De Bezige bij 2022, 221 pagina's - € 22,99
Wikipedia: Stefan Hertmans (1951)
Korte beschrijving
Een literair en filosofisch essay van Stefan Hertmans waarin hij een poging doet iets van de hedendaagse tijdgeest te grijpen. ‘De tijdgenoot weet niets’: deze zin, die de joodse Viktor Klemperer tijdens het nazibewind in zijn dagboek noteerde, galmt al jaren door Hertmans bewustzijn. Wat kun je zeggen over de eigen tijd? Eén ding staat voor de schrijver vast: dit is een tijd van overgang naar iets wat we nog maar heel gedeeltelijk beginnen te begrijpen. Allen zijn we getuigen van onze moeilijk te ontcijferen actualiteit – en de verschuivingen die we elke dag voelen zonder ze te kunnen duiden. ‘Verschuivingen’ is in een erudiete, heldere en invoelende stijl geschreven, waarbij de auteur hedendaagse gebeurtenissen afzet tegen een filosofisch denkkader. Voor geoefende lezers met interesse in politieke, culturele en maatschappelijke duiding. Stefan Hertmans (Gent, 1951) is een prominente Belgische auteur, dichter, librettist en onderwijzer. Zijn werk won meerdere prestigieuze literaire prijzen, zoals de AKO Literatuurprijs en de Constantijn Huygens-prijs.
Tekst op website uitgever
Als er één zin is die sinds jaren in het bewustzijn van Stefan Hertmans galmt, is het de uitspraak die Viktor Klemperer ooit, tijdens het nazibewind, haast terloops, te midden van ellende en onzekerheid, met vaste hand in zijn beroemde dagboeken noteerde: ‘De tijdgenoot weet niets’. Wat kun je zeggen over de eigen tijd?
Eén ding voelen we allen, overdenkt Stefan Hertmans in zijn lucide Verschuivingen: dit is een tijd van overgang naar iets wat we nog maar heel gedeeltelijk beginnen te begrijpen. Allen zijn we getuigen, ook al weten we slechts gedeeltelijk waarvan; in elk geval van onze moeilijk te ontcijferen actualiteit – en de verschuivingen die we elke dag voelen zonder ze te kunnen duiden. In even erudiete als sensitieve overdenkingen gaat Stefan Hertmans het avontuur aan om iets van deze tijdgeest te grijpen, om dat vast te leggen wat ons in de waan van de dag ontglipt.
Fragment uit Een nieuwe cartografie
De aarde valt niet samen met de wereld; dit is de kortste formulering voor de crisis van het klimaat. In de woorden van Hannah Arendt: 'Het menselijk leven als zodanig behoeft slechts een wereld voor zover het een huis op aarde nodig heeft voor de tijd van zijn verblijf hier.' Wat we 'wereld' noemen, zou de aarde niet mogen uitputten zoals we sinds de industrialisatie doen, maar haar mogelijkheden opnieuw op harmonische wijze moeten leren aanwenden. De gelijkstelling van de begrippen aarde en wereld verdwijnt langzaam, omdat de aarde niet langer te antropomorfiseren valt - 'aarde' blijkt steeds meer het bulkbegrip voor alles wat aan de aandacht van de moderne technische mens was ontsnapt: planetaire evenwichten, biotopen, gevolgen van klimaatbeheer die vroeger ondenkbaar waren, zoals het vrijkomen van massa's methaan door het smelten van de permafrost. Om die reden gewaagt Bruno Latour, in het spoor van de Britse wetenschapper James Lovelock, sinds geruime tijd niet meer van de aarde, maar van Gaia. Oog in oog met Gaia heet een reeks colleges die hij gaf over het 'nieuwe klimaatregime'. Gaia is niet de wereld; de wereld als construct van mensen is er slechts een onderdeel van, en wel het minst stabiele, het minst voorspelbare. Techniek, ooit de heraut van de planetaire beheersing, bleek een niet calculeerbare collateral damage tot gevolg te hebben, waarvoor nog meer techniek nodig blijkt om die backlash in kaart te brengen en te leren beheersen.
Latour vraagt zich af of we nog van een beschavingsideaal kunnen spreken, wanneer we vaststellen dat ouders van vandaag hun kinderen niet eens een leefbare planeet kunnen garanderen. Hij noemt beschaving die louter op rationaliteit en techniek is gebaseerd, een kolossale inschattingsfout. Gaia is niet de plek waar mensen centraal staan, maar waar zij de diersoort zijn die haar harmonische plek tussen de andere aardbewoners niet heeft kunnen behouden. Dat alles heeft een diepgaande invloed op de manier waarop we onze oude cartografieën nieuw moeten denken. Onze wereldkaarten zijn getekend door antropocentrisme, kolonialisme en geocentrisme van de oude stempel. De verbindingslijnen die het leven voor de komende generaties moeten garanderen, lopen volgens een heel andere logica. De ruimte wordt met andere woorden drastisch hertekend zonder dat we dat zelf in handen hebben. Het is hoog tijd dat we ons concentreren op de vraag hoe we zullen omgaan met problemen die we zelf in het leven hebben geroepen maar niet langer beheersen. Latours denken is hierin van groot belang. (pagina 192-194)
Draadje (november 2022)
Lees bijvoorbeeld ook (vergelijkbare) titels:
De Fundamenten van Ramsey Nasr (uit 2021),
De vrijheid om te zijn van Hannah Arendt (uit 2019),
Als burgemeesters zouden regeren : haperende staten, opkomende steden van Benjamin Barber (uit 2014),
Ondergang : waarom zijn sommige beschavingen verdwenen en hoe kan de onze haar ondergang voorkomen? van Jared Diamond (uit 2005),
Terug naar Reims van Didier Eribon (uit 2018),
Revolte : de wereldwijde opstand tegen globalisering van Nadav Eyal (uit 2021),
Oog in oog met Gaia : acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime van Bruno Latour (uit 2017),
Waar kunnen we landen? : politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregeime, ook van Bruno Latour (uit 2018),
Mogelijkheid van een eiland van Michel Houellebecq (uit 2005),
De paddenstoel aan het einde van de wereld : leven op de ruïnes van het kapitalisme van Anna Lowenhaupt Tsing (uit 2021),
De geopolitiek van emotie : hoe culturen van angst, vernedering en hoop de wereld veranderen van Dominique Moïsi (uit 2009),
Het tijdperk van de ik-tiran : het einde van een gemeenschappelijke wereld van Éric Sadin (uit 2021),
Het grote wereldtoneel : over de kracht van verbeelding in crisistijd van Philipp Blom (uit 2020),
De goede voorouder : langetermijndenken voor een kortetermijn wereld van Roman Krznaric (uit 2021).