maandag 26 februari 2024

Martha Claeys

Trots : de filosofie van een emotie
Boom 2023, 221 pagina's € 24,90

Website Martha Claeys (1994)

Winnaar Socratesbeker voor het 'beste' filosofieboek van 2024

Korte beschrijving
Een filosofische beschouwing op de betekenis van de emotie trots. Trots lijkt iets voor mensen met grote ego’s en voor opscheppers die op sociale media geen maat kennen. Wie trots is, plaatst zichzelf in de kijker. Maar trots ligt ook ten grondslag aan emancipatie en kan een krachtig wapen zijn bij protest. Met trots kun je jezelf beter op waarde schatten. Meer ruimte voor sommige vormen van trots kan de sleutel zijn tot sociale rechtvaardigheid. Filosofe Martha Claeys onderzoekt de betekenis van trots en laat zien dat deze emotie juist in deze woelige tijden van groot belang is. Intelligent en helder geschreven. Met name geschikt voor een geoefend lezerspubliek. Martha Claeys (1994) is doctor in de filosofie.

Tekst op website uitgever
Trots lijkt iets voor mensen met grote ego’s, voor personen die snel gekrenkt zijn en voor opscheppers die op sociale media geen maat kennen. Wie trots is, plaatst zichzelf te veel in de kijker.

Maar trots ligt ook ten grondslag aan emancipatie, en kan een krachtig wapen zijn bij protest. Met trots kun je jezelf beter op waarde schatten. Meer ruimte voor sommige vormen van trots kan de sleutel zijn tot sociale rechtvaardigheid.

Filosofe Martha Claeys onderzoekt de betekenis van trots en laat zien dat deze emotie juist in onze woelige tijden van groot belang is.

Martha Claeys (1994) is doctor in de filosofie. Als schrijver en spreker onderzoekt ze hoe mensen zich goed tot elkaar kunnen verhouden. Ze laat zien dat een beter begrip van emoties zoals trots, woede en liefde, helderheid kan brengen in ethische vraagstukken. Samen met Lotte Spreeuwenberg maakt ze de filosofische podcast Kluwen.

Fragment uit (de) Inleiding - Zonder pardon
'Het doel was niet om 69 mensen te doden op Utøya. Het doel was om ze allemaal te doden.' Anders Behring Breivik ziet er kalm en verzorgd uit op de vierde dag van zijn proces in een rechtszaal in Oslo. Ongeveer een jaar voordat hij deze woorden koelbloedig uitspreekt, heeft Breivik 77 mensen gedood in twee terreuraanvallen. Op 22 juli 2011 parkeerde hij een wit busje in het hart van het regeringskwartier van de Noorse hoofdstad. Hij liet de auto achter met een briefje op de voorruit: sorry, rioolwerken. De scherpe, chemische stank van de meststof die Breivik gebruikte om een bom te maken bleek moeilijk te verbergen. Negen minuten later ontplofte de auto. Intussen was Breivik in een andere, kleinere auto gestapt die hij eerder om de hoek had geparkeerd. Hij verliet Oslo en reed 32 kilometer naar het eiland Utøya ten noordwesten van de hoofdstad, waar honderden jongeren zich verzameld hadden voor de zomerbijeenkomst van de Noorse Arbeiderspartij. Breivik had op voorhand gebeld met de kampleiders, om hen te informeren dat de politie in de nasleep van de aanslag in Oslo de jongeren op het eiland van politiebescherming wilde voorzien. Hij trok het uniform van een agent aan en had valse legitimatie bij zich. Toen de kampleiders een boot stuurden om Breivik van het vasteland over te brengen naar het eiland, was er geen reden om zijn intenties i twijfel te trekken. Zodra hij voet aan wal had gezet, opende hij het vuur. Hij schoot onverstoord, 72 minuten lang, en doodde 69 mensen, voornamelijk tieners.

Anders Breivik is een grote Noorse man met helblonde bijna witte haren. Zijn daden waren die van een militante nationalist die het Noorse volk tegen de islamisering van Europa zou beschermen, zo lichtte Breivik de aanslagen toe in zijn 1518 pagina's lange internetmanifest. Tijdens zijn proces legt hij uit waarom hij de bijeenkomst op Utøya als doelwit uitkoos. Hij beschouwt de Arbeiderspartij als vertegenwoordiger van een multicultureel immigratiebeleid dat de Noorse identiteit versplintert. Cultuurconservatieven als hijzelf worden gediscrimineerd. Hij spreekt van 'de verkrachting van Europa', 'de oorlog tegen witte mensen' en verwijst naar het continent 'Eurabia'. Hij zegt datamoslims in Noorwegen zich ofwel moeten bekeren tot het christendom, ofwel gedeporteerd of geëxecuteerd dienen te worden. Islamitische kunstwerken in Europa moeten worden vernietigd, en talen als Arabisch, Urdu, Perzisch en Somalisch uitgebannen.

De dag na het proces prijkt er een foto van de blonde Noord met een opgestoken vuist op de voorpagina's van de internationale kranten. De vuist is symbool voor trots: de opgestoken vuist van een winnaar, maar ook de vuist van iemand die meent gekleineerd of onderdrukt te worden. Tijdens het proces behoudt Breivik deze houding. Hij meent dat de erkenning van hem en de zijnen op het spel staat. 

En dan nu een ander verhaal. Jaarlijks vinden in grote steden over de hele wereld parades plaats om het bestaansrecht van mensen met een niet-heteroseksuele voorkeur te vieren. Vaak is het een groot spektakel: fel versierde praalwagens trekken door de straten, mensen kleden zich extravagant en dansen op de beats die uit de wagens knallen. De prideparades zijn een viering van vrijheden die door de jaren heen verworven zijn, maar net zo goed een protest tegen de blijvende ongelijke behandeling van al wie afwijkt van de heteroseksuele norm. (pagina 9-11)

Genomineerd voor de Socratesbeker 2024 - tekst op website Maand van de Filosofie
Trots lijkt iets voor mensen met grote ego’s, voor personen die snel gekrenkt zijn en voor opscheppers die op sociale media geen maat kennen. Wie trots is, plaatst zichzelf te veel in de kijker. Maar trots ligt ook ten grondslag aan emancipatie, en kan een krachtig wapen zijn bij protest. Met trots kun je jezelf beter op waarde schatten. Meer ruimte voor sommige vormen van trots kan de sleutel zijn tot sociale rechtvaardigheid. Filosofe Martha Claeys onderzoekt de betekenis van trots en laat zien dat deze emotie juist in onze woelige tijden van groot belang is.

Martha Claeys (1994) is filosofe. Na studies in Berlijn en Chicago promoveerde ze aan de Universiteit Antwerpen. Ze schrijft en spreekt over de vraag hoe we ons goed tot elkaar kunnen verhouden. Samen met Lotte Spreeuwenberg host en produceert ze de gelauwerde podcast Kluwen.

Terug naar Overzicht alle titels

Jan Bransen 3

En nu? : de mens als bedreigde diersoort
ISVW 2024, 287 pagina's € 24,95

Website Jan Bransen (1958)

Korte beschrijving
Een boek over menselijke crises en de oplossing voor de toekomst: filosofie. Bransen beschrijft hoe de mens crisis op crisis stapelt en dat de problemen zo groot zijn dat we kunnen constateren dat ook de mens een bedreigde diersoort is. Hij pleit voor een mentaliteitsverandering en nodigt de lezer uit om zelf op onderzoek uit te gaan. Het boek benadrukt het belang van filosofie als een gezamenlijke bezigheid en moedigt de lezer aan om actief te worden en zelf op zoek te gaan. Door de straat op te gaan en met anderen te spreken en naar anderen te luisteren kan een mentaliteitsverandering op gang gebracht worden. Filosoferend en op academische toon geschreven. Met één schematische illustratie. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Jan Bransen (Oosterhout, 1958) is hoogleraar Filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven. Met ‘Laat je niets wijsmaken’ won hij in 2014 de Socrates-wisselbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende filosofieboek.

Tekst op website uitgever
We stapelen crisis op crisis. De problemen zijn onderhand zo groot dat de constatering voor de hand ligt dat ook de mens een bedreigde diersoort is. De hoogste tijd, dus, om daar nu eindelijk eens iets aan te doen. Maar wat dan? En hoe? Ga filosoferen, zegt Jan Bransen. Want we moeten anders leren denken. En we moeten betere vragen leren stellen. Aan de hand van elf hoognodige mentaliteitsveranderingen nodigt 'En nu?' je uit om vooral zelf op onderzoek uit te gaan. Filosofie is immers een gezamenlijke bezigheid. Dus, hup, je stoel uit. Ga iets doen. Ga de straat op. Luister. En spreek. Want woorden zijn daden.

Fragment uit (de) Inleiding
We kunnen het niet alleen

In Laat je niets wijsmaken heb ik de prachtige vondst van Harry Kuitert omarmd., die in navolging van Aristoteles opperde dat het een goed idee zou zijn om het woord 'mensen' te beschouwen als een werkwoord. Ik mens, jij menst, wij mensen. Het mooie aan de vondst is dat het benadrukt dat mens zijn een kwestie van doen is. Dat wij mensen zijn betekent dat wij als mensen doen, dat wij 'mensen'.  Ons bestaan is een praxis, een praktijk. Ons bestaan, ons leven, is geen statisch gegeven, maar een dynamisch gebeuren. En in dat gebeuren doet onze activiteit ertoe, omdat wij wat gebeurt meemaken. letterlijk. Wij leven ons leven. We maken het mee. Door 'mensen' te beschouwen als een werkwoord valt eenvoudig in te zien waarom in het centrum van ons bestaan telkens weer die fundamenteel existentiële vraag opdoemt: hoe moeten wij mensen?

Geen mens ontsnapt aan die vraag. In ieder leven zijn er momenten waarop deze vraag de volle aandacht opeist. Niet, natuurlijk, op deze volkomen abstracte manier. Als deze vraag zich voordoet, is dat altijd in een concrete, specifieke, lokale, gesitueerde vorm. Zou Sportmarketing in Tilburg de juiste studie voor mij zijn? Zal ik solliciteren op die vacature bij de TNO? Zou het wat voor mij zijn om vader te worden? Kan ik eigenlijk wel vlees blijven eten? En kaas? Moet ik me aanmelden bij Extinction Rebellion? In al deze voorbeelden draait het om de vraag wat ik met mijn leven moet. Die vraag generaliseert zich eigenlijk onmiddellijk en vanzelf tot de vraag wat wij met ons leven moeten, wat wij hier als mens op aarde doen. En dan ben je er, bij de vraag die Aristoteles in zijn Ethica Nicomachea stelde: hoe moet je mensen? Hoe moeten wij mensen? In zijn simpele, algemene abstractie is het de cruciale vraag geworden voor ieder van ons, omdat de manier waarop wij in het Westen de afgelopen vierhonderd jaar zijn gaan mensen geleid heeft tot het Antropoceen, dat geologische tijdperk waarin de aarde zucht onder al die mensen die zo onvoorstelbaar destructief mensen.

De suggestie die ik in dit boek wil doen, is dat de focus op wat aanvankelijk zo'n boeiend werkwoord lijkt, 'mensen', ons uiteindelijk toch de das om zal doen. Er kleeft namelijk een antropocentrisme aan waardoor we de kans lopen dat we de betekenis van een nog veel fundamenteler werkwoord over het hoofd zien, ondanks dat we in onze alledaagse taal veel meer gewend zijn aan dit andere werkwoord. Leven. Ik leef, jij leeft, wij leven. Hoe moeten we leven? Dat hoeft niet menselijk. Leven is immers geen exclusief menselijke aangelegenheid. Volstrekt niet. Er is zoveel leven op aarde, zoveel meer dan alleen het menselijk leven. Hoe doen die anderen het? Hoe leven de amoeben, berken, mieren, wormen, dolfijnen, antilopen en pinguïns. Kunnen we iets van hen leren? Wat is leven, eigenlijk?

Leven is minimaal een kwestie van metabolisme, van stofwisseling, van een permanente interactie tussen organisme en omgeving. Al wat leeft heeft zijn omgeving nodig, leeft fundamenteel dankzij zijn omgeving. In termen van ons hedendaagse economische perspectief zouden we wellicht geneigd zijn te zeggen dat al wat leeft op kosten van zijn omgeving leeft. Die omgeving verlangt daarvoor niets terug - dat zou een moderne, antropomorfe voorstelling van zaken zijn. Dat zou een scheiding impliceren tussen organisme en omgeving die helemaal niet eigen is aan die permanente interactie. De omgeving is geen grondstof, geen al dan niet bruikbare materie die we naar believen aan die omgeving zouden kunnen onttrekken. Dat gaat helemaal niet. Die omgeving zijn we immers ook zelf. Er is geen radicale scheiding tussen ons en de natuur mogelijk. De kringloop van het leven is een totale kringloop waarin wij allemaal opgenomen zijn en dat is 'wij' hier vanzelf vele groter dan alleen de mensheid, dan gaat het onmiddellijk in zijn geheel om al wat leeft. Te beseffen dat wij leven en dat wij dankbaar mogen zijn voor het grotere geheel waarin wij opgenomen zijn, betekent dan ook niet dat wij als organisme, als mens, iets terug zouden moeten doen voor onze omgeving, dat we goed voor ons leefklimaat zouden moeten zorgen. Dat zou immers weer die scheiding impliceren tussen ons als gebruiker en de natuur als leverancier. Nee, het gaat er veel fundamenteler om dat we onze afhankelijkheid moeten erkennen, bevestigen en omarmen, dat w eons realiseren dat leven overgave impliceert. We kunnen het niet alleen.  

Voor moderne mensen klinkt 'overgave' spannend, kwetsbaar. Maar uiteindelijk ligt aan die overgave een nog veel mooier inzicht ten grondslag. We hoeven het niet alleen! We hebben het ook nooit alleen gekund. Het naakte feit dat wij leven impliceert namelijk niet alleen die overgave van jou en mij, maar impliceert ook dat onze omgeving er voor ons is, dat onze omgeving ons steunt, ons leven mogelijk maakt. Het vertrouwen in onze omgeving - in de natuur, het klimaat, de samenleving - dat we nodig hebben om die overgave te durven toelaten, te durven omarmen, is een vertrouwen dat niet geschaad is, althans dat niet geschaad is door onze omgeving, onze oikos. Dat vertrouwen wordt echter wel bedreigd door onze ontkenning, door onze zelfvervreemding, door het wantrouwen dat aangewakkerd wordt door ons slecht begrepen verlangen naar radicale onafhankelijkheid. (pagina 17-19)

Lees ook: Laat je niets wijsmaken : over de macht van experts en de kracht van gezond verstand (uit 2013) en Gevormd of vervormd? : een pleidooi voor ander onderwijs (uit 2019)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels


Benjamín Labatut

De maniac : roman
Meridiaan 2023, 380 pagina's € 26,50

Oorspronkelijke titel: The maniac (2023)

Wikipedia: Benjamín Labatut (1980)

Korte beschrijving
Een roman over John von Neumann (1903-1957) en de geschiedenis van computers en AI. John verbijstert zijn omgeving met zijn obsessieve zoektocht naar de onwrikbare grondslagen van de wiskunde. Wanneer zijn geloof in dit systeem begint af te brokkelen, zet hij zijn buitengewone intellect in voor de machthebbers, ontwerpt hij ondoorgrondelijke computersystemen en draagt hij bij aan de ontwikkeling van de atoombom. Zijn werk bevindt zich steeds meer op gebieden die buiten het bereik van menselijk begrip en controle liggen. De roman vervlecht feit met fictie en neemt de lezer mee op een reis naar de randen van rationeel denken, terug naar het conflict in de vroege twintigste eeuw over tegenstrijdigheden in de natuurkunde en de vooruitgang in vormen van kunstmatige intelligentie. In talige stijl geschreven, met relatief lange zinnen en weinig gebruik van alinea’s. Geschikt voor de meer literaire lezer. Met enkele zwart-witfoto’s. Benjamín Labatut (Rotterdam, 1980) is een Chileense schrijver en journalist. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Een duizelingwekkende, caleidoscopische roman over de vernietigende chaos die schuilt in de geschiedenis van computers en AI.

Johnny von Neumann was een enigma. Als jonge man verbijsterde hij zijn omgeving met zijn monomane jacht op de onwrikbare grondslagen van de wiskunde. Maar toen zijn geloof in dit allesomvattende systeem afbrokkelde, begon hij zijn wonderbaarlijke intellect in te zetten voor de machthebbers. Terwijl hij ondoorgrondelijke computersystemen ontwierp, en daarmee hielp bij de ontwikkeling van de atoombom, begaf zijn werk zich steeds meer op gebieden die buiten het bereik van menselijk begrip en controle lagen.

In De MANIAC vervlecht Benjamín Labatut feit met fictie in een sprankelende reis naar de randen van het rationele denken. Het verhaal gaat terug tot het conflict in de vroege twintigste eeuw over tegenstrijdigheden in de natuurkunde en tot de vooruitgang in vormen van kunstmatige intelligentie die de mens overtreffen. Dit is een verbijsterend verhaal over de waanzinnige dromen van de rede.

Fragment uit Richard Feynman
We vochten in Los Alamos om het schaakbord, wist je dat? Toen nam iemand een Go-bord mee en begonnen we dat spel ook te spelen. Verbeten, eindeloze partijen zonder tijdlimiet tegen een paar van de slimste gasten die ik ooit ben tegengekomen. Het was zenuwslopend. het vrat aan me. Want ik ben competitief ingesteld, zie je, ik speel graag en ik win graag, dus ik kon me niet bedwingen. We hadden niets beters te doen! Ik had echt het gevoel dat ik mijn verstand aan het verliezen was, zoals ik daar midden in die woestijn vastzat. Vooral in het begin, toen de hele boel nog gebouwd werd en de labs nog niet klaar waren, denk ik dat ik een beetje knetter werd. Maar dat merkte niemand op, want het was allemáál knetter. De schaal van het project, de snelheid waarmee dingen gebeurden, het wapen dat we aan het bouwen waren, alles. Maar het was niet zoals mensen zich voorstellen. De hete woestijn van New Mexico, zeker, maar zo, zo mooi. Los Alamos lag op een plateau met kliffen, die in donkerrode aarde gekerfd waren, met overal een heleboel bomen en struiken. Het landschap was adembenemend, de mooiste plek die ik ooit gezien heb. Aangezien ik uit New York kom, was ik nog nooit naar het westen gereisd, dus ik had echt het gevoel dat ik in een andere wereld was. Op Mars of zo. het had de vreemde energie van een heilige ruimte, een toevluchtsoord ver weg van de beschaafde wereld, weg van nieuwsgierige blikken, verder weg dan God kon zien. De perfecte plek om het onvoorstelbare te doen. En zo moest het ook zijn, weet je, afgelegen en onherbergzaam, want het lab moest buiten bereik van vliegtuigen en bommenwerpers staan, dus minstens driehonderd kilometer van de kustlijn of een landgrens. We hadden ook het hele jaar mooi weer nodig, zodat de bouw nooit zou hoeven worden stilgelegd. En zoveel van zulke plekken waren er eigenlijk niet. We moesten er eentje van de grond af opbouwen. Een heel stadje, uit het niets. Het was Oppenheimer die de plek vond, zijn ouders hadden daar een blokhut, en het voornaamste is dat het landschap daar zo leeg was, er was bijna niets, behalve een school voor rijkeluisjongens, een ranch school waar Gore Vidal en William Burroughs op hebben gezeten, en daar hadden ze de hele boel omheen gebouwd, heel Los Alamos, ze bulldozerden het hele plateau plat en het stadje schoot rondom die school als een paddenstoel uit de grond. Het verscheen gewoon, uit het niets, bijna van de ene op de andere dag. Ik kwam als een van de eersten aan. Terwijl ik in een truck langzaam over een kronkelweg naar boven reed, keek ik uit over het land, over dat landschap en flapte er als een idioot uit: 'Er zullen hier wel indianen zitten.' (pagina 127-128)

Terug naar Overzicht alle titels

Kohei Saito

Systeembreuk : een nieuwe visie op kapitaal, natuur en maatschappij als antwoord op de klimaatcrisis
De Arbeiderspers 2023, 304 pagina's  - € 26,99

Oorspronkelijke titel: Marx in the Anthropocene: towards the Idea of Degrowth Communism (2023)

Wikipedia: Kohei Saito (1978)

Korte beschrijving
Een essayistisch boek over kapitalisme, klimaatverandering en politieke filosofie. Het boek betoogt dat de mensheid afscheid moet nemen van het kapitalisme om de klimaatcrisis te bezweren. Het kapitalisme, dat eeuwige groei boven alles stelt, is volgens de auteur niet in staat het tij te keren. Groei, hoe duurzaam dan ook, vormt een gevaarlijk compromis en zorgt niet voor de noodzakelijke systeemverandering. De oplossing ligt in het vertragen en inkrimpen van de economische activiteit via democratische hervormingen, herwaardering van essentieel werk boven bedrijfswinsten en verkorting van de arbeidsduur. De auteur laat zich hierbij inspireren door de latere ecologische inzichten van Karl Marx. Bevlogen en met diepgang geschreven. Met zwart-witschema’s. Geschikt voor geoefende lezers. Kohei Saito (Tokio, 1987) is een Japanse econoom en filosoof. Hij doceert filosofie aan de Universiteit van Tokio, promoveerde op Marx aan de Humboldt-Universität Berlin en werkt mee aan de Marx-Engels-Gesamtausgabe (MEGA). Zijn boek 'Systeembreuk' werd in 2020 onverwachts een bestseller in Japan.

Tekst op website uitgever
Wat kan de mensheid doen om de klimaatcrisis te bezweren? In zijn verpletterende bestseller Systeembreuk betoogt de jonge Japanse filosoof Kohei Saito onomwonden dat we afscheid moeten nemen van het kapitalisme. Omdat het eeuwige groei boven alles stelt is het kapitalisme niet in staat het tij te keren. De roep om zogenaamd duurzame groei vormt een gevaarlijk compromis: die zorgt niet voor de noodzakelijke grondige systeemverandering. In plaats daarvan zoekt Saito de oplossing in deceleratie en degrowth, oftewel het vertragen en inkrimpen van de economische activiteit via democratische hervormingen. Zo pleit hij onder andere voor een herwaardering van essentieel werk boven bedrijfswinsten en verkorting van de arbeidsduur. Daarbij laat hij zich inspireren door de latere ecologische inzichten van Karl Marx.

Fragment uit 1. Klimaatverandering en de imperiale levenswijze
De schuld van de Nobelprijs voor Economie

De winnaar van de Nobelprijs voor Economie van 2018, professor William D. Nordhaus, is specialist op het vakgebied 'Economie van de klimaatverandering' aan de Universiteit van Yale. Wellicht lijkt het toekennen van de prijs aan zo iemand goed nieuws voor een samenleving die zich geconfronteerd ziet met de klimaatcrisis. Toch had een aantal klimaatactivisten forse kritiek op deze beslissing van het Nobelcomité. Waarom was dat?
  De critici wijzen op een artikel van de hand van Nordhaus uit 1991. Dit artikel heeft de basis gelegd voor verder onderzoek dat uiteindelijk heeft geleid tot toekenning van de prijs.
  In 1991 was de Koude Oorlog net voorbij en stond de wereld aan de vooravond van een explosieve toename van CO2-uitstoot als gevolg van de globalisering van de wereldeconomie. Vrij snel integreerde Nordhaus het probleem van klimaatverandering in de economische wetenschap. Als rechtgeaard econoom bepleitte hij het invoeren van een CO2-belasting en begon hij aan de ontwikkeling van een model om het optimale percentage emissiereductie te bepalen.
  Het probleem zit hem in het optimale percentage dat uit dit model rolt. Om klimaatverandering te bestrijden is emissiereductie van broeikasgassen noodzakelijk. Te hoge reductiedoelstellingen zouden de economische groei schaden en daarom was 'evenwichtigheid' van groot belang, zo meende Nordhaus. Het 'evenwicht' dat hij voorstelde, neigde echter sterk naar het bevoordelen van economische groei.
  Volgens Nordhaus kunnen we beter inzetten op economische groei dan ons zorgen te maken over klimaatverandering. Want groei brengt welvaart, en welvaart genereert nieuwe technologieën. Door economische groei te bevorderen zullen toekomstige generaties beschikken over geavanceerde technologieën waarmee ze klimaat verandering met succes het hoofd kunnen bieden. Zolang de economie blijft groeien en nieuw technologie voortbrengt, is het niet nodig om ten behoeve van toekomstige generaties te streven naar behoud van de huidige staat van de natuurlijke omgeving, zo redeneerde hij.
  Maar bij het percentage CO2-emissiereductie dat Nordhaus voorstelt zal de gemiddelde temperatuur op aarde tot het jaar 2100 met maar liefst 3,5 graad Celsius stijgen. Dit betekent eigenlijk dat de economische wetenschap het achterwege laten van maatregelen tegen klimaatverandering beschouwt als optimaal. 
  Overigens betoogt het Akkoord van Parijs, dat in 2016 in werking trad, de opwarming tot aan het jaar 2100 ten opzichte van het tijdperk vóór de industriële revolutie te beperken tot 2 graden (en zo mogelijk tot 1,5 graad Celsius).
  Veel wetenschappers luiden nu al de noodklok over het hoge risico dat zij voorzien bij de doelstellingen van 2 graden Celsius, en ze dringen erop aan om te streven naar beperking tot 1,5 graad Celsius als maximum. Volgens het Nordhaus-model daarentegen zou de temperatuur zelfs met 3,5 graad Celsius stijgen.
 Het spreekt voor zich dat een opwarming van 3,5 graad Celsius rampzalige consequenties zal hebben voor met name ontwikkelingslanden in Afrika en Azië. Hun bijdragen aan het mondiale bruto binnenlands product (bbp) is echter gering. Ook de landbouw zou ernstige schade ondervinden, maar de bijdrage aan het mondiale bbp is 'amper' 4 procent, dus hoe erg is dat nu helemaal? En dat er wat mensen in Afrika en Azië het slachtoffer zijn, moeten we naar op de koop toe nemen. Dit, beste lezer, is de denkwijze van een Nobelprijswinnaar. (pagina 25-26)

Terug naar Overzicht alle titels

zondag 25 februari 2024

Rutger Bregman 6

Morele ambitie : stop met het verspillen van je talent en maak werk van je idealen
De Correspondent 2024, 303 pagina's  - € 23,--

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Wikipedia: Rutger Bregman (1988)

Korte beschrijving
Een maatschappijkritisch boek over het najagen van een nuttige carrière. Rutger Bregman behandelt het concept van morele ambitie, gedefinieerd als de wens om uit te blinken, maar met andere succesindicatoren dan traditionele materiële beloningen. Het boek richt zich op een groeiende beweging van pioniers die hun carrière wijden aan het vinden van oplossingen voor grote wereldproblemen en fungeert als gids voor degenen die geïnteresseerd zijn in het volgen van een pad van morele ambitie. Aanjagend, informatief maar toegankelijk geschreven. Met illustraties en foto’s in zwart-wit. Rutger Bregman (Westerschouwen, 1988) is een beroemde Nederlandse schrijver, historicus en journalist. Zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ werd in 46 talen vertaald. Zijn werk wordt wereldwijd uitgegeven: van zijn boeken zijn meer dan twee miljoen exemplaren verkocht.

Tekst op website uitgever
Morele ambitie is de wil om bij de besten te horen, maar met andere maatstaven van succes. Geen dik salaris, deftige titel of corner office, maar een carrière die is gewijd aan de beste oplossingen voor de grootste wereldproblemen.

Dit boek gaat over de beweging van pioniers die nu al bruisen van morele ambitie. Een gids voor hoe ook jij het pad van morele ambitie kunt volgen.

Rutger Bregman (1988) is historicus. Zijn boek De meeste mensen deugen is in 46 talen vertaald. Van zijn boeken zijn wereldwijd meer dan twee miljoen exemplaren verkocht.

Reacties: ‘Krachtig en inspirerend’ - Mabel van Oranje; ‘Overtuigend’ - Sander Schimmelpenninck; ‘Fucking interessant’ - Fidan Ekiz; ‘Ongelofelijk knap geschreven’ - Alexander Klöpping; ‘Lees dit’ - Hannah Prins; ‘Een grote bron van inspiratie’ - Jan Terlouw; ‘Een wake-up call’ - Anna Gimbrere; ‘Fantastisch’ - Tim Hofman


Fragment uit 9. Vergroot je morele kring
2.

Wanneer sta je aan de goede kant van de geschiedenis?
  Voor wie het pad van morele ambitie wil bewandelen, is dat een cruciale vraag. Als er nu nog gewoontes zijn die we straks barbaars vinden, dan zouden die immers bovenaan onze prioriteitenlijst moeten staan. Stel dat Thomas Clarkson vandaag de dag zou leven, waar zou hij zich dan tegen verzetten?
  Het is verleidelijk om te geloven dat wij, moderne mensen, inmiddels wel goed zitten. Dat we überhaupt geen Clarksons meer nodig hebben. Wij offeren geen peuters en we verkopen geen tot slaaf gemaakten. We verbranden geen heksen en hebben al tijden geen misdadiger gevierendeeld. Vrouwen hebben stemrecht, het homohuwelijk is in meer dan dertig landen gelegaliseerd en in sommige steden rijdt zelfs een dierenambulance rond. Wie is er beschaafder dan wij?
  Het opmerkelijke is dat vrijwel iedere beschaving, in de hele wereldgeschiedenis, zo over zichzelf dacht. Neem de oude Romeinen. Zij vonden zichzelf buitengewoon fatsoenlijk omdat ze - in tegenstelling tot 'barbaarse' stammen - geen kinderen offerden aan de goden. Maar het doden van ongewenste baby's? Dat vonden ze prima. Het voeren van naakte vrouwen aan hongerige leeuwen in het Colosseum achtten ze ook geen probleem, want dat was leuk entertainment in het pauzeprogramma.
  Zo staat het verleden bol van gewoontes waar we nu van walgen. Ooit was het martelen en wurgen van 'sodomieten' (homoseksuelen) de normaalste zaak van de wereld. Nog geen eeuw geleden werd in de Verenigde Staten gezellig gepicknickt tijdens het lynchen van een zwarte 'misdadiger'. 'Hele families kwamen samen, moeders en vaders, die zelfs hun jongste kinderen meebrachten', schreef een Amerikaanse krant in 1930 over een lynchpartij in North Carolina.
  Als zoveel mensen zo blind waren voor zulke misdaden, dan roept dat de vraag op hoe de historici van de toekomst op ons zullen terugkijken. Zou het kunnen dat ook wij - net als kapitein Snelgrave, net als de koning van Ardra - blind zijn voor het kwaad dat we nu aanrichten? Het zou wel erg toevallig zijn als we de eerste beschaving ooit zijn die het allemaal voor elkaar heeft. Is de kans niet veel groter dat we in sommige opzichten nog steeds aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan?
  Ieder jaar vraagt de Amerikaanse rechtsgeleerde Robert P. George zijn studenten aan de universiteit van Princeton wat ze van de slavernij hadden gevonden als ze twee eeuwen geleden wit waren gewest in het zuiden van de Verenigde Staten. 'En raad eens',  schrijft hij. 'Ze zouden allemaal abolitionist zijn geweest! Ze zouden zich allemaal dapper tegen de slavernij hebben uitgesproken, en er onvermoeibaar tegen hebben gestreden.'
  Onzin, natuurlijk. In werkelijkheid was een minuscuul percentage van de witte bevolking abolitionist, en deze voorlopers betaalden een hoge prijs voor hun idealen. George antwoordt zijn studenten altijd dat hij hen best wil geloven, mits ze kunnen aantonen dat ze nu ook opkomen voor de rechten van impopulaire slachtoffers, al gaat het ten koste van hun reputatie, hun carrière en soms zelfs hun vriendschappen. (pagina 197-198)

Jeroen van Bergeijk

Undercover aan het werk
Ambo Anthos 2023, 299 pagina's  - € 22,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Wikipedia: Jeroen van Bergeijk (1967)

Korte beschrijving
Een boek over undercoverjournalistiek en de onderkant van de arbeidsmarkt. Onderzoeksjournalist Jeroen van Bergeijk dook zes jaar lang in banen met minimale kwalificaties om de onderkant van de arbeidsmarkt te onderzoeken. Hij werkte onder andere bij bol.com, de bagageafhandeling op Schiphol, klantenservices en als flitsbezorger. In dit boek deelt hij zijn ervaringen en de uitdagingen die hij tegenkwam, zoals de angst om ontdekt te worden en de morele dilemma's van undercoverjournalistiek. Het boek belicht de snel groeiende kloof tussen theoretisch en praktisch opgeleiden. Vlot, vaardig en persoonlijk geschreven. Jeroen van Bergeijk (1965) is een Nederlandse schrijver en journalist. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Onderzoeksjournalist Jeroen van Bergeijk laat in zijn verontrustende undercoverreportages zien hoe het werkelijk is aan de onderkant van de huidige arbeidsmarkt.

Wat gebeurt er aan de onderkant van de arbeidsmarkt? Met die vraag in het achterhoofd stortte undercoverjournalist Jeroen van Bergeijk zich de afgelopen zes jaar in banen waarvoor nauwelijks kwalificaties nodig zijn. Want wie zorgt ervoor dat jouw bol.com-pakketje de volgende dag al wordt bezorgd? Wie neemt de telefoon op als je een klantenservice belt? En wie brengt jouw koffer op de plaats van bestemming? Zaken waarmee vrijwel elke Nederlander te maken heeft, maar waarvan weinigen weten hoe het er precies aan toegaat.

De afgelopen veertig jaar is de economie zo’n 40 procent gegroeid, maar de daadwerkelijke inkomens zijn achtergebleven. De mensen wie het goed gaat – vaak de theoretisch geschoolden – begrijpen doorgaans maar weinig van de praktisch opgeleiden, en de kloof tussen hen wordt almaar groter. Undercover aan het werk is een poging daar iets aan te veranderen.

Daarnaast schetst Jeroen van Bergeijk zijn werdegang als undercoverjournalist. Hij vertelt over de angst om betrapt te worden, de vele morele valkuilen van de undercoverjournalistiek en zijn groeiende weerzin tegen het zich voortdurend anders moeten voordoen dan wie hij werkelijk is.

Kan en wil hij nog langer liegen om de waarheid te vertellen?

‘Van Bergeijk doet wat anderen vooral pretenderen te doen: het échte verhaal van binnenuit vertellen. Zoals een journalist moet doen, zonder al te veel mening en al helemaal zonder agenda!’ Sander Schimmelpenninck

Fragment uit Tot slot
Ik kan geen Über meer bestellen zonder aan Mare Welkers te denken.
  Ik kan geen pakketje bij bol.com meer bestellen zonder aan gebruikte seksspeeltjes te denken. Ik kan geen pakketje bij bol.com meer bestellen zonder Miguel voor me te zien in zijn caravan die hij deelt met drie andere arbeidsmigranten.
  Ik kan gene klantenservice meer bellen zonder aan die vrouw uit Amsterdam Nieuw-West te denken die de rente en aflossing op haar schulden bij Wehkamp niet meer kon betalen en voor wie ik niks kon doen. Ik kan gene klantenservice meer bellen zonder te denken aan de extreme controle waar de medewerkers bij Teleperformance elke dag mee te maken krijgen.
  Ik kan niet over het kruispunt van de Marnixstraat en de Rozengracht fietsen zonder weer die extreme verveling te voelen. Ik kan geen verkeersregelaars aan het werk zien zonder even te proberen oogcontact te krijgen en mijn duim op te steken.
  Ik kan ChatGPT niet openen zonder aan de clickworkers van Amazonds Mechanical Turk te denken.
  Ik kan geen reclame op Instagram zien zonder me af te vragen of dit een product van een dropshipper is (negen van de tien keer: ja).
  Ik kan geen dakloze zien zonder me af te vragen of en hoe hij de Zelfredzaamheid-Matrix heeft doorlopen.
  Ik kan niet meer door wijken als Crooswijk lopen zonder aan het onzichtbare leed te denken dat zich achter al die voordeuren afspeelt.
  Ik kan gene flitsbezorger voorbij zien fietsen zonder me af te vragen bij welke verwende 'types' zij of hij net is langsgefietst.
  Ik kan mijn koffer niet meer inpakken zonder aan de koffiesjouwers van Schiphol te denken.
  Ik kan geen artikel over asielzoekers meer lezen zonder aan wachtruimte F1 in het aanmeldcentrum van de IND in Ter Apel te denken.

Dit is wat ik hoop: dat jij net als ik iets naders bent gaan kijken naar dit soort alledaagse dingen, naar mensen die alledaags werk doen. Iemand zei ooit tegen me: alles wat je moet weten over het karakter van een persoon ligt besloten in hoe diegene dienstverlenend personeel behandelt. En daar zit veel waarheid in. Doe er je voordeel mee en word een beter mens. (pagina 292-294)

Lees bijvoorbeeld ookVoettocht naar het hart van het land : hoe sociaal en democratisch zijn we nog? van Jan Schuurman Hess (uit 2014)

Lees vooral ook: Pleidooi voor populisme van David van Reybrouck uit 2008
En lees ook: De brievenbus van mevrouw De Vries : gekmakende post van onze (semi)overheid van Stephan Steinmetz (2013)

Lees ook een column, waarin dit boek voorkomt: Naar het hart van het land (Brabants Dagblad, 4 oktober 2014)

Artikel: Het UWV - Is een computer. Het bestaat niet.' (september 2014)

Terug naar Overzicht alle titels

Jeroen Siebelink & Marianne Thieme

Vasthouden aan jouw idealen : de opkomst van de Partij voor de Dieren
M.L. Thieme uitgeverij 2022, 318 pagina's  € 19,95

Wikipedia: Marianne Thieme (1972) en website Jeroen Siebelink (1968)

Korte beschrijving
Een onderhoudend en verhelderend boek over de geschiedenis van de Partij voor de Dieren. Twee decennia geleden besloten vijf dierenrechtenactivisten dat ze de politiek in moesten. Twintig jaar later is het timbre van de Partij voor de Dieren tot diep in de melodie van het publieke debat doorgedrongen: halvering van de veestapel is niet langer taboe, het besef dat economische groei het probleem is en niet de oplossing, is tot in de hoogste Colleges van Staat doorgedrongen. Dit boek biedt inzicht in de geschiedenis van deze politieke partij die invloed belangrijker vindt dan macht, en waarvoor het vasthouden aan de eigen idealen een van de fundamentele pijlers is.‘Vasthouden aan je idealen’ is vlot, helder en verhalend geschreven. Met foto’s en illustraties in kleur. Marianne Thieme (1972) is een Nederlandse dierenactiviste, juriste en politica. Zij is medeoprichtster van de Partij voor de Dieren en was tot 2019 lid van de Tweede Kamer. Jeroen Siebelink (1968) is schrijver en journalist. Hij schreef meerdere boeken.

Tekst op website uitgever
‘De ultieme politieke decadentie,’ noemde een Leidse hoogleraar het. Maar een Amerikaanse professor sprak van de eerste ‘political party for non-humans in world history’. Twintig jaar later is het timbre van de Partij voor de Dieren tot diep in de melodie van het publieke debat doorgedrongen. Halvering van de ‘veestapel’ is niet langer taboe. Het besef dat economische groei het probleem is en niet de oplossing, is tot in de hoogste Colleges van Staat doorgedrongen. De schappen van de supermarkten bevatten meer vleesvervangers dan ooit. De binnensteden bieden steeds meer plantaardig horeca-aanbod, zelfs met Michelin-sterren. Tijdens VVD-congressen roepen JOVD’ers de kopstukken op om veehouders uit te kopen omdat ze ‘liever een dak boven hun hoofd hebben dan een speklapje op hun bord’. Dit boek vertelt het verhaal van vijf gedreven dierenrechtenactivisten die twee decennia geleden besloten dat ze de politiek in moesten. Inmiddels is het initiatief uitgegroeid tot een wereldwijde beweging van meer dan honderd activistische volksvertegenwoordigers, gesteund door tienduizenden betrokken leden, met vertakkingen in ruim twintig landen, die in alle denkbare fora de unieke boodschap van de Partij voor de Dieren uitdragen en zo iedere dag opnieuw demonstreren dat invloed belangrijker is dan macht. Als politiek het geduldige boren van dikke planken is, dan is de boor na twintig jaar duidelijk diep in het hout doorgedrongen. Maar er doorheen is hij nog niet. Met het verzet groeit de tegenmacht. Daarom is dit boek niet alleen een must-read voor iedereen die wil weten hoe het zo gekomen is. Maar ook voor iedereen die wil weten wat je moet doen om vast te houden aan je idealen, hoe het groeiend verzet onstuitbaar wordt. Hoe je in de politiek kunt zijn, zonder van de politiek te worden.

Fragment uit 2. Wat heb je aan geld als de ijskap smelt
Volgens Rockstrom en zijn team hebben we als mensheid inmiddels zes van de negen ecologische grenzen overschreden en hebben wij dus de 'safe operating space' achter ons gelaten. We bevinden ons ecologisch gezien in een ongekende, zeer beangstigende situatie. Het gaat dan bijvoorbeeld om waterschaarste, biodiversiteitsverlies, klimaatverandering, vervuiling door microplastics, en uitputting van de bodem. 
  Een andere manier om de menselijke overschrijding van de planetaire grenzen uit te drukken is via Earth Overshoot Day. Elk jaar berekent het onderzoeksinstituut Global Footprint Network op welke datum de mensheid alles heeft opgebruikt van wat de aarde dat jaar kan 'leveren' voor het menselijke voortbestaan: denk aan gewassen, zoet water, hout en dergelijke. Elke dag na die datum van dat jaar consumeert en produceert de mens meer dan de aarde aankan en leven wij op de pof. We 'lenen' dan letterlijk van toekomstige generaties.
  Volgens de beschikbare data was 1970 het laatste jaar dat de mensheid binnen de ecologische capaciteit van de aarde bleef. Toen viel Earth Overshoot Day namelijk op 30 december. Vanaf dat jaar ging het snel bergafwaarts en hebben we steeds vroeger in het jaar onze reserves opgebruikt. In 1980 viel Earth Overshoot Day op 8 november, in 1990 op 14 oktober, in 2000 op 25 september, in 2010 op 8 augustus, en vorig jaar al op 29 juli. Door de coronapandemie kreeg de aarde er in 2020 een maand bij - het stilleggen van economische activiteiten vanwege de lockdown leidde tot een verschuiving van de Earth Overshoot Day naar 22 augustus. Net als in 2008, toen de wereldeconomie door het bankroet van Lehman Brohers even tot stilstand kwam en de aarde er drie dagen bij kreeg.
  Er is natuurlijk een groot verschil tussen de dag waarop rijke en arme landen Earth Overshoot Day bereiken. Opvallend is dat welvarende landen de aarde het zwaarst belasten. Nederland heeft de twijfelachtige eer te behoren tot de top 15 van landen in de wereld met de grootste ecologische voetafdruk. (pagina 56-57)

Lees ook: Onder de beesten : undercover in de bio-industrie van Roel Binnendijk en Jeroen Siebelink (uit 2023), De kanarie in de kolenmijn van Marianne Thieme & Ewald Engelen (uit 2016) en Dieren kunnen de pest krijgen. En dan? van Esther Ouwehand (uit 2021)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels


donderdag 8 februari 2024

Maarten Sukel

De AI-revolutie : hoe kunstmatige intelligentie de maatschappij gaat veranderen (en daar nu al mee bezig is)
Balans 2024, 185 pagina's  € 20,--

Korte bio van Maarten Sukel (19?)

Korte beschrijving
Een actuele analyse van de opkomst, ontwikkeling en impact van kunstmatige intelligentie (AI). Met de komst van de schijnbaar alwetende app ChatGPT is kunstmatige intelligentie voor iedereen onontkoombaar geworden, en techbedrijven beconcurreren elkaar om zo snel mogelijk nog slimmere vormen op de markt te brengen. Maar wat is kunstmatige intelligentie eigenlijk? Wordt de mens ingehaald door zijn eigen creatie? En wat moeten we ervan denken als de ontwikkelaars zelf om een pauze roepen? In dit boek beschrijft deskundige Maarten Sukel de werking van kunstmatige intelligentie en schetst een beeld van hoe de nieuwe technologie de samenleving op verschillende terreinen verandert, zowel in positieve als negatieve zin. Helder en toegankelijk geschreven, met ruimte voor persoonlijke bespiegelingen. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Maarten Sukel (1993) werkte de afgelopen tien jaar aan veel vormen van kunstmatige intelligentie voor zowel de overheid als het bedrijfsleven. Daarnaast schrijft hij momenteel zijn proefschrift over AI voor de Universiteit van Amsterdam.

Tekst op website uitgever
Met de komst van de schijnbaar alwetende, vriendelijk pratende app ChatGPT is kunstmatige intelligentie voor iedereen onontkoombaar geworden. Van kunst tot geneeskunde, van onderwijs tot oorlog: overal sluipt 'AI' het leven binnen. En techbedrijven beconcurreren elkaar hevig om zo snel mogelijk nog slimmere vormen op de markt te brengen. Wat is kunstmatige intelligentie eigenlijk? Hoe werkt ze? Wordt de mens ingehaald door zijn eigen creatie? Wat moeten we ervan denken als de ontwikkelaars zelf om een pauze gaan roepen? Is ze nog wel te stoppen? In het fascinerende De AI-revolutie beschrijft deskundige Maarten Sukel hoe de nieuwe technologie de samenleving verandert. AI doet de grenzen tussen werkelijkheid en fictie vervagen, kan stereotypen versterken en voor meer ongelijkheid zorgen. Maar AI kan ook bijdragen aan de oplossing voor grootschalige problemen als vergrijzing, dreigende voedseltekorten en de klimaatcrisis. Kunstmatige intelligentie is kortom de grootste kans én de grootste uitdaging van deze eeuw. Een onmisbare gids voor wie wil weten wat er nu werkelijk aan zit te komen.

Fragment uit 14. De toekomst
De AI-revolutie is vergelijkbaar met de Industriële Revolutie die in de negentiende eeuw de hele wereld veranderde. Net zozeer transformeert de opkomst van AI gestaag de manier waarop we in de 21ste eeuw werken, leren, communiceren, oorlog voeren en zelfs onze creativiteit uiten. Het tempo en de impact van deze veranderingen zijn ongekend en geven blijk van een nieuw tijdperk van technologische vooruitgang die ons in de komende jaren zal blijven beïnvloeden.
  De Industriële Revolutie ging gepaard met perioden van chaos en onzekerheid, en zoals we zagen zal ook de AI-revolutie haar uitdagingen met zich meebrengen. Snelle veranderingen kunnen onvoorspelbare gevolgen hebben. Algoritmen slagen met verve in het verkopen van producten en meningen, maar als bijwerking staan democratieën onder druk. Hoewel met zoekmachines alle informatie bereikbaar is, zet het algoritme de gebruiker eerder aan tot consumptie dan dat het ons goed informeert.
  Aangejaagd door het streven naar macht en geopolitieke invloed, dendert de AI-revolutie voort. Zolang techbedrijven het geld en motivatie hebben om de beste onderzoekers en techneuten in te huren, blijft de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie snel gaan en wordt ze vooral ingezet voor het maken van winst. Om de koers te veranderen en de nieuwe mogelijkheden in te zetten voor andere idealen, zijn snel grote inspanning nodig.
  Er zijn vele vormen van kunstmatige intelligentie en die bieden tal van mogelijkheden voor een betere toekomst. Ze kunnen helpen bij het oplossen van grote problemen, zoals de vergrijzing en de gezondheidszorg, klimaatverandering, ongelijkheid en voedseltekorten. Ze kunnen de productiviteit van economieën en dus de welvaart verhogen, en zelfs kwesties als racisme en discriminatie helpen tegengaan. Dan moeten ze echter wel op de juiste manier worden ingezet en zal men bewust moeten investeren in het voorkomen van haar negatieve kanten. (pagina 177-178)

Terug naar Overzicht alle titels

Dirk Holemans, Lara Ferrante en Elze Vermaas

Omgroei : meer levenskwaliteit voor iedereen
EPO 2023, 191 pagina's  - € 22,50

Wikipedia: Dirk Holemans (1965)

Korte beschrijving
Een actueel essay over de destructieve gevolgen van ongebreidelde economische groei, met een pleidooi voor omgroei als duurzaam alternatief. Groei is de smeerolie van het kapitalisme. Als de economie groeit, dan gaat alles goed — zo leer je althans op school. De klimaatcrisis laat echter zien dat oneindige groei op een eindige planeet onmogelijk is. Degrowth, of omgroei, biedt een alternatief. De auteurs beschrijven hoe een samenleving eruit kan zien die niet meer afhankelijk is van economische groei; een samenleving met minder ongelijkheid en met meer ruimte voor levenskwaliteit en voor een gezonde planeet. In vlotte, bevlogen stijl geschreven. Met enkele ondersteunende schema’s in zwart-wit. Vooral geschikt voor de meer geoefende lezer. Dirk Holemans is coördinator van de denktank Oikos. Hij schreef onder meer 'Vrijheid & zekerheid. Naar een sociaalecologische samenleving’ (2016). Lara Ferrante en Elze Vermaas zijn medewerkers bij Oikos.

Tekst op website uitgever
Wie is er bang van degrowth? Alleen al de term jaagt rechtse opiniemakers en vermogensbeheerders de gordijnen in. Groei is de smeerolie van het kapitalisme. Als de economie groeit, dan gaat alles goed, zo leer je op school. Maar wat bedoelen we met groei? Moet alles zomaar blijven groeien tot in het oneindige? De klimaatcrisis laat zien dat oneindige groei op een eindige planeet onmogelijk is. Degrowth, of omgroei, biedt een alternatief. Een veelbesproken term, maar nog vaak verkeerd begrepen. Dit essay geeft je de sleutels van een van de debatten van deze tijd in handen. Ontdek hoe een samenleving eruit kan zien die niet meer afhankelijk is van economische groei. Een wervend verhaal over minder privéjets, ongelijkheid, burn-outs en afvalbergen, maar ook over meer levenskwaliteit, tijd voor elkaar, duurzame spullen en een gezonde planeet. Anders gezegd, een goed leven voor iedereen binnen de grenzen van de planeet.

Fragment uit hoofdstuk 1. Wat gaat er mis
1.8 De huidige invulling van groei is onhoudbaar

De uitdaging waar we voor staan is op heldere wijze gevisualiseerd door econome Kate Raworth. Raworth beschrijft de veilige ruimte waarbinnen ons economisch systeem kan opereren aan de hand van een donut, zoals afgebeeld op de volgende pagina. De buitenste cirkel geeft de planetaire grenzen aan, of de draagkracht van de Aarde, zoals eerder ook al vermeld bij het stuk over systeemdenken. Maar in de donut zien we daarnaast ook een cirkel aan de binnenkant, die het sociaal fundament aangeeft: de ondergrens van sociaal welzijn oftewel de minimale grens van een menswaardig leven. De groene ruimte binnen de donut geeft daarmee dus de 'veilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid' weer.
  Zoals eerder al aangegeven, worden vandaag meerdere planetaire grenzen overschreden. Wat we nog niet hebben besproken, is dat ook de ondergrens niet gehaald wordt voor heel wat groepen in de samenleving. Ons economisch systeem overschrijft nu dus beide grenzen.


Om te begrijpen hoe dat komt, moeten we kijken naar het fundamentele ontwerp van het kapitalisme en de dynamieken die daaruit volgen. Het probleem berust op het feit dat het systeem continu moet groeien en dat het bbp daarbij een verkeerd meetinstrument is.
 Terwijl politici, hoofdeconomen en opiniemakers continu spreken over de groei van het bbp of juist het uitblijven van groei en dit direct gelijkstellen aan hoe 'goed (os slecht)  het gaat met de samenleving', waarschuwde de econoom Simon Kuznets, die het concept van het bbp ontwikkelde in de jaren 30, juist dat het bbp nooit zou ogen worden gebruikt om economische vooruitgang te meten. Het bbp berekent de geldwaarde van alle producten en diensten tijdens een bepaalde periode. Maar destructieve economische activiteiten kunnen het bbp ook laten groeien, terwijl andere waardevolle zaken juist niet meegerekend worden. Zo stijgt het bbp bijvoorbeeld als we bossen kappen of zeeën leegvissen, terwijl we zo het ecologisch kapitaal vernietigen. En hoe meer verkeersongelukken, hoe meer economische activiteit in ziekenhuizen en garages. Ook mensen langer en harder laten werken verhoogt het bbp. Het werkt ook de andere kant op. Zorg dragen voor onze naasten, het draaiende houden van het huishouden en het zuiveren van  de lucht door een bos worden allemaal niet meegerekend in het bbp zolang er geen financiële transactie bij betrokken is. Dat wordt niet gezien als iets dat 'waarde' heeft op zichzelf. Dit betekent dat het bbp enkel stijgt als iemand de zorg voor een naaste uitbesteedt aan iemand anders en die persoon er dan voor betaalt. Het is dus gek om het bbp meteen gelijk te stellen aan vooruitgang. (pagina 67-69)

Lees ook: Vrijheid en zekerheid : naar een sociaal-ecologische samenleving (uit 2016)

Terug naar Overzicht alle titels