Atlas Contact 2024, 239 pagina's - € 23,99
Oorspronkelijke titel: How to be a citizen (2024)
Website Cindy Skach (19?)
Korte beschrijving
Een verhelderend en eigentijds boek met lessen over burgerschap. Rechtsgeleerde Cindy Skach schreef voor diverse landen mee aan de grondwet, vanuit de overtuiging dat een goede samenleving alleen kan bestaan via wetten en regels. Na een reeks politieke teleurstellingen gaat ze nu de wereld over met een nieuwe boodschap: democratieën ontstaan niet top-down, maar dankzij de interactie tussen burgers. In dit boek presenteer Skach zes praktische burgerschapslessen om de samenleving van onderop te versterken. Die lessen zijn soms bedrieglijk eenvoudig: deel de tomaten uit je tuin, breng tijd door op het buurtpleintje. Maar samengenomen kunnen ze leiden tot grote veranderingen. Zo biedt Skach een hoopvolle gids voor een betere wereld. Informatief, intelligent en bevlogen geschreven, met persoonlijke passages. Met name geschikt voor de meer geoefende lezer. Cindy Skach (1967) is een gezaghebbende Amerikaanse wetenschapper op het gebied van constitutioneel recht en politieke theorie. Ze was hoogleraar aan de universiteiten van Harvard, Bologna en Oxford en aan het King’s College in Londen.
Tekst op website uitgever
Deze bedrieglijk eenvoudig lessen kunnen leiden tot grote veranderingen. Een verrassend en positief boek in tijden van democratisch ongemak.
Vooraanstaand rechtsgeleerde Cindy Skach heeft in diverse landen meegeschreven aan grondwetten. Zoals velen had ze de volle overtuiging dat een goede samenleving alleen kan bestaan via wetten en regels. Maar na een reeks (inter)- nationale teleurstellingen gaat ze nu de wereld over met een nieuwe boodschap: democratieën ontstaan niet top-down, maar dankzij de interactie tussen burgers – en dat vereist een actieve houding van ons allemaal. In dit verrassende boek plaatst Skach het vaak vergeten concept ‘burgerschap’ in het hart van ons democratisch denken en presenteert ze 6 lessen om onze samenleving van onderop te versterken. Die lessen zijn soms bedrieglijk eenvoudig: deel je tomaten uit je tuin, breng tijd door op het buurtpleintje. Maar samengenomen kunnen ze leiden tot grote veranderingen. Zo biedt Skach een hoopvolle gids voor een betere wereld – een wereld die we samen kunnen bouwen
Cindy Skach is een gezaghebbende Amerikaanse wetenschapper op het gebied van constitutioneel recht en politieke theorie. Ze was hoogleraar aan de universiteiten van Harvard, Bologna en Oxford en aan het King’s College in Londen. Skach woont tegenwoordig in het Verenigd Koninkrijk.
Fragment uit (de) Inleiding
Een van de belangrijkste uitgangspunten van dit boek is dan ook dat het niet noodzakelijkerwijs de wetten zijn die het probleem veroorzaken, maar het feit dat we op die wetten vertrouwen om problemen op te lossen, om ons te helpen; dat we ze steeds gebruiken als substituut voor ons eigen oordeel en onze collectieve actie, enigszins te vergelijken met het schrijven van een schoolopstel. Ik vertel studenten dat we de schrijvers die ons zijn voorgegaan niet gewoonweg willen herhalen. Je gebruikt ze als gids, stata op hun schouders, maar wel kritisch. Je leunt op hen om je eigen mening te vormen, in plaats van je kritiekloos en zonder zelf na te denken achter hen te verschuilen.
En zo is het ook met de wet. We mogen - en moeten misschien zelfs - af en toe op die wetten leunen, maar het zware werk moeten we zelf doen.
We houden ons al heel lang vast aan een bepaald punt in de geschiedenis, een punt waarop moderne vrijheid is gedefinieerd vóór ons, niet dóór ons. Dit punt markeerde het einde van wat volgens sommige filosofen een akelige natuurtoestand was, vóór enige sociale organisatie, het einde van de nare, brute wereld, zo levendig beschreven door politiek-theoreticus Thomas Hobbes, Leviathan, onze redding kwam in de vorm van een sterke, onverdeelde centrale overheid op basis van een contract. We waren zover, zij het door pijn en lijden en een meedogenloze oorlog van allen tegen allen, om wetten en zelfs hogere wetten op te stellen die ons een duurzame structuur en een gezonde, stabiele orde boden. We hadden vrijheid bereikt. We konden nu onze regeringen kiezen, in plaats van dat die ons werden opgelegd. We konden van vele vrijheden genieten, die als onze rechten werden opgevat. Maar zelfs als we in deze metafoor geloven als een bruikbare illustratie van onze vooruitgang, bevinden w eons nu op een andere plek. Moeten we ons idee over regeren en geregeerd worden niet bijstellen, zoals we dat deden met onze ideeën over middeleeuwse medische en andere praktijken, die we ver achter ons hebben gelaten? Sigarettenfabrikant Philip Morris moedigde Amerikaanse vrouwen in de jaren zestig aan om te gaan roken met de reclameslogan You've come a long way, baby. En inderdaad, we zijn ver gekomen. Maar waarom zouden we het hierbij laten? (pagina 30-31)
Fragment 5. Kweek en deel je eigen tomaten
De mogelijke koppelingen tussen voedselzekerheid, het milieu en gezondheid zijn nog nooit zo belangrijk geweest. Onlangs hebben overheden in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in andere landen overal ter wereld in de nasleep van de pandemie aangegeven dat mensen beter voor zichzelf en hun eigen gezondheid moeten zorgen, met name bij kleine problemen, omdat de druk op het zorgstelsel door post-coronadrukte in het ziekenhuis en bij de huisarts, stakingen van ambulancepersoneel, artsen in opleiding en verpleegkundigen zo hoog is dat men bijna niet meer in staat is ernstige ziekten te behandelen, laat staan te voorkomen. Om de financiële druk op de afbrokkelende gezondheidszorg te verlichten, hebben apotheken meer ruimte en financiële prikkels gekregen om vragen te beantwoorden en advies te geven. Sommige apothekers waarschuwden ervoor dat het voor hun medewerkers te belastend is om te adviseren op voor hen ingewikkelde gebieden of over zaken waarvan ze te weinig kennis hebben, maar toch is de door overheden aangemoedigde decentrale samenwerking, waarbij mensen bij kleine gezondheidsproblemen dingen zelf regelen, wel in lijn met het soort burgerschap dat hier wordt voorgesteld. Een uitgelezen moment om je een voorstelling te maken van het gemeenschapsidee, nu overheden er zelf om vragen.
Afgelopen winter won de kleigrond in onze kleine tuin het opnieuw van de worstelende grassprieten die ik wel de grond uit wilde kijken. Ik had me laten overtuigen door het Cutteslowe-project en de projecten van Tree en anderen, en had tegen de kinderen gezegd dat ik de tuin ging laten verwilderen. Zes maanden, een halve pandemie en twee ongekend droge periodes later wezen ze mij erop dat mijn voornemen er feitelijk op neerkwam dat ik de tuin compleet liet verpieteren. De paar 'oude' inheemse grassen, waarnaar ik nauwgezet onderzoek had gedaan en die ik online had gekocht, sloegen inderdaad niet aan. De bramen en kruisbessen van de vorige eigenaar van ons huis drongen er dapper doorheen, terwijl mijn eigen probeersels wegkwijnden of hoogstens matig groeiden, een klein beetje, alsof ze doodsbang waren. De wilde grassen, die lang geleden inheems waren in dit deel van Oxfordshire nabij de graslanden, zullen tijd nodig hebben om te groeien en te gedijen. Dat zal geduld vergen, maar we moeten het proberen. Dus kweek je eigen tomaten, ga naar die gemeenschappelijke tuin om zoveel als redelijkerwijs mogelijk is je eigen voedsel te verbouwen, verantwoord, met voor jouw land inheemse soorten en met respect voor de natuur. En, dat is het belangrijkste, deel dan je weelde, hoeveel of hoe weinig dat ook is. (pagina 161-162)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen