Toeval : een onvoorziene filosofie
Boom 2024, 256 pagina's € 24,90
Wikipedia: Jeroen Hopster (1987)
Korte beschrijving
Een filosofisch beschouwing van het concept toeval. Dit boek onderzoekt de rol van toeval in ons leven en hoe we het kunnen beheersen en benutten. Het biedt inzichten in hoe we toeval kunnen bespelen en doseren, met verwijzingen naar grote denkers zoals Aristoteles en Machiavelli. Het boek analyseert de rol van toeval in de rechtspraak en de democratie. Ondanks onze drang naar controle en voorspelbaarheid, stelt de auteur, moeten we wegen vinden om het onvoorspelbare te omarmen in een wereld vol chaos en onzekerheid. Essayistisch en intelligent geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Jeroen Hopster (Amsterdam, 1987) is een Nederlandse filosoof. Hij doceert Ethiek aan de Universiteit Utrecht en is columnist voor Filosofie Magazine. Hopster promoveerde met een proefschrift over evolutionaire ethiek en doet onderzoek naar morele vraagstukken over techniek en klimaat. Over toeval en 'what if-geschiedenis' schreef hij eerder het boek 'De andere afslag' (2018).
Tekst op website uitgever
'Een scherpe en liefdevolle analyse van een van de meest ingrijpende en onbegrepen krachten in ons bestaan.’ – Coen Simon
Het momentum in een verkiezingsrace, de ongezochte vondst in de wetenschap of de ontmoeting van twee geliefden: onze wereld barst van het toeval. Fortuna is een bode van geluk, maar kan ook grillig en genadeloos zijn. Kan de mens het toeval beheersen? En zouden we dat moeten willen?
De toevalsfilosofie geeft inzichten in de manieren waarop we toeval kunnen bespelen en moeten doseren. Aanhakend bij grote denkers, van Aristoteles tot Machiavelli, onderzoekt Jeroen Hopster de toevalskunsten van mens en dier. Welke rol speelt toeval in de rechtspraak en in de democratie? Kan het goede leven wel zonder toeval? Mensen streven naar controle en voorspelbaarheid, maar het toeval keert altijd terug. Juist in een wereld van chaos en onzekerheid moeten we wegen vinden om het toeval te omarmen en slim te benutten.
Jeroen Hopster (1987) is universitair docent Ethiek aan de Universiteit Utrecht en columnist voor Filosofie Magazine. Hij promoveerde met een proefschrift over evolutionaire ethiek en doet onderzoek naar morele vraagstukken over techniek en klimaat. Over toeval en ‘what if-geschiedenis’ schreef hij eerder het boek De andere afslag (2018).
Fragment uit 5. Trefpunt: de ontmoeting als model
Op zaterdagmiddag 6 juli 1957 speelde een skifflebandje op het parochiefeest in de tuin achter St Peter's Church in Woolton, bij Liverpool. The Quarrymen, zo heette het bandje, bestond uit vier muzikanten: een op gitaar, een op banjo, een op wasbord en de vierde op zijn bas, die van een theekist was gemaakt.
Gitarist en zanger was John Lennon, 16 jaar. Hij was de gangmaker van The Quarrymen. Johns vriend Ivan Vaughan kwam luisteren en had die dag Paul McCartney meegenomen, ook 16. (correctie: 15) Na afloop spraken de twee elkaar en speelden samen wat op de piano. Drie jaar later waren daar The Beatles.
De ontmoeting is een van de bekendste toevalsmodellen. Twee ongelieerde paden kruisen elkaar, raken verbonden, en geven de geschiedenis een nieuwe wending. De ontmoeting van die twee tieners in 1957, waar The Beatles uit zouden voortkomen was er zo een. Acht jaar later zongen ze hun eigen lofzang op de ontmoeting, op die ene dag en die ene plaats:
I've just seen a face I can't forget the the time of place
where we just met (...)
Had it been another day I might have looked teh other way
and I'd have never been aware (...)
Falling, yes I am falling
Een ontmoeting is een trefpunt: een punt in plaats en tijd waarop twee (levens)paden verstrengeld raken. Ook etymologisch bestaat er enige verwantschap tussen 'toeval; en 'treffen'. Het Oudgriekse woord voor treffen, nog steeds in gebruik, is tunchano (), en het Grieks voor 'toeval' is daarvan afgeleid: tychè ().
Lang niet elke ontmoeting is toevallig. Soms vindt een ontmoeting plaats op afspraak, met voorbedachte rade; soms gaat een treffen haast ongemerkt voorbij, zonder enige vormende kracht. De betere toevalsontmoetingen, daarentegen, zijn ongepland en hebben blijvende impact. Het zijn ontmoetingen waaruit iets nieuws ontstaat, wat op voorhand niet was voorzien.
Was de samenkomst van deze twee Beatles op de bewuste zaterdagmiddag toevallig? niet in alle opzichten. McCartney had muzikaal talent, en zo groot was de muzikale scene in LIverpool ook weer niet. Het is mogelijk dat hij The Quarrymen al eens eerder had zien spelen, maar zonder contact te maken met Lennon. De gemeenschappelijke vriend Caughan, die McCartney aan Lennon koppelde, had op een blauwe maandag weleens met The Quarrymen meegespeeld. Kortom, er bestond een aanzuigende werking tussen de paden van Lennon en McCartney. Wellicht, als zij elkaar niet bij deze gelegenheid hadden getroffen, was dat wel bij een andere gelegenheid gebeurd.
Toch is het een ontmoeting die een zeker toeval herbergt, door The Beatles zelf bezongen, Dat toeval zit hem in het verloop van de ontmoeting, de grilligheden van het moment en hun blijvende betekenis. Het ogenblik waarop Lennon en McCartney elkaar troffen, de eerste aanblik en de klik die daarbij ontstond. De contingentie van die gebeurtenis, die met groot gemak anders had kunnen verlopen. Wat als Paul die bewuste middag een verkeerde opmerking had geplaatst? Wat als John andere zaken aan zijn hoofd had gehad? 'Had it been another day I might have looked the other way.'
Behalve het verloop van de ontmoeting, dragen ook de gevolgen bij aan het toevalskarakter ervan. Was het bij die ene ontmoeting gebleven, dan was de betekenis ervan beperkt geweest, en dit rake ogenblik het bezingen niet waard. Juist het feit dat dat ene ogenblik aan de wieg stond van een grote muzikale ontwikkeling, maakt dat de toevalligheden van de eerste ontmoeting onder een vergrootglas komen te liggen, en zijn besproken in menige biografie. De grote gevolgen blazen een klein moment op, en maken dat schier onbeduidende details er plotseling toe doen.
We zijn hier drie ingrediënten van de karakteristieke toevalsontmoeting op het spoor gekomen: de kruising van onafhankelijke paden, de kanteling die daaruit voortkomt, en de complementaire eigenschappen die verbonden raken. Die drie ingrediënten zal ik in dit hoofdstuk verder uitdiepen. (pagina 59-61)
Lees ook: De andere afslag : hoe had het leven anders kunnen lopen? (uit 2018)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen