Het ethisch gen : Corona getoetst & politiek vertaald
Uitgeverij Aspekt 2020, 380 pagina's - € 22,95
Bob Michiels (1950)
Korte beschrijving
De titel kan verwarring wekken: dit boek gaat niet over genetica en evenmin over de coronapandemie. Wel over ethiek en over politiek. De Vlaamse essayist Michiels (1950) haalt breed uit en hekelt het neo-liberale denken, de zogenoemde vrije-markteconomie, de milieuverwoesting, het populisme, het vijanddenken, de schijndemocratie en de groeiende kloof tussen bezitters en kanslozen. Michiels' belezenheid is enorm: De stroom verwijzingen en citaten houdt niet op, herhaalt zich soms en is op den duur wel erg veel van het goede. Met grote betrokkenheid – en ook woede – stelt Michiels vast dat door toedoen van de mens het er slecht voorstaat met de samenleving en de planeet Aarde. Hij pleit voor een andere economie die zich niet blindstaart op groei, voor een andere politiek die zich het lot van de zwakken aantrekt, voor een andere omgang met natuur en milieu. Alles moet radicaal anders en er is geen tijd te verliezen. Als analyse en denkoefening valt uit dit boek veel te leren. De remedie – inclusief Oosters reïncarnatiedenken – is niet heel concreet. Maar dat is wellicht ook teveel gevraagd. Voorzien van talrijke bronverwijzingen in voetnoten.
Tekst op website uitgever
Nu we stilaan uit het diepe corona-dal kruipen, is het verwarring troef en klinken allerhande vragen steeds luider: hoe geraken we hieruit zonder kleerscheuren, welk maatschappijmodel moeten we nastreven, heeft het neoliberalisme afgedaan, waar leggen we onze prioriteiten, hoe gaan we de rekeningen betalen…? Er wordt alom gepleit voor meer solidariteit en burgerzin, maar wat betekent dat concreet en op wie is dat van toepassing?
Zonder de juiste waardeoordelen gaan we er niet in slagen om de juiste beslissingen te nemen, maar gelukkig beschikt de mens over een moreel kompas dat hem richting geeft en hem de juiste weg zal wijzen naar een meer rechtvaardige samenleving. Dat ethisch gen zal ons helpen om gemakkelijker te kiezen voor het goede en om verder te evolueren naar een maatschappij waarin wel-zijn belangrijker is dan materiële welvaart.
Fragment uit Asociale rijken en immorele corporaties met centen, veel centen
Nochtans kun je geld niet eten, schreef ooit de priester-dichter Herman Verbeek op een beklijvende manier:
Als alle bomen zijn gevallen
alle vissen zijn gevangen
zul je weten
geld kun je niet eten,
als alle akkers zijn vergiftigd
alle nevels zijn vernietigd
zul je weten
geld kun je niet eten,
als alle zeeën zijn gestorven
alle kernen zijn gespleten
zul je weten
geld kun je niet eten,
als alle dieren zijn geketend
alles klonen zijn gekunsteld
zul je weten
geld kun je niet eten,
als alle boeren zijn verdreven
alle beurzen zijn gesprongen
zul je weten
geld kun je niet eten,
als alle ogen zijn gesloten
alle woorden zijn gelogen
zul je weten
geld kun je niet eten,
voor alle wetten zijn vergeten
alle vrezen is verboden
zul je weten
dat jij niet zult doden.
En toch. De enige taal die corporaties nog spreken is de Lingua Orbis neoliberalis, de taal van de Neoliberale Orde: "De opties - 'options'- verwijzen niet meer naar keuzevrijheid, maar naar het recht om te kopen. De toekomsten - 'futures' - zijn geen mysterie meer, maar zijn contracten geworden. De markten - 'markets' - zijn geen rumoerige pleinen meer, maar computerschermen. De foyer - de 'lobby' - wordt niet gebruikt om er op vrienden te wachten, maar om politici om te kopen. Niet alleen schepen varen 'offshore', de zee op: ook het geld gaat 'offshore, om belastingen en vragen te ontwijken. Wasserijen - 'laundries' - die zich voorheen et kleren bezighielden, wassen nu zwart geld." (pagina 319-320)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen