donderdag 23 januari 2025

Robert O. Paxton

De anatomie van het fascisme

Prometheus 2025, 351 pagina's € 27,50

Oorspronkelijke titel: The anatomy of fascism (2005)

Wikipedia: Robert O. Paxton (1932)

Korte beschrijving
De Amerikaanse politicoloog Robert Paxton behandelt de oorsprong, de aard en de vele verschijningsvormen van het fenomeen fascisme. Hij legt de nadruk niet op de theoretische grondslag, maar op de praktijk die de aard van het fascisme bepaalt. Centraal staan het Italiaanse model van Mussolini en Hitlers nationaal-socialisme. Paxton vergelijkt die met bewegingen elders in Europa en legt ze naast politieke fenomenen na 1945, zoals Vlaams Blok, Le Pen en het Argentijnse peronisme. Fascistische kenmerken komen voort uit hartstochten zoals een crisisgevoel, een groepsgevoel, een vijanddenken, het zoeken naar een gemeenschapsbesef, de behoefte aan sterk gezag van charismatische leiders, een cultivatie van geweld, en het idee van een uitverkoren volk dat anderen moet domineren. Typerend is de problematische verhouding tot de conservatieve elite en de mix van dynamiek en traditionele waarden. Paxton leidt de lezer door een woud van interpretaties. Hij voegt ook een uitgebreid bibliografisch essay toe. Een doorwrochte analyse, niet te populair geschreven, wel lezenswaard voor de fijnproevers.

Tekst op website uitgever
Dertig jaar geleden gold het als een woord uit het verleden, vandaag de dag duikt het bijna elke dag wel op in een krant, talkshow of kroeg: fascisme. Maar wat is fascisme eigenlijk, en glijden we er inderdaad weer naartoe? Twintig jaar geleden publiceerde Robert O. Paxton het meest baanbrekende boek over het onderwerp, door zich te concentreren op wat de fascisten van een eeuw geleden deden, niet op wat ze zeiden. Hij beschrijft de eerste geüniformeerde bendes die na 1918 vijanden van de staat aanvielen, de opkomst van Mussolini en het steeds radicalere Duitse fascisme in de Tweede Wereldoorlog. Paxton laat duidelijk zien waarom fascisten in sommige landen wel aan de macht kwamen en in andere niet. En hij toont aan dat fascisten alleen dan hun doel konden bereiken als conservatieve partijen bereid waren hen daarin bij te staan, door rechtszekerheid in te ruilen voor zogenaamde veiligheid. Hetgeen vanzelfsprekend leidt tot zijn vraag of het fascisme vandaag de dag opnieuw kan ontstaan.

Robert O. Paxton (1932) is een Amerikaanse politicoloog en historicus gespecialiseerd in het fascisme en Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd bekend door zijn boek Vichy France. Old Guard and New Order, 1940-1944. De anatomie van het fascisme wordt wereldwijd beschouwd als een van de beste boeken over het fascisme.

‘Huiveringwekkend. Dit boek laat zien hoe fascisten steeds weer op semidemocratische wijze aan de macht komen om de democratie vervolgens af te schaffen. Verplichte leeskost voor wie de huidige tijd wil begrijpen.’ - Lieke Marsman

‘De anatomie van het fascisme is de definitieve studie van het onderwerp. Een magnifiek boek.’ - The New York Times Book Review

‘Over het fascisme zijn bibliotheken vol geschreven, maar Paxton onderscheidt zich door zijn verhelderende verdeling van de geschiedenis. Zijn boek laat zien dat het fascisme minder ver van ons af staat dan we graag willen denken.’ - NRC

‘Met deze meesterlijke studie, die met grote vaardigheid en diepgaande analyse een immense hoeveelheid literatuur onderzoekt, heeft Robert Paxton het vrijwel onmogelijke gepresteerd: hij ademt frisse lucht in vaak muffe debatten en geeft nieuwe inzichten in het uitvoerig onderzochte fenomeen fascisme.’ - Ian Kershaw

Fragment uit 7 Andere tijden, andere plaatsen
Is het fascisme nog steeds mogelijk?

Het vraagstuk van het fascisme na 1945 wordt verder bemoeilijkt door een polemische scheldpartij. Extreem-rechts in Europa na 1945 is er luidruchtig en regelmatig van beschuldigd het fascisme te doen herleven; de extreem-rechtse leiders hebben dit niet minder hard ontkend. De naoorlogse bewegingen en partijen zijn niet minder breed geweest dan de fascismes tussen de twee wereldoorlogen, in staat oprechte bewonderaars van Mussolini en Hitler onder hetzelfde dak te brengen als stemmers die maar in een enkel onderwerp geïnteresseerd zij, en zwevende proteststemmers. Hun leiders zijn er bedreven in geworden om zich als gematigd tegenover het grote publiek op te stellen. Terwijl ze privé regelrechte sympathisanten van het fascisme ontvangen met codewoorden waaruit de acceptatie van iemands achtergrond blijkt, de nationale trots in ere herstellen, of de heldenmoed van strijders van alle partijen erkennen.
  De vaccinatie van de meeste Europeanen tegen het oorspronkelijke fascisme door de openlijke afgang in 1945 is per definitie tijdelijk. De taboes van 1945 zijn met het verdwijnen van de generatie die het allemaal heeft meegemaakt onvermijdelijk vervaagd. Hoe dan ook, een toekomstig fascisme - een noodrepliek op een of andere nog onvoorziene crisis - hoeft qua uiterlijke tekens en symbolen geen perfecte gelijkenis te vertonen met het klassieke fascisme. Een toekomstige beweging die 'vrije instituties wil opgeven' om dezelfde taken te vervullen bij het massaal mobiliseren van mensen voor het weer verenigen, zuiveren en doen opbloeien van een verontruste groep, zou zichzelf ongetwijfeld anders noemen, en gebruikmaken van nieuwe symbolen. Daar zou de beweging niet minder gevaarlijk om zijn.
  Een voorbeeld. Hoewel een nieuw fascisme noodzakelijkerwijs een vijand zwart moet maken, zowel intern als extern, hoeft die vijand niet per se joods te wezen. Een opmerkelijk alledaags Amerikaans fascisme zou vroom, anti-zwart, en sinds 11 september 2001 ook anti-islamitisch zijn; in Europa seculier, en vandaag de dag waarschijnlijk eerder anti-islamitisch dan antisemitisch; in Rusland en Oost-Europa religieus, antisemetisch, slavofiel en antiwesters. Nieuwe fascismes zouden vermoedelijk de voorkeur geven aan de voornaamste patriottische kledij uit hun eigen omgeving en tijd, boven de vreemde swastika's en fasces. De Britse moralist George Orwell stelde in de jaren dertig van de twintigste eeuw geruststellend vast dat een van oorsprong Bits fascisme zich zou hullen in eenvoudige Engelse kledij. Er bestaat geen lakmoesproef voor fascistische kleding.
  De stadia waaromheen ik dit boek heb opgebouwd kunnen eveneens helpen bij het beantwoorden van de vraag of het fascisme nog steeds mogelijk is. Het is verhoudingsgewijs makkelijk om toe te geven dat het eerste stadium - het oprichtingsstadium - van extreemrechtse bewegingen, op een of andere directe of indirecte wijze aan het fascisme verwant, nog steeds op vele plaatsen bestaat. In elke geïndustrialiseerde, verstedelijkte samenleving met een massapolitiek na de Tweede Wereldoorlog hebben voorbeelden hiervan bestaan. Maar het tweede stadium, waar dergelijke bewegingen zich als invloedrijke deelnemers in het politieke systeem vestigen en wezenlijke belangen vertegenwoordigen, dwingt een veel strengere historische test af. Maar met de test is het niet mogelijk exact dezelfde retoriek, programma's of esthetische voorkeuren van de eerste fascistische bewegingen aan te treffen. De historische fascismes waren gevormd door de politieke ruimte waarin ze ontstonden en door de bondgenootschappen die essentieel waren om door te groeien naar het tweede en derde stadium, en nieuwe verschijningsvormen zullen op een vergelijkbare manier worden beïnvloed. Exacte kopieën na 1945 van het klassieke fascisme zijn over het algemeen te bizar of te shockerend geweest om bondgenoten te krijgen. De skinheads zouden bijvoorbeeld alleen maar functioneel gelijkwaardig worden aan Hitlers SA en Mussolini's squadristi als e gesteund zouden worden, en niet als ze afschuw op zouden wekken. Als belangrijke onderdelen van de conservatieve elite hen gaan koesteren, of zelfs tolereren als wapens tegen een of andere interne vijand, zoals immigranten, dan naderen we het tweede stadium. 
  Voorzover bekend is het tweede stadium na 1945 alleen bereikt, als het buiten de gebieden die eens door de Sovjet-Unie werden beheerst al zover gekomen is, door extreem-rechtse bewegingen en partijen die hun best hebben gedaan zich te 'normaliseren' in ten opzichte van de buitenwereld gematigde partijen die alleen van centrum-rechts te onderscheiden zijn door hun tolerantie voor enkele gevaarlijke vrienden en nu en dan voorkomende verbale uitspattingen. Maar in de instabiele nieuwe wereld die ontstond door het ter ziele gaan van de Sovjet-Unie, wemelt het van de bewegingen die al te fascistisch klinken. Als we de wederopleving van een gemoderniseerd fascisme zien als een functioneel equivalent, en niet als een exacte replica, dan is herhaling mogelijk. Maar we moeten het begrijpen door een intelligente vergelijking met de manier waarop het te werk gaat en niet door een oppervlakkige aandacht voor de uiterlijke symbolen.
  West-Europa is het gebied met de krachtigste nalatenschap van het fascisme na 1945. (pagina 200-202)

Lees ook: Fascisme : oorsprong en ideologie van Robin te Slaa (uit 2022), Fascisme en populisme : Mussolini nu van Antonio Scurati (2024), Hoe herken je een fascist van Umberto Eco (herdruk 2024), Theorie van de kraal : kapitaal - ras - fascisme van Willem Schinkel & Rogier van Reekum (uit 2019), Over tirannie : twintig lessen uit de twintigste eeuw van Timothy Snyder (uit 2017), Het nationaal-socialisme als rancuneleer van Menno ter Braak (uit 1937, herdruk 2019 met een voorwoord van Bas Heijne), De grote golf : het tijdperk van ontwrichting en de opkomst van de buitenstaander van Michiko Kakutani (uit 2024), Opstand : de populistische revolte en de strijd om de ziel van het Westen van Marijn Kruk (uit 2024) en vooral Verloren land : de zeven stappen van democratie naar dictatuur van Ece Temelkuran (uit 2019).

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen