De mens is een plofkip : hoe de voedingsindustrie ons ziek maakt
Thomas Rap 2024, 139 pagina's - € 18,99
Wikipedia: Teun van de Keuken (1971)
Korte beschrijving
Een bespreking van de maatschappelijke gevolgen van onverantwoordelijke voedselproductie en -marketing. Het boek analyseert hoe de voedingsindustrie ervoor zorgt dat mensen zwaar bewerkt fabrieksvoedsel eten zonder voedingswaarde. Dit leidt tot gezondheidsproblemen en hoge maatschappelijke kosten. De industrie beweert dat consumenten zelf verantwoordelijk zijn voor hun eetgedrag, maar de auteur betwist dit. Het boek biedt ook een perspectief op de juiste maatregelen voor een gezondere toekomst. Leerzaam en onderhoudend geschreven. Teun van de Keuken (Amsterdam, 1971) is een bekende Nederlandse televisieproducent, columnist, presentator en journalist.
Tekst op website uitgever
Echt voedsel met herkenbare ingrediënten heeft de afgelopen decennia grotendeels plaatsgemaakt voor zwaar bewerkt fabrieksvoer zonder enige voedingswaarde, dat zo aangenaam is van structuur en smaak dat we er geen genoeg van krijgen. Via uitgekiende receptuur, slimme marketing en agressieve reclame mest de voedingsindustrie ons vet als plofkippen, met ziekte en hoge maatschappelijke kosten tot gevolg. De fabrikanten zeggen dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor ons gedrag. Maar is dat wel zo?
In De mens is een plofkip legt Teun van de Keuken de voedingsindustrie onder de loep en laat hij feilloos zien wat er misgaat. Maar hij biedt ook perspectief: met de juiste maatregelen is er een mooiere, lekkerdere en gezondere toekomst mogelijk.
Fragment uit Weerloos
Wilskracht
Is wilskracht nu het eenvoudige antwoord op alle problemen van overgewicht en de daaruit voortvloeiende gezondheidsproblemen? Kun je met een beetje ruggengraat de verleidingen van de obesogene samenleving weerstaan? De helft van de bevolking is te zwaar, maar de andere helft is dus op gezond gewicht. Betekent dit dat dunne mensen wilskracht hebben en dikke niet?
Hanno Pijl: 'Natuurlijk beslist iemand uiteindelijk zelf wat hij in zijn of haar mond stopt, maar die keuze wordt voornamelijk gemaakt op basis van biologische drive. We zijn in veel opzichten niet anders dan andere dieren en drift is uiteindelijk altijd sterker dan ratio. Bij de ene mens is de biologische drive om zoet, vet en zout te eten veel sterker ontwikkeld dan bij de ander. Die hebben dus veel meer moeite om ongezond en lekker voedsel te weerstaan. Het is echt niet zo dat mensen met een normaal gewicht de hele dag oppassen en op wilskracht een heleboel dingen laten liggen! Zij voelen die aandrang gewoon minder.' Dit doet me denken aan een jongetje dat ik ooit volgde voor de televisie. Hij had constant behoefte aan eten . De hamster in zijn brein, om met kinderarts Felix Kreier te spreken, stond bij hem nooit stil. Zodra hij eten zag, en dat is tegenwoordig altijd en overal, wilde hij weer eten. Als een verslaafde. Uiteraard probeerde hij dat constant te onderdrukken, maar dat lukt niemand de hele dag door.
Zoals al eerder verteld, nemen we tweehonderd voedselbeslissingen per dag. Daarvan nemen we er 90% onbewust en 10% bewust. Die 10% wordt zwaar gemanipuleerd, door een omgeving die het laatste restje wilskracht bij ons wil wegnemen. Volgens Jaap Seidell wordt daarom, zeker ook bij onze voedselkeuzes, de rol en kracht van wilskracht schromelijk overschat: ' Het is sowieso al heel moeilijk voortdurend wilskrachtig te zijn als er zoveel verleidingen in de omgeving zijn, maar voor mensen die er door persoonlijke omstandigheden gevoelig voor zijn is het extra zwaar. Je kunt gezond gedrag zien als het duwen van een bal tegen ene helling op. Hoe steil die helling is, wordt onder andere bepaald door de buurt waarin je woont, je inkomen en je opleiding. Hogeropgeleiden hebben meer kans op een goede baan met een goed inkomen en hebben meer tijd en rust om na te denken over gezond eten. Ze kunnen zelfs af en toe een gezonde maaltijd voor zich laten klaarmaken. Lageropgeleiden hebben juist meer kans op een lager inkomen, hebben minder vaardigheden en tijd voor het kopen en bereiden van gezond voedsel en hebben meer stress, die het moeilijker maakt de juiste keuzes te maken. Hierdoor is hun kans op overgewicht groter, wat de kansen op de arbeidsmarkt weer verkleint/ Ze krijgen minder betaald, maar hebben meer zorgkosten. Daardoor blijven ze in dezelfde slechte wijk wonen en krijgen ze partners uit die omgeving. Zo ontstaat een vicieuze cirkel. Hoe steil die helling is, wordt bepaald door de maatschappij. Pas als hij voor iedereen gelijk is, is er sprake van een vrije wil.'
Het grote probleem is dat we gevangenzitten in het marktdenken van de neoliberale samenleving. Wat rendabel is en winst oplevert is per definitie goed. In zo'n systeem wordt wel beweerd dat bedrijven doen wat consumenten willen, maar in werkelijkheid is het omgekeerd. Wij worden verslingerd gemaakt aan producten die zij willen verkopen. Hanno Pijl: 'De voedingsindustrie weet heel goed wat wij lekker vinden en buit dat maximaal uit ter maximalisatie van de winst. We zijn echter helemaal niet gemaakt om zoet, vet en zout in grote hoeveelheden naar binnen te werken.' De voedselproducenten zijn als drugsdealers die ons verslaafd maken en wij als de verslaafden die met onze "vrije wil" hun producten willen en kopen. Alles wat niet goed gaat hebben we aan onszelf te danken. In feite ondermijnt de industrie onze vrije wil met de vrije wil als argument. Zo kunnen we marketing en marktwerking ongebreideld hun gang laten gaan. (pagina 120-123)
Lees bijvoorbeeld ook: Zout, suiker, vet : hoe de voedselindustrie ons in zijn greep houdt van Michael Moss (uit 2013), of
Gewoontedieren : waarom we altijd meer willen en wat we daartegen kunnen doen van Nicklas Brenborg (uit 2024), of
Schaarste : hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen van Sendhil Mullainathan & Eldar Shafir (uit 2013), of
Wilskracht : de herontdekking van de grootste kracht van de mens van Roy Baumeister & John Tierney (uit 2012).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen