevenden dringt niet door dat je niets kunt opzoeken als je niets weet
Er zit kortom te weinig in het rugzakje van onze jeugd. En ons huidig onderwijssysteem is niet capabel om dat te veranderen. Iedereen die het 'slachtoffer' is geworden van dit onderwijssysteem kan echter zelf aan de bak om de opgelopen achterstand in te lopen. Wordt bijvoorbeeld (ook) een Lezer van Stavast. Binnen enkele jaren kunt u veel schade inhalen. En - een gelukje - u hoeft geen testen of toetsen af te leggen. U bent zelf in control.

Een beminde overledene
In het voorjaar van 2012 publiceerde Vrij Nederland een lang interview met de op 5 juli overleden Gerrit Komrij. Daaruit het volgende citaat.

We zijn machines geworden die geld dokken voor een commerciële minderheid. En iedereen vindt het maar best, zo diep zijn we al gezakt. Ik ben geen maoïst, ik heb niks met een samenleving die ook maar een beetje naar socialisme zweemt. Ik ben solidair met niemand. Maar vandaag ben ik wel een heel groot voorstander van het verbod op de economie, van het ophangen aan lantaarnpalen van alle bankiers. En eigenlijk ook van het wegsodemieteren van de hele politieke klasse die aan de macht is. Het is nog niet zover dat je me in een tentje op het Beursplein zal vinden, maar het komt héél dichtbij. Ik heb een mateloze sympathie voor die mensen, moet ik zeggen. Als je weet dat bijna alle hoop gedood is, moet je je toch automatisch scharen achter dat kleine vonkje dat nog gloort, in de hoop dat het weer een ferme vlam zal worden. Vandaag voel ik iets wat ik nooit eerder zo sterk heb gevoeld: dat ik politiek activist zou kunnen worden.’

Chris Hedges
Deze Amerikaanse journalist (1956) - die ondanks alles nog steeds in het kapitalistische systeem gelooft - is waarschijnlijk de strengste criticus van de huidige (Amerikaanse) elite. En van de corporate state. Die haar taak in zijn ogen verzaakt. Politici, CEO's van bedrijven, wetenschappers, journalisten. Hij heeft weinig vertrouwen in de boven ons gestelden om in de komende jaren (decennia?) een nieuwe weg in te slaan. Op truthdig verschijnt wekelijks een lange column van hem. Op 9 juli besloot hij zijn column How to think als volg:
And here is the dilemma we face as a civilization. We march collectively toward self-annihilation. Corporate capitalism, if left unchecked, will kill us. Yet we refuse, because we cannot think and no longer listen to those who do think, to see what is about to happen to us. We have created entertaining mechanisms to obscure and silence the harsh truths, from climate change to the collapse of globalization to our enslavement to corporate power, that will mean our self-destruction. If we can do nothing else we must, even as individuals, nurture the private dialogue and the solitude that make thought possible. It is better to be an outcast, a stranger in one’s own country, than an outcast from one’s self. It is better to see what is about to befall us and to resist than to retreat into the fantasies embraced by a nation of the blind.
Maar nog steeds geen manifest
Wederom een stortvloed aan min of meer interessante gedachtes (tenminste dat hoop ik), maar uiteindelijk is dat manifest nog steeds niet klaar. U houdt het tegoed.

Homepage Achtergrondartikelen