zondag 31 maart 2024

Kees Vuyk 3

Weg van de natuur : over de grote ontworteling
Ten Have 2024, 221 pagina's  - € 22,90

Wikipedia: Kees Vuyk (1953)

Korte beschrijving
Een filosofische beschouwing van ons idee van de natuur en de verbondenheid daarmee. Het boek onderzoekt hoe ons idee van de natuur in de loop der eeuwen is veranderd van iets waar we deel van uitmaken naar iets om te overheersen. Kees Vuyk bespreekt de achtergronden van hedendaagse crises zoals klimaatverandering, migratie en het verlangen naar autocratisch leiderschap. De worsteling van de moderne mens om zichzelf te plaatsen binnen de natuurlijke orde vormt de rode draad. Essayistisch en diepgaand geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Kees Vuyk was als universitair hoofddocent verbonden aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij won in 2018 de Socratesbeker met 'Oude en nieuwe ongelijkheid'.

Tekst op website uitgever
Urgent nieuw boek van voormalig winnaar prijs voor het beste filosofieboek van het jaar Kees Vuyk. Over onze problematische verhouding met de natuur.

In Weg van de natuur onderzoekt socioloog Kees Vuyk de achtergronden van de crises van deze tijd. De rode draad die door al deze crises heen loopt, is dat onze omgang met de natuur drastisch is veranderd. De natuur is niet langer iets waar we deel van uitmaken, maar iets om te beheersen.

Vuyk laat in dit boek zien hoe ons idee van de natuur in de afgelopen eeuwen uit koers is geraakt, toont wat dit nu voor ons betekent, en opent een hoopvolle weg waarin de mens weer onderdeel wordt van de natuur.

Fragment uit 6. Het centrum van de media of de netwerksamenleving
De werkelijkheid van de digitale technologie

Wanneer een technologie zoveel invloed krijgt op het denken en doen van mensen als dat met de digitale technologie het geval is, dan is dat een teken dat zij voorziet in een diepgevoelde - maar niet per se bewuste - behoefte. Anders gezegd: de populariteit van de digitale technologie verraadt dat zij aansluit op reële, maar niet altijd herkende tekortkomingen van de menselijke natuur en mensen helpt om met die tekortkomingen te leven. De digitale technologie mag geleid hebben tot een postmodern wegkijken van de werkelijkheid, ergens haakt zij perfect in op die werkelijkheid, anders zou zij slechts illusies voortbrengen en dat is niet het geval.
 Allereerst is daar de behoefte aan samenzijn, communicatie. Alle media is daartoe te herleiden. Een mens alleen staat niet sterk. Het postmodernisme heeft een punt als het aan het (modernistische) subject echte scheppingskracht ontzegt. Wij mensen moeten met elkaar optrekken om iets tot stand te brengen. Maar eenvoudig is dat niet. Want we hebben een sterk ontwikkeld sociaal instinct. In hoofdstuk 2 ben ik hier al op ingegaan. Echte sociale dieren hebben geen kunstgrepen nodig om samen te kunnen leven. Mensen wel. En nog - of misschien juist daarom - is het menselijk samenleven kwetsbaar. Wij houden ons niet vanzelf aan de sociale orde, ook al maken we die zelf. Geregeld vliegt er iemand uit de band en dreigt de orde te exploderen. Want naast de behoefte aan samenzijn hebben we ook een behoefte aan autonomie. Het sterke subject van het modernisme komt ook ergens vandaan. Mensen moeten leven in een verband, maar willen zich tegelijk niet door anderen laten voorschrijven hoe ze leven moeten. In moderne samenlevingen is de spanning tussen beide behoeften sterk toegenomen. De nieuwe sociale media voegen zich naadloos in deze ontwikkeling. Het zijn massamedia, maar geïndividualiseerd. Ze maken je deelgenoot van allerlei groepen, maar je bepaalt (schijnbaar?) zelf welke groepen dat zijn en wat je ervan al dan niet aanneemt. Ze leveren zwakke sociale verbanden en dat is juist wat postmoderne mensen in laatkapitalistische consumptiesamenlevingen zoeken.
  Er is nog een tweede tekortkoming in de menselijke aard waaraan de sociale media tegemoetkomen. In hoofdstuk 2 zagen we hoe in he mensbeeld van de antropologie mensen door hun zelfbewustzijn een precaire verhouding tot hun omgeving hebben gekregen. Menigeen heeft geregeld het gevoel gene echt contact te hebben met de werkelijkheid waarin hij leeft. Dat er een soort sluier hangt tussen hemzelf en de omgeving. Het is een ervaring die eenzaam kan maken en gevoelens van vervreemding kan oproepen.
  Het is een thema van de filosofie door de eeuwen heen: de wereld waarin we leven is niet de echte, maar een schaduwwereld, de werkelijkheid is schijn. Van oudsher vervullen religies in samenlevingen de functie dat zij ons voorbij die alledaagse werkelijkheid in contact brengen met wat echt is. Met rituelen, gebeden, offers- en de hup van tussenpersoenen als priesters - kunnen we een weg zoeken uit het dal van schaduwen naar het volle leven.
  In de moderne tijd, als mensen hu autonomie gaan benadrukken, verliezen de religieuze oplossingen hun aantrekkingskracht. Wetenschap en techniek worden de bevoorrechte manieren om de werkelijkheid te leren kennen en te manipuleren. De werkelijkheid wordt een mechanisch systeem. Maar wat is de plaats van de mens daarin?  Zijn mensen een soort machines, is hun levenslot gedetermineerd door natuurwetten? Voor die conclusies schrikken we meestal terug. Sommigen zoeken een andere weg naar de werkelijkheid, en wel in zichzelf, in het sterke subject van het modernisme. Echtheid en authenticiteit worden voor hen de idealen. Daarmee halen ze zich echter wel een zware last op de schouders. Ze moeten de hele wereld torsen, terwijl ze niet het gevoel hebben er deel van uit te maken. Zij bouwen aan werelden, die hun slechts een voorlopig thuis bieden.
  De nieuwe media brengen hier wederom uitkomst. (pagina 137-139)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Lees ook: Oude en nieuwe ongelijkheid : over het failliet van het verheffingsideaal (uit 2017) en De feilbare mens : waarom ongelijkheid zo slecht nog niet is (uit 2019)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen