maandag 27 januari 2025

Nani Jansen Reventlow

Radicale rechtvaardigheid : de wereld die we nodig hebben
Murrow 2024, 206 pagina's € 22,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Nani Jansen Reventlow (1978)

Korte beschrijving
Een diepgaand essayistisch en maatschappijkritisch boek over sociale ethiek en mensenrechten. Het boek biedt een visie op een fundamenteel andere toekomst, waarin iedereen werkelijk vrij en gelijk is, met dezelfde kansen om te floreren. De auteur put uit haar ervaringen als mensenrechtenadvocaat en laat zich inspireren door grote denkers op het gebied van antiracisme en sociale rechtvaardigheid. Elk hoofdstuk eindigt met een ‘Wat je nu kunt doen’-lijstje met leestips en reflectie- en doe-opdrachten. Bevlogen, engagerend en intelligent geschreven. Voor de meer geoefende lezer met interesse in maatschappelijke kwesties.  Nani Jansen Reventlow (1978) is een internationaal mensenrechtenadvocaat. Ze is de oprichter van Systemic Justice, een organisatie die zich in heel Europa via strategisch procederen inzet voor gemarginaliseerde gemeenschappen. Politico riep haar in 2021 uit tot een van de grootste visionaire techleiders van het moment voor haar werk op het gebied van digitale mensenrechten. Ze is onderscheiden met prijzen door onder meer Harvard, Oxford en Columbia University..

Tekst op website uitgever
Een essentieel boek voor iedereen die gelooft in vrijheid en gelijkwaardigheid

Als er nu een examen zou zijn voor hoe wij als samenleving functioneren, zouden we jammerlijk zakken. Xenofobe populisten winnen verkiezingen, de economische ongelijkheid neemt schrijnende proporties aan, institutioneel racisme wordt niet aangepakt en het klimaat staat op instorten.

We hebben een nieuwe wereld nodig. In Radicale rechtvaardigheid betoogt Nani Jansen Reventlow hoe we vandaag nog kunnen beginnen aan een fundamenteel andere toekomst: een waarin iedereen werkelijk vrij en gelijk is, en dezelfde kansen heeft om te floreren. Ze put daarbij uit haar ervaringen als mensenrechtenadvocaat en laat zich inspireren door grote denkers op het gebied van antiracisme en sociale rechtvaardigheid. Het resultaat is een vlijmscherpe essaybundel die niemand onberoerd zal laten.

Fragment uit Een noot over taal
Het kan zijn dat je in dit boek woorden, zinnen en beschrijvingen tegenkomt die een beetje anders klinken dan wat je gewend bent. Als je bepaalde zinnen en woorden dagelijks hoort en leest, worden ze al snel gewoon en denk je vaak niet meer na over hun betekenis. Termen als 'minderheden', etnische groepen' of 'kwetsbare gemeenschappen' kunnen vertrouwd aanvoelen, maar toch moeten we ze kritisch bekijken.
  Moet je iemand echt 'kwetsbaar' noemen of is hen onderworpen aan meerdere vormen van onderdrukking?  Maakt iemand deel uit van een 'minderheid' (woordkeuze die een vaststaande eigenschap impliceert)  of marginaliseert de maatschappij mensen met die identiteit (wat een systeem van onderdrukking benoemt)?
  In dit boek heb ik steeds geprobeerd te bevragen wat de woorden die ik gebruik zeggen over de aanwezige machtssystemen, en wie wie onderwerpt aan welke vormen van onderdrukking. Het was soms lastig om hier een balans in te vinden, vooral wanneer er geen duidelijke consensus is over de meest passende terminologie. Ik heb soms moeilijke keuzes moeten maken en ik heb flink geworsteld met de beperkingen van taal en vertaling. Wat ik gemakkelijk kan uitdrukken in de ene taal is niet altijd keurig te vertalen in een andere taal. Ik denk hier bijvoorbeeld aan het onderscheid tussen het sociale en medische model van validisme dat in het Engels efficiënt wordt weergegeven door 'disabled' te gebruiken in plaats van 'people with a disability'.  Voor deze essays heb ik de richtlijnen van intersectional disability justice collectief Feminists Against Ableism gevolgd. Zij maken onderscheid tussen de term 'aandoening', die een medische diagnose aangeeft, 'beperking',  wat aangeeft wat die diagnose in iemands dagelijks leven betekent, en 'handicap', wat weergeeft wat er gebeurt wanneer iemand met hun beperking participeert in een (validistische) maatschappij.
  Een andere uitdaging is dat het niet altijd mogelijk is om vast te houden aan het voorschrift dat iedereen zich zou moeten kunnen identificeren op de manier die hen verkiest, vooral wanneer er over samengestelde groepen mensen wordt gesproken. Termen als 'inheemse volkeren', 'BIPOC' en 'mensen van kleur' zijn voortdurend - en terecht - onderwerp van discussie, maar hoe onvolmaakt sommige van deze formuleringen ook mogen zijn, ze zijn nog steeds te verkiezen boven termen die macht bevestigen, zoals 'niet-wit', die witheid centraal stelt. (pagina 9-10)

Terug naar Overzicht alle titels


Vaclav Smil 3

De voedselfactor : de geschiedenis en de toekomst van ons voedsel
Nieuw Amsterdam 2024, 317 pagina's € 27,99

Oorspronkelijke titel: How to feed the world  (2024)

Wikipedia: Vaclav Smil (1943)

Korte beschrijving
Een eigentijdse verhandeling over de complexe dynamiek van voedselproductie en -consumptie wereldwijd. Vaclav Smil behandelt vragen omtrent de paradox van voedselproductie in ondervoede landen, voedselverspilling en de haalbaarheid van een veganistische levensstijl. Hij biedt een kwantitatieve analyse van waarom bepaalde dieren wel en andere niet worden gegeten en hoe de teelt van graan de menselijke populatiegroei heeft beïnvloed. Hij bespreekt strategieën om de groeiende wereldbevolking te voeden met minder ecologische impact. Het boek is gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke gegevens en biedt oplossingen voor het verbeteren van het huidige voedselsysteem. Inzichtelijk geschreven. Met enkele illustraties en foto’s in zwart-wit. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Vaclav Smil is emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Manitoba, Canada. Hij schreef meer dan veertig boeken over onderwerpen als energie, milieu, voedselproductie en voedselvoorziening, technische innovatie, risicobeoordeling en open-baar bestuur. Hij is Fellow van de Royal Society of Canada.

Tekst op website uitgever
Waarom wordt bijna al ons voedsel geproduceerd in landen waar de bevolking zelf ondervoed is? Waarom verspillen we zoveel voedsel en hoe kunnen we dat oplossen? Zou iedereen veganistisch moeten worden? En is dat een realistische optie?

Terwijl het debat over voedselproductie vaak gevoerd wordt op basis van meningen en gevoelens, kiest Vaclav Smil in dit boek voor een verfrissend kwantitatieve benadering. Hij vertelt waarom we sommige dieren wel eten en andere niet, hoe de mensheid door het succes van graan exponentieel kon groeien, en hoe we de uitdijende wereldbevolking kunnen blijven voeden met minder impact op de planeet.

Met de nieuwste wetenschappelijke feiten en cijfers maakt Vaclav Smil duidelijk hoe we het kapotte voedselsysteem kunnen repareren.

Fragment uit

Lees ook: Cijfers liegen niet : 71 dingen die je over de wereld moet weten (uit 2021) en Zo zit de wereld in elkaar : wat de wetenschap ons leert over het verleden, het heden en de toekomst (uit 2022).

Terug naar Overzicht alle titels


Winnie Sorgdrager

Zuurstof van de samenleving : waarom cultuur een regeringszaak is
De Geus 2024, 288 pagina's € 21,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Winnie Sorgdrager (1948-)

Korte beschrijving
Een essayistische verhandeling over cultuurbeleid in Nederland. Het boek analyseert de complexe relatie die de Nederlandse samenleving heeft met cultuur. De auteur citeert een stroef subsidiesysteem, drastische bezuinigingen in 2011 en anti-elitaire sentimenten, met een forse vermindering van overheidsuitgaven in de culturele sector als gevolg. Het boek onderzoekt de historische wortels van deze problematiek en de impact op het cultuurbeleid. De auteur doet voorstellen voor een verbeterd cultuurbeleid, met de overtuiging dat cultuur essentieel is voor de identiteit van een samenleving en dat iedereen toegang moet hebben tot cultuur. Diepgaand en betogend geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Winnie Sorgdrager (Den Haag, 1948) is jurist. Ze was minister van Justitie, Eerste Kamerlid en lid van de Raad van State, maar ook voorzitter van de Raad voor Cultuur. Ze is bestuurder en toezichthouder (geweest) van een flink aantal culturele organisaties. Ze schreef vele boeken.  Het boek maakt deel uit van de serie: 'Publieke ruimte'.

Tekst op website uitgever
Nederland en cultuur, het is geen gemakkelijk huwelijk. Dankzij een vastgelopen subsidiesysteem, de drastische bezuinigingen uit 2011 en anti-elitaire sentimenten in de samenleving geeft de overheid momenteel weinig geld uit aan deze zogenaamde linkse hobby.

In Zuurstof van de samenleving laat voormalig voorzitter van de Raad voor Cul­tuur Winnie Sorgdrager zien welke historische wortels er ten grondslag liggen aan het huidige ongemak, en welke gevolgen dat door de jaren heen heeft ge­had op het Nederlandse cultuurbeleid. Bovenal doet ze voorstellen voor een beter cultuurbeleid in een veranderend Nederland. Want cultuur is juist van groot belang voor de identiteit van een samenleving, reden waarom juist iedereen aan cultuur moet kunnen deelnemen.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Gabriël van den Brink 2

De actualiteit van het archaïsche : tegen de moedeloosheid van de moderne tijd
Prometheus 2025, 640 pagina's € 44,99

Korte bio op website van Gabriël van den Brink (1950)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Hoe verwarrender onze wereld wordt, des te groter het verlangen naar richting. En dat is precies wat Gabriël van den Brink in zijn nieuwe duiding van de menselijke evolutie beoogt. Met een magistrale blik overziet hij vele vormen van menselijk handelen, te beginnen bij lichamelijke, zoals voeden, vechten en zich voortplanten, die we met andere primaten gemeen hebben, tot meer geestelijke, zoals spreken, geloven en schilderen, die alleen bij mensen voorkomen. De actualiteit van het archaïsche geeft een filosofisch doordacht beeld van ons bestaan waarbij niet alleen duidelijk wordt hoe we van andere dieren verschillen, maar ook wat we ondanks alle spanningen met elkaar delen. Dat biedt houvast en hoop, door te laten zien dat de wereld ons niet slechts overkomt – ze hangt mede af van de manier waarop wij zelf al dan niet handelen. Veel problemen waarmee wij worstelen vloeien voort uit onze evolutionaire voorgeschiedenis. Aan ons de uitdaging om te komen tot een betere balans tussen datgene wat het moderne leven van ons vraagt en datgene wat we in het verre verleden ooit geworden zijn.

Gabriël van den Brink was hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan Tilburg University en werkte daarna als gasthoogleraar wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. Eerder verscheen van hem bij Prometheus Ruw ontwaken uit een neoliberale droom (2020, 6de druk).

Fragment uit

Lees ook: Ruw ontwaken uit de neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent (uit 2020).

Terug naar Overzicht alle titels


René van Stipriaan

Afscheid van het oude Nederland : kunnen we onze democratie nog redden?
Querido 2025, 184 pagina's  € 17,50

Wikipedia: René van Stipriaan (1959)

Korte beschrijving
Een maatschappijkritische analyse van de huidige politieke stand van zaken in Nederland, met speciale aandacht voor de invloed van populisme op de Nederlandse democratie. René van Stipriaan bespreekt de afname van welvaart in Nederland sinds de jaren 80, toen de verzorgingsstaat werd ingeperkt en privatisering van nutsbedrijven aansloeg. Het groeiende populisme kreeg in 2023 een centrale rol in de politiek, met gevolgen voor de rechtsstaat, cultuur, wetenschap, journalistiek, economie en de levens van duizenden immigranten. Van Stipriaan benadrukt de noodzaak van samenwerking in een geglobaliseerde, alsmaar complexere wereld. Het boek roept op tot actie om de democratie te redden te midden van deze uitdagingen, hoe moeilijk dat ook is. Vaardig en met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  René van Stipriaan (Heerhugowaard, 1959) is een Nederlands cultuurhistoricus. ‘De zwijger’,* zijn biografie van Willem van Oranje, werd bekroond met de Libris Geschiedenis Prijs 2022 en de Nederlandse Biografieprijs 2022. Hij schreef vele boeken.

Tekst op website uitgever
Na decennia waarin Nederland bloeide, braken omstreeks 1980 jaren aan waarin het opeens anders moest. De verzorgingsstaat was te groot: nutsbedrijven werden geprivatiseerd, de sociale vangnetten werden minder stevig. Niet iedereen deelde meer mee in de weelde.

Het populisme bleek vervolgens een electoraal wondermiddel voor politieke avonturiers en bleef groeien. Na de verkiezingen van 2023 kwamen populisten zelfs in het middelpunt van de macht. De rechtsstaat, de cultuur, de wetenschap, de journalistiek, de economie en niet te vergeten vele duizenden immigranten worden er rechtstreeks door bedreigd.

In Afscheid van het oude Nederland analyseert René van Stipriaan de diepere oorzaken van de ontevredenheid en de onverdraagzaamheid. Hij maakt pijnlijk duidelijk dat Nederland het niet meer alleen kan redden: de wereld is – door globalisering, digitalisering en doorgeschoten belangenpolitiek – zo complex en zo bedreigend dat we verbinding moeten zoeken met anderen die een beschaafde weg uit de chaos willen vinden.

Afscheid van het oude Nederland beschrijft bovendien een politieke cultuur die zichzelf en de bevolking in het ongerede heeft gebracht. Dat het uur van de waarheid komt op een moment dat de wereld in brand begint te vliegen, maakt het niet eenvoudiger om hier iets aan te doen. Maar het zal moeten.

Fragment uit 6. Wat valt er te lachen? Veertien jaar Rutte
Het eerste kabinet Rutte viel in april 2012 nadat de PVV niet had willen tekenen voor extra bezuinigingen. Het was voor Rutte aanleiding om Wilders en diens partij in de ban te doen. Op datzelfde moment begon Rutte de jacht in te zetten op de kiezers van Wilders. Kiezers die in 2010 vanaf de linkerzijde een heel eind, onder het brede midden door, naar extreemrechts waren gezwommen; Rutte hoopte nu, door Wilders de schuld te geven van de breuk, deze kiezers uit diens vijver te kunnen opvissen. Deze benadering moest de VVD groter maken dan ze ooit was geweest.
  Alleen met deze strategie in het achterhoofd vallen de gebeurtenissen in het decennium dat volgde enigszins te begrijpen. De VVD kwam in een complex dubbelspel terecht, en de taal die Rutte daarin bezigde was onvervalste newspeak, in de nest orwelliaanse betekenis van het woord. Het ene zeggen, het andere bedoelen, en doen alsof daar geen tegenstelling tussen bestaat: 'War is peace, freedom is slavery, ignorance is strength', aldus het ministerie van Waarheid in Nineteen Eighty-Four. Als voorbeeld een klein, reeds lang vergeten voorval uit het kabinet-Rutte 1. het ging over de Nederlandse Kunduz-missie in Afghanistan. Minister van Defensie, Hans Hillen had in Vrij Nederland deze operatie een 'militaire missie' genoemd, en dat was het voor een belangrijk deel ook. Hij kreeg een woedende Rutte aan de telefoon; Hillen kon zijn ontslagbrief gaan schrijven. Want het was een 'politietrainingsmissie'; die naam had ze gekregen om in de Tweede kamer de noodzakelijke steun van GroenLinks te verwerven. Hillen hoefde uiteindelijk geen ontslag te nemen, maar ging in de Tweede Kamer door het stof. Wie er oog voor had, zag dit procedé in de Ruttejaren steeds opnieuw in allerlei varianten herhaald worden. En dat alles voor de goede verstaander, namelijk de harde kern van de VVD, de kleine zelfstandigen, het midden- en kleinbedrijf en het grote bedrijfsleven, en een grote groep gepensioneerden, die het land nog hadden opgebouwd, goed hadden geboerd en aanspraak maakten op hun eigen zorgeloosheid.
  Ondernemers wisten dat wanneer Rutte een of andere maatregel probeerde door te drukken, hij luid verkondigde dat hierbij 'onze banen' op het spel stonden, alsof het hem om het lot van de werknemers ging, maar dat hij vooral bezig was mooie dingen voor het bedrijfsleven te regelen. Rutte werd over deze strategie bijgepraat door figuren die je zelden op de voorgrond zag, zoals Ben Verwaayen, groot geworden in de telecomsector, of Niek Jan van Kesteren, die jarenlang directeur van VBO-NCW was. Ook de toenmalige CEO van Shell, Ben van Beurden, kon zonder kloppen binnen in het Torentje. Als ze Rutte jaren achter elkaar allerlei lelijks over de EU hoorden verkondigen, wisten ze dat hij tegelijkertijd bezig was in Europa voor het Nederlandse bedrijfsleven profijtelijke regelingen tot stand te brengen. De kroon op dit werk was de omgang met immigranten door de opeenvolgende kabinetten-Rutte. Asielzoekers werd het leven steeds zuurder gemaakt; opvangcentra werden bij een afname van de toestroom gesloten, ze werden niet als reservecapaciteit aangehouden, maar afgestoten, waardoor er bij de geringste toename meteen een probleem ontstond. Het opvangcentrum Ter Apel vlak bij de Duitse grens werd het symbool van het harde asielbeleid van Rutte. En het ging al snel alleen nog maar over asielzoekers. En zo wilde Rutte het graag hebben. Ter Apel bewees, met alle wantoestanden die daar door journalisten vastgelegd werden, dat de kabinetten-Rutte heel toegewijd bezig waren om buitenlanders zo snel mogelijk weer het land uit te werken, door het hun niet te veel naar de zin te maken. Gematigde politici die zeiden dat het wel wat humaner kon, laadden de verdenking op zich de grenzen 'wijd open te willen zetten'. (pagina 99-101)

Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 24 januari 2025

Irene Vallejo 2

Uit liefde voor het lezen : een pleidooi
Meulenhoff 2025, 55 pagina's € 15,--

Oorspronkelijke titel: Manifesto por la lectura (2020)

Wikipedia: Irene Vallejo (1979-)

Korte beschrijving
Een kort (55 pagina’s) pleidooi voor het belang van literatuur. Schrijver en filoloog Irene Vallejo onderzoekt in dit boek in negen korte hoofdstukken het veelzijdige belang van literatuur. Zo gaat ze in op de link tussen literatuur en empathie, het belang van oude en nieuwe ideeën voor de democratie en de waarde van literatuur als tegenhanger van de gejaagde digitale wereld. Ze beschrijft het grote belang van bibliotheken, ook in plattelandsgemeenten, en het lezen op school. De bladzijden hebben een zeer ruime bladspiegel. Erudiet en bevlogen geschreven, met enkele poëtische beelden. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Irene Vallejo (Zaragoza, 1979) is een Spaanse schrijver en filoloog. Ze is auteur van twee romans en een aantal kinderboeken en heeft wekelijkse columns in El País en Heraldo de Aragón. Ze schreef eerder onder ander ‘Papyrus’ (2021), haar eerste non-fictieboek.

Tekst op website uitgever
In haar bevlogen pleidooi wijst Vallejo ons op het tijdloze belang van lezen. Ze benadrukt dat lezen geen passieve activiteit is, maar juist een meeslepende ervaring, die onze zintuigen stimuleert en ons de wereld en onze medemens beter leert begrijpen. Literatuur speelt een cruciale rol in ons empathisch vermogen en kritisch denken en is essentieel voor het functioneren van een gezonde democratie. Vallejo’s meeslepende proza bewijst direct haar punt: literatuur is in staat een diepgaande invloed te hebben op iedereen.

We leven in een tijd van verandering, onzekerheid en afleiding door een digitale parallelle wereld. Irene Vallejo betoogt dat we daarom juist nu inzicht en troost kunnen vinden in boeken, in teksten uit het verleden die ons eraan herinneren dat niets wat we tegenkomen voor het eerst gebeurt. In het geheugen dat vastgelegd is in boeken, herkennen we menselijke ervaringen. Hierdoor zijn we in staat ons met elkaar verbonden te voelen. Het zijn taal en creativiteit die ons in tijden van crisis en verandering hoop kunnen geven.

Irene Vallejo (1979) studeerde klassieke literatuur aan de universiteiten van Zaragoza en Florence. Ze is de auteur van twee romans en een aantal kinderboeken. Daarnaast geeft ze lezingen en beschrijft ze in haar wekelijkse columns in El País en Heraldo de Aragón haar liefde voor de klassieke oudheid. Papyrus was haar eerste non-fictieboek en een wereldwijde bestseller. De vertaalrechten zijn aan meer dan dertig landen verkocht. Ook haar roman Elyssa verscheen bij Meulenhoff.

Fragment uit V. Bizarre ideeën
Boeken, vehikels van ons geheugen in staat om de toekomst te sturen, sproten niet voort uit een plotselinge inspiratie; ze waren een uitvinding waar al langer naar verlangd en gezocht werd. Door de eeuwen hen werkten tal van briljante geesten aan verbeteringen, en ze verkenden met hun vernuft de mogelijkheden ervan. De zo begeerde drager van het schrift moest tegelijk klein, licht, hanteerbaar, draagbaar en - in de stoutste dromen - ook nog duurzaam zijn. Een ding dat het mogelijk zou maken om te lezen met je handen, dat je in een zadeltas zou kunnen stoppen, dat je op reis zou kunnen meenemen - en het kalme tegendeel daarvan: dat je zou kunnen opbergen in kasten. Een robuust ding bestand tegen de tand des tijds en de vernielzuchtige vingers van kinderen. Een eenvoudig voorwerp dat de meest complete kennis kon bevatten. Draagbare wijsheid om te bewaren in een kist of onder je kussen, om uit te lenen aan een vriend en om ons te vergezellen op een avontuurlijke reis van het ene land naar het andere. Dankzij dat gedroomde voorwerp zouden de verhalen van ouders passen in de rugzak van hun kinderen, samen met herinneringen en overgeërfde hoop. Als iets wat perfectie benadert zijn boeken de reddingsboten voor onze taalschat in de stormen van de tijd. 
  In die kluizen bestaand uit pagina's hebben we onze beste gedachten opgeborgen.
Hadden we die niet gehad, dan zouden we misschien de handvol stoutmoedige Grieken zijn vergeten die zich in een gevaarlijk experiment van collectieve verantwoordelijkheid stortten dat ze 'democratie' noemden. En de hippocratische artsen die de eerste gedragscode uit de geschiedenis opstelden, waarin ze beloofden eenieder te helpen die hulp nodig had: 'Sta stil bij de middelen waarover je patiënt beschikt. En als je de mogelijkheid hebt om iemand te helpen die in geldproblemen zit verleen diegene dan volledige bijstand.' En Plato, die in De staat eiste dat vrouwen toegang kregen tot bestuurlijke taken en alle andere ambachten:

Geen enkel functie in het bestuur van de staat is voorbehouden aan de vrouw omdat zij een vrouw is, net zoals dat geldt voor de man als zijnde man; de natuurlijke gaven zijn gelijkelijk over beide geslachten verdeeld, en de vrouw deelt uit die aard mee in alle functies, net zoals de man.

Of de wetboeken van de Romeinen - rare jongens -, die het model leverden voor ons idee van burgerschap. Quintilianus, een onderwijzer geboren in het huidige Calahorra, die zich uitsprak tegen de vernederende straffen op school en stelde dat leergierigheid slechts afhangt van de wil, 'waar geen ruimte is voor geweld'. Of die christen geboren in Syrië, Paulus van Tarsus, die misschien het eerste betoog over gelijkheid hield toen hij zei: 'Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrije mensen, mannen of vrouwen.'
  De kennismaking met wat onze voorouders allemaal hadden bedacht inspireerde ons tot zulke vergaande ideeën in het dierenrijk als mensenrechten, democratie, vertrouwen in de wetenschap, vrijheid, volksgezondheid, leerplicht, het belang van een eerlijk proces en de zorg voor de zwakkeren in de samenleving.
Wie zouden we vandaag de dag zijn zonder die ideeën? (pagina 31-34)

Lees ook: Papyrus : een geschiedenis van de wereld in boeken (uit 2021).

Mounir Samuel 2

Nederland voor de Nederlanders : mijn antwoord op (extreem)rechts
Nieuw Amsterdam 2024, 205 pagina's  € 17,99

Wikipedia: Mounir Samuel (1989)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Welkom in Nederland voor de Nederlanders. Een land waar steeds minder mensen thuis horen, zich thuis voelen of een thuis vinden. Want wie is die Nederlander, en wie bepaalt dat?

Nederland voor de Nederlanders laat zien hoe de samenleving verhardt, de ongelijkheid groeit en de pijlers van onze democratie en rechtstaat wankelen. Het gaat niet goed met Nederland, en Nederland doet geen goed. Nu (extreem)rechtse politici in het centrum van de macht zijn beland, dreigt ons land aan zichzelf ten onder te gaan. In dit persoonlijke en politieke boek ontwart politicoloog Mounir Samuel de kluwen waarin we verstrikt zijn geraakt, geeft hij antwoorden op deze tijd en wijst hij de weg naar een land dat hoop brengt en leven geeft. Een Nederland voor alle Nederlanders.

Fragment uit (het) Woord vooraf
Welkom in Nederland voor de Nederlanders. Een land waar steeds minder mensen thuishoren, zich thuis voelen of een thuis mogen vinden. Tot het punt dat ik en vele anderen met mij Nederland definitief willen verlaten.
  Maar zomaar vertrekken doe ik niet. Daarom dit boek, of manifest.
  Over wie die Nederlanders eigenlijk zijn, of mogen zijn en bovenal wie nooit Nederlander mochten of mogen worden.

  Over welk land we nog zijn en wat er nog van Nederland over is voor die Nederlanders aan wie dit land wél zou toebehoren. 


  En over hoe we volledig aan onszelf ten onder dreigen te gaan en wel zo dat er straks geen Nederland meer over is om Nederlander in te zijn. Als we zo doorgaan, worden we een volk zonder land. Nederlanders zonder Nederland.
  Ik zal in dit boek bij vlagen persoonlijker zijn dan ik ooit ben geweest. Dat doe ik omdat ik met de teloorgang van dit land bijzonder weinig te verliezen heb, maar ook omdat ik hoop hiermee eindelijk invoelbaar te maken wat het werkelijk betekent om nooit volledig thuis in eigen land te mogen zijn.
  Tegelijk ben ik in dit boek politieker dan in eerder werk. Als politicoloog zijn het even fascinerende als verontrustende tijden. Het vaste fundament van onze democratie en rechtstaat toont steeds grotere scheuren. De zuilen van de trias politica en onafhankelijke pers trillen vervaarlijk. Het demonstratierecht en de rechterlijke bescherming blijken holle muren. Mensenrechten en internationale verdragen zijn steeds vaker loos papierwerk.
  Ik ben me ervan bewust dat weinigen de werkelijke betekenis en inhoud van deze abstracte begrippen kennen. Daarom zal zo duidelijk mogelijk uitleggen wat deze veelgebruikte en misbruikte termen betekenen en hoe de vrijwel dagelijkse ondermijning ervan er concreet uitzien.
  Dit boek gaat bij uitstek over Nederland. Het gaat ook over Gaza. De genocide aldaar legt pijnlijk bloot waar ons land voor staat, om draait en nu vooral op dreigt te vallen; te weten vrede en recht, de rechtstaat en de rechtspraak, onze internationale positie ne het belang van Internationale verdragen. Op geen andere kwestie lijken het systeem en de samenleving meer met elkaar in botsing. Daar waar er nog enig vertrouwen was in politieke representatie of onafhankelijke verslaglegging, is daar bij velen sinds 7 oktober 2023 nauwelijks tot niets van over. Gaza toont ons het absolute morele failliet van Nederland, waar 'nooit meer' 'alweer' en 'nog steeds' bleek, en legt tegelijk de onverschilligheid bloot van zovelen die liever zwijgen en wegkijken. Ik kan geen van beide en wie dit boek leest kan dan nadien ook niet meer, daarvan ben ik overtuigd. Al was het maar omdat met elke dode daar ook de ziel van ons lands steeds verder sterft.
  Ik toon wellicht een Nederland waar sommigen zich niet direct zullen herkennen. Anderen zullen de rol en impact van datzelfde Nederland misschien niet willen erkennen. Dat is begrijpelijk, wanneer zij wél door de politiek en samenleving als gewenste Nederlanders worden beschouwd. De waarheid is dat ik zelf al even hard met mijn woorden worstel. Kan ik dit schrijven?  Mag ik dit schrijven? Lijk ik nu net zo verzuurd als ons eigen grondwater? Zie ik het verkeerd?  Ben ik te hard? Wekenlang lag ik piekerend in bed over mijn eigen tekst. Maar het is zoals Jezus sprak: 'de waarheid zal u kennen en de waarheid zal u vrijmaken' (Johannes 8:32). In die ongemakkelijke maar bevrijdende waarheid wil ik staan en nog één keer de strijd aangaan, als Nederlander voor Nederland. (pagina 9-11)

Lees ook: Jona zonder walvis : een profetie voor Nederland (uit 2022)

Terug naar Overzicht alle titels

Christian Grataloup

Van savanne tot stad
Nieuw Amsterdam 2025, 461 pagina's - € 34,99

Oorspronkelijke titel: Géohistorie (2023)

Wikipedia: Christian Grataloup (1951-)

Korte bespreking
Een grondig (461 blz.) overzicht van de geschiedenis van de mensheid vanuit geografisch perspectief. Geograaf Christian Grataloup biedt een vernieuwende kijk op de geschiedenis door te beginnen bij de geografie. Hij onderzoekt hoe geologie, antropologie, klimatologie, demografie, genetica en economie hebben bijgedragen aan de vorming en ontwikkeling van menselijke samenlevingen. Het boek beschrijft de opkomst van de eerste beschavingen, hun groei en ondergang. Grataloup gaat tevens uitgebreid in op eigentijdse kwesties als het veranderende klimaat. Vaardig en erudiet geschreven, zonder voetnoten of bibliografie. Met kaarten en diagrammen in kleur en zwart-wit. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Christian Grataloup (1951) is een Franse geograaf en emeritus-hoogleraar aan de Université Diderot in Parijs, die zich met name bezig houdt met geo-historisch onderzoek. Hij schreef eerder o.a. de ‘Atlas van de wereldgeschiedenis’ (2021, 2025)*.

Tekst op website uitgever
Wat als we onze geschiedenis vertellen door te beginnen bij de geografie? Aan de hand van geologie, antropologie, klimatologie, demografie, genetica en economie schetst dit baanbrekende boek een andere geschiedenis van menselijke samenlevingen door de eeuwen heen.

Van savanne tot stad maakt duidelijk hoe en waarom de eerste menselijke beschavingen konden ontstaan, hoe die zich verder ontwikkelden en soms ook weer verdwenen. Een geschiedenis van de mens en de wereld waarin hij leeft. Een wereldwijde geschiedenis. Een geogeschiedenis.

'Christian Grataloup brengt de geschiedenis van de mens op unieke wijze in kaart.' Le Figaro

'Hoe de mens zich verspreidde over Polynesië, hoe de ijstijd onze soort beïnvloedde, de mens in zijn moderne stadsomgeving: Grataloup beschrijft het allemaal. Kortom, pure geo-historie' KIJK Geschiedenis

Fragment uit hoofdstuk 7. De wereld was eventjes Europees
Welke hedendaagse samenleving vertoont geen oorspronkelijk Europese kenmerken, al is het tegen wil en dank? Kijk dan alleen maar naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties: overwegend mannen - hoewel daar misschien niets specifieks Europees aan is - van wie de meeste in pak. Ze communiceren voornamelijk in de officiële VN-talen, waarvan er vier Europees zijn (Engels, Frans, Spaans en Russisch; de andere twee officiële talen zijn Arabisch en Chinees, maar Engels voert de boventoon). Deze talen behoren inderdaad tot de talen die meer dan 100 miljoen sprekers hebben, maar daarvan zijn er nog wel meer. Hindi (de wereldwijd op twee na meest gesproken taal), Bengali, Urdu, Indonesisch, Japans, Marati, Telugu, Tamil, Kantonees, Vietnamees, Tagalog, Perzisch, Hausa, en daarnaast slechts twee andere talen, Portugees en Duits (de laatstgenoemde net aan). De meerderheid van de leden van de Algemene Vergadering eet geglobaliseerd voedsel waarvan veel gerechten van Europese origine zijn. Bovendien doen ze dat vaak met mes en vork, volgens een dagelijks ritme dat en in een volgorde van gerechten die grotendeels uit Europa zijn overgenomen, te beginnen met het ontbijt Het recht waarnaar ze verwijzen is van dezelfde herkomst. Ze vertegenwoordigen natiestaten, een geopolitieke constructie die ontstond in het Europa van de achttiende-negentiende eeuw (een samenleving die zich bewust was van haar eenheid en zich bevond op een grondgebied dat door duidelijke grenzen was afgebakend) en in de twintigste eeuw uitgroeide tot de wereldwijd theoretische norm.
  De lijst van Europese erfenissen is nog veel en veel langer , op het vlak van waarden, smaakvoorkeuren, kunst, morele normen, enzovoort. Maar al deze Europese kenmerken, en dit is de kern van het globaliseringsproces, zijn geglobaliseerd. Dat wat we vaak voor universeel houden was eigenlijk heel specifiek. Bezien vanuit het perspectief van de vijftiende eeuw is het ronduit verbazingwekkend want destijds leek werkelijk niets te wijzen op zo'n expansie van de wereld. Europa was weliswaar een van de dichtstbevolkte en meest dynamische werelden van de As, maar het had niet de meeste inwoners en kende evenmin de grootste technologische ontwikkeling. Bovendien kon het ook niet profiteren van een centrale ligging ten opzichte van het verkeer in de As. (pagina 329-330)

Terug naar Overzicht alle titels

Robert MacFarlane

Leeft een rivier?
Athenaeum, Polak & Van Gennep 2025, 352 pagina's € 27,50

Verschijnt mei 2025

Oorspronkelijke titel: Is a river alive? (2025)

Korte bio van Robert MacFarlane (1976-)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Overal ter wereld sterven rivieren door vervuiling, droogte en indamming. Al sinds mensenheugenis moeten rivieren dienstbaar zijn voor vervoer, voor energie, als bron van voedsel, als open riool. Wereldwijd is er echter ook een beweging gaande die het leven en de rechten van rivieren en andere natuur wil erkennen en wil vastleggen in de wet om verdere vernietiging tegen te gaan.

Natuurschrijver Robert MacFarlane is diep overtuigd van deze Rights of Nature. In Leeft een rivier? neemt hij zijn lezers mee op een reis langs drie grote stroomgebieden, in Ecuador, India en Canada. Van nevelwouden naar lagunes en van kreken naar kolkende watermassa’s. Alle drie de rivieren worden bedreigd en voor alle drie wordt een strijd geleverd.

Leeft een rivier? is MacFarlanes meest persoonlijke én politieke boek tot nu toe. Het bruist van de fascinerende ideeën, onvergetelijke personages en verhalen, en van de haarscherpe natuurobservaties die zijn handelsmerk zijn. Hij verweeft cultuur- en natuurgeschiedenis, reportages, reis- en natuurverslagen met poëtisch proza.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Ernest Becker

De ontkenning van de dood
Athenaeum, Polak & Van Gennep 2025, 352 pagina's € 27,50
Uitgegeven in de Paradigmareeks

Verschijnt mei 2025

Oorspronkelijke titel: The denial of death (1973)

Wikipedia: Ernest Becker (1924-1974)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
In De ontkenning van de dood (1973) pakt Becker het probleem van de grootste leugen van het menselijk bestaan aan: de weigering om de eigen sterfelijkheid te onderkennen. De gehele beschaving lijkt zichzelf namelijk te beschermen tegen het besef van de dood als einde van het leven.

Volgens Becker leven we behalve in onze tastbare wereld ook in een symbolische, waarin zich de overtuiging van onze onsterfelijkheid bevindt. We scheppen om herinnerd te worden, om deel uit te maken van iets waarvan we geloven dat het eeuwig zal duren. Op die manier hopen we ons leven betekenis te geven. Becker werpt een nieuw licht op de aard van de mensheid en roept op tot het leven van het leven.

Fragment uit

Marian Donner 3

Rooksignalen (een hoofdkussenboek)
Das Mag 2024, 120 pagina's € 23,99

Wikipedia: Marian Donner (1974)

Korte beschrijving
Een filosofische zoektocht naar meer vrijheid en speelsheid in het leven. Marian Donner springt van thema naar thema, zoals popcultuur, kwantummechanica en orka’s. Ze neemt de lezer mee op reis, vergezeld door de woorden van haar overleden vader, een voormalig schaakkampioen. De ontmoetingen met escorts lieten haar een andere wereld zien. Ook de stem van de Japanse hofdame Sei Shõnagon, die meer dan duizend jaar geleden een dagboek bijhield, speelt een rol in haar observaties. Het boek is een uitnodiging om los te komen van de beperkingen van hedendaagse structuren en controle, en om te streven naar meer ruimte en lucht in het leven. Eigenzinnig en lichtvoetig geschreven. Marian Donner (Amsterdam, 1974) is schrijver, cultuurcriticus, columnist en essayist. Ze schreef meerdere boeken. Haar werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Op zoek naar een betere toekomst, een met meer spel, meer dans, meer vrijheid vooral, hink-stap-springt Marian Donner door de popcultuur, langs orka’s, ‘schreeuwende’ planten, oorlogsrecht, kwantummechanica en Ninjago. Onderweg neemt ze de woorden van haar overleden vader mee, voormalig schaakkampioen. De escorts die ze ontmoette bij het bureau waar ze jarenlang de telefoon opnam, laten haar een schaduwwereld zien. En dan is er nog de stem van de Japanse hofdame Sei Shõnagon. Meer dan duizend jaar geleden hield ze een dagboek bij. Wat kan zij ons tonen?

Rooksignalen (een hoofdkussenboek) is een trip, een dans, weg van de hokjes en labels, de huidige controledrift, rechtlijnigheid en zwaarte, naar meer ruimte en lucht.

Marian Donner is essayist en columnist bij De Groene Amsterdammer, waar ze schrijft over popcultuur, technologie en alle overige pijnpunten van het moderne leven. Eerder verschenen van haar De grote weigering en de internationale bestseller Zelfverwoestingsboek. Haar interesse ligt bij alles wat afwijkt van de norm (en de kwantummechanica).

Fragment uit

Lees ook: Zelfverwoestingsboek : waarom we meer moeten stinken, drinken, bloeden, branden & dansen (uit 2019) en De grote weigering (uit 2022).

Roderick Nieuwenhuis

Mens en machine : hoe stoom, stroom en smartphone ons ondermijnen
Ambo Anthos 2025, 272 pagina's  € 23,99

Verschijnt maart 2025

Korte bio van Roderick Nieuwenhuis (1982)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Onderzoek naar de opmars van de machine door de eeuwen heen. Komt de machine ons helpen of gaat hij ons vervangen?

Nu de mens voor het eerst in de geschiedenis rondloopt met een machine in de broekzak, in de vorm van een smartphone, rijst de vraag of dit ooit de bedoeling was. Kunnen we de gevolgen wel overzien? En waar komt die menselijke behoefte naar de machine eigenlijk vandaan? Welke hoop had en heeft de mens voor de machine? En worden die verwachtingen waargemaakt?

In Mens en machine gaat journalist en historicus Roderick Nieuwenhuis terug tot de eerste machinedenkers uit de vroege zestiende eeuw, om via de industriële revolutie weer in het nu te belanden. Hij onderzoekt hoe de ogenschijnlijk onstuitbare opmars van de machine in de afgelopen eeuwen door de mens is beoordeeld en verwerkt. Daarbij maakt hij gebruik van de vele verschillende cultuurproducten die in de afgelopen vierhonderd jaar door schrijvers, filosofen en kunstenaars over de machine zijn gemaakt. Het doel is antwoord te krijgen op de vraag die de mensheid bezighoudt sinds de klassieke oudheid en de mythe van Prometheus: komt de machine ons helpen of gaat hij ons vervangen?

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


donderdag 23 januari 2025

Geert-Jan Knoops

Als de rechtsstaat faalt : wat onrecht met de burger doet
Ambo Anthos 2025, 208 pagina's  € 21,99

Verschijnt mei 2025

Wikipedia: Geert-Jan Knoops (1960)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Wat gebeurt er als onze rechtsbescherming niet meer goed functioneert? Wat zijn de gevolgen van het falen van de overheid? Wat moeten we doen om de burger beter te beschermen?

In Als de rechtsstaat faalt gaat de bekende strafpleiter Geert-Jan Knoops, aan de hand van vele voorbeelden uit zijn nationale en internationale rechtspraktijk, in op deze vragen.

De rechtsstaat beschermt de Nederlandse burger steeds minder goed en politieke krachten hebben meer en meer invloed op het functioneren van de rechtsstaat. Is dit verwijt terecht? Sinds 9/11 nemen wereldwijd het terrorisme en de oorlogsdreigingen toe, wat een grote impact heeft op de waarborging van de rechten van burgers. In Nederland laat de recente toeslagenaffaire zien hoe burgers de dupe kunnen worden van het falen van de overheid. En de kwestie rond de Afghaanse tolken die de Nederlandse strijdkrachten hielpen in Afghanistan toont dat de overheid te weinig doet om de burgers te beschermen.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Richard Reeves

Over jongens en mannen : waarom de moderne man het moeilijk heeft, waarom dit ertoe doet en wat we eraan kunnen doen
Meulenhoff 2025, 366 pagina's € 23,99

Verschijnt april 2025

Oorspronkelijke titel: Of boys and men (2024)

Korte bio van Richard Reeves (1969)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
In Over jongens en mannen – boek van het jaar volgens The New Yorker en The Economist, Barack Obama 2024 Summer Reading Selection – reflecteert journalist en wetenschapper Richard Reeves op de structurele uitdagingen van de huidige genderrollen in de westerse wereld en biedt hij innovatieve oplossingen

Mannen zitten vaker in de gevangenis dan vrouwen, hebben minder contact met hun kinderen en een grotere kans op drugsgebruik en zelfmoord. Er studeren minder mannen dan vrouwen af van de universiteit en jongens halen 50 procent meer onvoldoendes voor kernvakken dan meisjes. Dit contrast is nog sterker bij jongens en mannen van kleur of zij die lager op de sociaaleconomische ladder staan. De problemen van jongens en mannen zijn structureel: we zien dezelfde tendensen in de hele westerse wereld. Toch worden zij vaak behandeld als incidenten. Het probleem met mannen wordt beschouwd als het probleem van mannen.

In Over jongens en mannen brengt Richard Reeves de problemen van de moderne man in kaart en stelt hij structurele oplossingen voor: van jongens een jaar later naar school laten gaan tot een strategie om meer mannen in zorgberoepen te krijgen. Het doel: een positieve visie op mannelijkheid die de gendergelijkheid niet in de weg staat.

Richard Reeves is wetenschapper bij de Brookings Institution en voorzitter van het American Institute for Boys and Men, een instituut om bewustzijn te creëren over de uitdagingen waar jongens en mannen vandaag de dag mee te maken hebben en om oplossingen hiervoor te ontwikkelen. Hij is de auteur van Dream Hoarders (2017) en schrijft voor The New York Times, The Washington Post, The Wall Street Journal en The Atlantic.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels

Lucas De Man

Waar gaat het heen? En wat kan ik doen
Pelckmans 2025, 300 pagina's € 27,--

Verschijnt mei 2025

Korte bio van Lucas De Man (1982-)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
In dit boek neemt Lucas De Man je mee naar de toekomst van negen thema’s: democratie, erotiek, landbouw, dood, bouw, eenzaamheid, economie, mentale gezondheid en werk. Hoezo? Is dat niet wat overdreven? Nee. Niet voor Lucas. Hij ziet juist een verband tussen deze thema’s. Ze zijn allemaal in crisis en vragen om een andere manier van denken en doen. Hoe weet hij dat? Lucas maakte de afgelopen zestien jaar meer dan honderdvijftig projecten over deze thema’s in twintig landen. Hij werkte daarvoor samen met wetenschappers, denkers, praktijkexperts en creatieven. Veertig van hen sprak hij voor dit boek opnieuw. Ontdek hun inzichten, verhalen, voorbeelden en vragen en krijg een ongenuanceerd genuanceerd beeld van deze tijd en jouw rol in dit alles.

Waar gaat het heen? En wat kan ik doen? is een boek dat zowel een schop onder de kont als een hart onder de riem biedt aan iedereen die op zoek is.

Lucas De Man is regisseur, presentator en theatermaker. Hij werd geboren in Roeselane (Vlaanderen) in 1982 en studeerde aan de KU Leuven. Hij rondt zijn studie Germaanse Talen in Leuven in 2006 af en zijn studie Regie aan de Amsterdam Hogeschool voor de Kunsten in 2008. Meteen na zijn afstuderen begint Lucas De Man met een groot aantal projecten die aandacht krijgen in de media. Hij maakt installaties, theatervoorstellingen, stadsprojecten en performances. De rode draad in zijn werk is het veranderen van de publieke ruimte als 'anonieme consumptiemarktplaats' tot een plek van verwondering, verbinding en 'ont-moeting'. Deze 'ont-moeting' betreft een 'moment van niet moeten', een plek waar je kwetsbaar én krachtig kan zijn.

Fragment uit

Jona van Loenen

Waarom de laagsteprijsgarantie ervoor zorgt dat jij te veel betaalt : antwoorden op vragen die economen niet durven te stellen
Spectrum 2025, 320 pagina's  € 23,99

Verschijnt mei 2025

Korte bio van  Jona van Loenen (1994-)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Dit boek geeft antwoord op de belangrijkste vragen die economen niet durven te stellen:
* Waarom houden cafés elke week, maar boekenwinkels nooit een happy hour?
* Waarom geven kappers altijd, maar slagers nooit studentenkorting?
* Waarom is het juist goed als overheden blunders maken?
* En waarom zorgt de laagsteprijsgarantie ervoor dat jij veel te veel betaalt?

Hoewel de economie ons leven en de maatschappij compleet beheerst, weten de meesten van ons geen antwoord te geven op deze simpele vragen. De dominantie van de economie heeft ons enorme welvaart opgeleverd, maar met de groeiende ongelijkheid en de opwarming van de aarde is hier de laatste decennia een kentering in te zien. We zien allemaal dat het misgaat en dat er iets moet veranderen, maar we weten eigenlijk niet wat we ertegen moeten doen.

Dit komt doordat we een stap volledig hebben weten te negeren. Voordat we tot een nieuw economisch systeem kunnen komen, moeten we namelijk eerst begrijpen wat de economie nou eigenlijk ís. Door antwoord te geven op de vragen die economen niet durven te stellen, zal jij met het lezen van dit boek de economie eindelijk echt begrijpen. En dat dankzij iemand die zijn studie nooit heeft afgemaakt.

Jona van Loenen (1994) heeft zowel de bachelor Bedrijfseconomie als Organisatiewetenschappen cum laude afgerond aan Tilburg University. Daarna heeft hij de Master Finance en Financial Economics gestudeerd aan Bocconi University en Erasmus Universiteit Rotterdam. Jona startte zijn carrière in 2018 als Head of Research, waarmee hij aan de basis stond van Gain.pro, een van de snelst groeiende FinTech start-ups in Europa. In 2022 maakte Jona de overstap naar Level.works, een softwarebedrijf binnen de arbeidsbemiddeling. Sinds 2021 is Jona columnist en publicist voor o.a. de Volkskrant, Trouw, Het Parool, Het Financieele Dagblad en NRC. Daarnaast schrijft Jona in zijn Substack 'De Undercover Econoom' iedere week over de écht belangrijke (en leuke) economische verhalen, die je van economen nooit te horen krijgt.

Fragment uit

Tommy Wieringa 2


Optimisme zonder hoop

Maand van de Filosofie 2025, 94 pagina's € 8,--

Wikipedia: Tommy Wieringa (1967-)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Lang hadden we de utopische verwachting dat elke generatie het beter zou hebben, nu durven we ons niet eens meer een toekomst voor onze kinderen voor te stellen. In 'Optimisme zonder hoop' betoogt Tommy Wieringa dat de klimaatcrisis ons heeft opgezadeld met een vorm van toekomstloosheid die zonder precedent is in de menselijke geschiedenis. Hoop bewijst haar nut in crises met een natuurlijk einde, zoals oorlogen en pandemieën, in de klimaatcrisis blijkt ze van weinig waarde. Maar geef je de hoop op, stelt Wieringa, dan ontdoe je je ook meteen van de hopeloosheid. Optimisme zonder hoop is een mentaliteit die je in staat stelt een paar snippers leefbare toekomst te verdedigen, ongeacht het resultaat.

Fragment uit 9
Niet alleen oudere individuen registreren achteruitgang en verlies. Sinds het begin van deze eeuw meet onderzoeksbureau Ipsos een wijdverbreid 'verlies van toekomst' onder respondenten in vijftig landen. Achteruitgang van milieu en klimaatverandering worden genoemd als belangrijke oorzaken. Het percentage respondenten dat in 2024 verlies van toekomst ervoer was 75 procent. Al die miljoenen sombere datapunten...
  Hoe te leven met dit fundamentele verlies, welke methoden zijn er te onderscheiden? 
  Voor de zuivere klimaatontkenner van weleer was het gemakkelijk: klimaathysterie, een verzonnen probleem, linkse hobby, enzovoort; alles kon gewoon doorgaan zoals altijd. De klimaatontkenner van toen is de klimaatscepticus van nu. Een zekere erkenning van het probleem is bij hem weliswaar aanwezig, maar de maatregelen vindt hij te duur en te omslachtig, en meer in het algemeen zal de energietransitie mislukken door grondstoffengebrek, afhankelijkheid van fossiel en, o ja, windmolens en zonneparken ontsieren het landschap. 
  Deze methode veronderstelt enig begrip van de realiteit maar staat daar passief tegenover en brengt niets teweeg. In politiek en bedrijfsleven bewijst dit haar nut omdat hiermee het schadelijk handelen kan worden voortgezet als voorheen.

Dan is er de methode die ik provocatief relativisme wil noemen. Ja, het wordt warmer, maar wat geeft het als Stockholm straks het weertype van Amsterdam heeft en Amsterdam dat van Bordeaux? Een Leidse hoogleraar met de raadselachtige leerstoel 'publiek begrip van wetenschap' is hiervan een sprekend voorbeeld. Deze Bas Haring, filosoof-informaticus, ziet net als Annie Dillard hoe de natuur overvloed op verkwisting stapelt, maar waar Dillard in haar werk extase ondergaat over zoveel onwaarschijnlijke variëteit, ziet hij vooral redundantie. Wij kunnen best met minder soorten toe meent hij. Er zijn zoveel soorten vleermuizen en vijgenwespen dat het geen verschil maakt of er daar een paar of zelfs een heleboel van verdwijnen. 


  In Panama neemt hij waar hoe door het verdwijnen van de ocelot de populatie goudhazen toeneemt, diertjes die driftig zaden van de oliepalm verspreiden, die daardoor dominant wordt in het gebied. Hij haalt zijn schouders op en zegt: 'Als je daar rondloopt, dan ziet het er voor jou gewoon uit als groen en weelderig terrein. In de vakartikelen  wordt dat vervolgens een 'meltdown' genoemd. 
Maar als ik er ben... sorry hoor, ik zie gewoon groen.
  Zelf woont de hoogleraar in landelijk gebied boven Amsterdam. Hij vertelt hoe een bioloog die hem bezoekt opmerkt hoezeer daar in de loop der jaren het aantal insecten en weidvogels is afgenomen. Ook daarvan is hij niet onder de indruk: 'Ik vind het er prachtig, net als de vele fietsers en wandelaars.'
  Sinds 1950 is een derde van onze vogelsoorten en tachtig procent van de gevleugelde insecten verdwenen. Een promovendus van hoogleraar trekvolgelecologie Theunis Piersma deed in 2016 onderzoek naar gruttopopulaties rond Koudum. Hij telde 220 nesten, maar 'we kunnen met redelijke zekerheid zeggen dat er nul exemplaren vliegvlug zijn geworden. We bestuderen eigenlijk alleen nog dood, dood, dood.'
  Tegenover de objectieve achteruitgang van soorten plaatst Haring zijn ode aan het raaigras. Monoculturen zijn goede culture, stelt hij, omdat ze het productiefst zijn. 'Want als het nou echt zo was dat een soortenrijk systeem altijd productiever is, waarom zaaien boeren dan niet een soortenrijk systeem uit op hun land. Precies: omdat het niet productiever is.'
  In Voltaires Candide of het optimisme bejubelt meester Pangloss, ook al filosoof, te pas en te onpas dat deze wereld 'de beste va alle mogelijke werelden is, want aangezien alles is gemaakt met een doel, is alles ook noodzakelijkerwijs gemaakt voor het beste doel.' Ook gedurende stormen, schipbreuken, aardbevingen en allerlei fysiek malheur houdt Pangloss staande dat dit le meilleur des mondes possibles is. 
  Voltaires satire was een venijnig antwoord op Leibniz, die het kwaad in de wereld probeerde te verzoenen met een goede god, die een volmaakte schepping had afgeleverd, want als er een betere denkbaar was, dan had hij die immers wel gemaakt.
  Onze Pangloss in de polder weet dat syntheseonderzoek van de VN waarschuwt dat een miljoen soorten dreigt uit te sterven, maar verkiest relativering boven lijden: 'Dat klinkt als een boel en ik schrik ervan, maar een heel, heel kleine fractie daarvan is op enige wijze betrokken bij voedselproductie, medicijnen of iets anders dat wij nuttig vinden.' 
  Als een selectiearts stelt Haring zich op bij de poort van het leven en scheidt het nutte van het onnutte. Hij verleent soorten bestaansrecht of ontneemt ze dat. Om het verdwijnen van niet-utilitaire soorten hoef je niet te rouwen, ze hebben hun bestaansrecht immers niet bewezen. Niet dat hij begrip heeft van sleutelsoorten, de systemische weerbaarheid van grote biodiversiteit of de eenvoudigweg adembenemende schoonheid van weelderige soortenrijkdom.
  Zijn botheid doet hij voorkomen als objectiviteit, zijn emotionele dissociatie als koele rationaliteit. De hemel boven het weiland is vrij van insecten, de bodem is ontdaan van het meeste bodemleven, maar monoculturen zijn goede culturen, want anders zou het wel anders zijn. We scheuren gras, injecteren drijfmest, sproeien insecticiden, overbemesten de bodem en doden schimmels, wormen en bacteriën, want dat is de gewelddadige methode waarmee je een monocultuur in stand houdt, maar dit alles is volgens meester Pangloss 'zo goed als het maar zijn kan.' (pagina 41-45)

Lees ook: Gedachten over onze tijd (uit 2021).

Terug naar Overzicht alle titels


Th.C.W. Oudemans

Verre van evenwichtig

Prometheus 2024, 200 pagina's € 23,99

Verschijnt maart 2025

Wikipedia: Th.C.W. Oudemans (1951-2024)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Soms merken filosofen opeens dat het gangbare denken niet meer voldoet, zij verlaten het vertrouwde spoor en worden ‘buitensporig’. Een beproefde betekeniswereld implodeert en iets geheel nieuws dient zich aan. Dat was in de Oudheid de ervaring van Heraclitus; Descartes overkwam vele eeuwen later iets soortgelijks. Sindsdien leefde de mens in een eeuwige universalistische betekeniswereld. Totdat darwinisme en thermodynamica die wereld doen ineenstorten.

Voor de orde en regelmaat van het universalisme kan dan het buitensporig besef in de plaats komen dat de mens, net zoals alle andere levende wezens, moet worden begrepen als een energieverwerkend organisme, waarvoor harmonie de dood betekent. Is het de filosofie gegeven bij deze omwenteling, die ook haarzelf treft, na te denken? En kan de mens zo’n onevenwichtige wereld bewonen? Dit alles bespreekt Oudemans indringend in zijn laatste, postuum verschijnende boek, waarin de periodieke buitensporigheid van het denken wordt aangewezen als bij uitstek karakteristiek voor Europa.

Over Echte filosofie:
‘Oudemans heeft een onnavolgbaar mooi boek geschreven dat in het verveelde landschap van “filo-tainment” een absolute aanrader is. Want een boek dat zijn eigen vooronderstellingen continu durft te bevragen is “echte” filosofie.’ - De Groene Amsterdammer

‘Oudemans wil (...) tonen (en niet vertellen) wat “echte” filosofie is: “een gesprek van de ziel met zichzelf”, in plaats van het conform academische criteria oplepelen van commentaar op andermans ideeën. Hij zet zich af tegen elke populariserende filosofie en wil trouw zijn aaneen filosofie, zegt hij, “die niet van de mensen is, maar dat denken is dat het menselijk denken tekent zonder hierdoor te kunnen worden ingehaald”.’ - Sjoerd de Jong, NRC

Th.C.W. Oudemans (1951-2024) was een van de origineelste filosofen van Nederland. Hij was jarenlang verbonden aan de Universiteit Leiden en publiceerde diverse boeken, waaronder De verdeelde mens, Echte filosofie, In natura en Omerta. In 2014 verscheen het succesvolle Plantaardig, over de overeenkomst tussen planten en mensen, gevolgd door Moeder Natuur. De plaats van de mens in de kosmos (2020), Europa, Europa. Humanisme als racisme (2021) en Om de tuin geleid. Natuur en horticultuur in Europa (2024). In Wedde (Groningen) stichtte hij op zijn landgoed Tenaxx een uniek arboretum, dat jaarlijks vele bezoekers trekt.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Stine Jensen 2

Goddeloos : waarom we atheïsme nodig hebben
Prometheus 2024, 92 pagina's  € 14,99
Reeks Nieuw licht

Wikipedia: Stine Jensen (1972)

Korte beschrijving
Een beknopte (92 p.) filosofische beschouwing van het belang van atheïsme en secularisme voor de vrijheid van zowel geloof als ongeloof. Het boek onderzoekt waarom, ondanks het feit dat Nietzsche God reeds in de negentiende eeuw doodverklaarde, het merendeel van de wereldbevolking nog steeds gelovig is en er in naam van het geloof gruweldaden worden gepleegd. De auteur pleit voor een radicaal en teder atheïsme dat zich uitspreekt over controversiële onderwerpen, variërend van kledingvoorschriften tot seksuele voorlichting en weigerambtenaren. Ze stelt dat alleen in een seculiere samenleving de vrijheid van geloof en ongeloof kan worden gegarandeerd. Prettig leesbaar, met diepgang en met persoonlijke passages geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Stine Jensen (Hillerød, 1972) is een bekende Deens-Nederlandse auteur en filosofe. Ze is hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en columnist voor NRC. Ze schreef vele non-fictieboeken en won eerder de prestigieuze Zilveren Griffel.

Tekst op website uitgever
Hoewel Friedrich Nietzsche God in de negentiende eeuw al doodverklaarde, is nog steeds het grootste deel van de wereldbevolking gelovig en worden nog steeds uit naam van het geloof vreselijke dingen gedaan. Toch lijkt het strijdbare atheïsme van weleer verdwenen. Stine Jensen houdt een vurig pleidooi voor een radicaal, maar ook teder atheïsme, dat vrijmoedig van zich laat horen wanneer het gaat om hete hangijzers: van boa tot boerka, van slachten tot seksuele voorlichting, van gebedsruimte tot modest fashion en weigerambtenaren. Alleen in een seculiere samenleving is de mogelijkheid tot vrijheid van geloof én ongeloof gegarandeerd.

Stine Jensen is hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, columnist voor NRC en auteur van vele non-fictieboeken.

Fragment uit Naar een cultuuratheïsme
Of het niet allemaal wat kaal was als atheïst, wilde een bevriende collega weten. Zelf was hij blij met de katholieke traditie die hij vanaf zijn geboorte meekreeg, dan had je toch wat om je aan te laven qua rituelen, plekken, feesten en een gemeenschap. Je hoefde het ook heus niet allemaal te geloven, maar het kón wel, gewoon omdat het prettig is om je individuele leven te plaatsen in een geschiedenis, zodat je je gedragen voelt door een traditie.
  De collega drukt goed uit waardoor het 'cultuurchristendom' in de afgelopen jaren vermoedelijk aan populariteit heeft gewonnen: mét cultuur en tradities is het leven leuker. Denk aan kerst vieren, Pasen (een palmpaasstok knutselen), kerken bezoeken of naar The Passion kijken. De cultuurchristen hoeft niet per se een actieve gelovige te zijn, maar vindt het fijn om deel uit te maken van een (esthetische) traditie, een gemeenschap en rituelen. Het 'zware' is van het geloof afgehaald (minder zondebesefgedoe, eerder en liefdevolle en vergevende God dan een toornende God), de nadruk ligt op het culturele plezier en vormingsaspect. Yvonne Zonderop beschrijft in Ongelooflijk : de comeback van de christelijke cultuur (2017) hoe zij als jong meisje met enige afschuw de katholieke kerk verliet, en hoe ze, jaren later, de vorming herwaardeert en koestert. Zij ziet religieuze kunst als een bron van rijkdom, een erfenis waardoor zij ook weer contact maakt met het geloof, zonder dat ze zelf gelovig hoeft te zijn. Iets soortgelijks tref je bij zogenaamde cultuurmoslims: niet-praktiserende moslims die zich wel identificeren met hun achtergrond en daar hun culturele wortels en rituelen vinden. Eerder dan een religieuze geloofsbeleving wordt de term 'christen' of 'moslim' vooral een kwestie van culturele gewoonten en tradities.
  Maar hoe zit het met de atheïst die opgroeit in het noorden van Europa? Heeft die ook een dergelijke culturele traditie om uit te putten als het gaat om zingeving?  Of is het inderdaad, zoals de collega stelde, allemaal wat 'kaal'?  Bestaat er eigenlijk zoiets als 'cultuuratheïsme'?  Ik vind die term nergens terug, en ik denk dat het hoog tijd is om die tet introduceren, want er bestaat een rijke traditie van atheïstische denkers, dichters, filmmakers en schrijvers die troostend en zingevend zijn als het gaat om grote vraagstukken over het goede leven, leven, lijden en het kwaad. Het stemt me dan ook vrolijk dat The Oxford Handbook of Atheism een sectie wijdt aan 'Atheism and the Arts', die bestaat uit drie hoofdstukken over respectievelijk atheïstische tradities in de literatuur, muziek en film. De hoofdstukken hebben overwegend een Angelsaksische insteek, een enkel Russisch atheïstisch hoofdpersonage uit Dostojevski's De gebroeders Karamazov daargelaten. In het hoofdstuk over literatuur passeren enkele bekende atheïstische personages de revue, onder meer uit het werk van Jonathan Swift, William Blake en Thomas Hardy; ook is er aandacht voor de literaire traditie van het absurdisme en het existentialisme (Camus, Beckett). Als hedendaagse schrijvers worden Salman Rushdie en Ian McEwan kort genoemd. Het hoofdstuk gaat vooral over de abstracte vraag of Plato's  grotvergelijking van toepassing is op film en of de projectie op het witte doek de regisseur tot plaatsvervanger van God heeft gemaakt. Het hoofdstuk over muziek legt de nadruk op de abstracte rationele moderne traditie, heel kort worden rock en popmuziek aangestipt als de 'goddeloze' en antiklerikale ruimte. Steeds wordt gezegd: dit is tentatief, er moet nog veel meer onderzoek worden verricht. Toegegeven, voor een literatuurwetenschapper en filmliefhebber stellen de hoofdstukken over kunst en cultuur inderdaad zeer teleur. Ze zijn te grofmazig - misschien kan dat ook niet anders in een breed handboek. Tegelijkertijd is het opbeurend dat hier evident een gigantisch onderzoeksveld braak ligt: hoe ziet cultuuratheïsme er in al zijn gedaanten uit? (pagina 53-56)

Terug naar Overzicht alle titels


Robert O. Paxton

De anatomie van het fascisme
Prometheus 2025, 351 pagina's € 27,50

Oorspronkelijke titel: The anatomy of fascism (2005)

Wikipedia: Robert O. Paxton (1932)

Korte beschrijving
De Amerikaanse politicoloog Robert Paxton behandelt de oorsprong, de aard en de vele verschijningsvormen van het fenomeen fascisme. Hij legt de nadruk niet op de theoretische grondslag, maar op de praktijk die de aard van het fascisme bepaalt. Centraal staan het Italiaanse model van Mussolini en Hitlers nationaal-socialisme. Paxton vergelijkt die met bewegingen elders in Europa en legt ze naast politieke fenomenen na 1945, zoals Vlaams Blok, Le Pen en het Argentijnse peronisme. Fascistische kenmerken komen voort uit hartstochten zoals een crisisgevoel, een groepsgevoel, een vijanddenken, het zoeken naar een gemeenschapsbesef, de behoefte aan sterk gezag van charismatische leiders, een cultivatie van geweld, en het idee van een uitverkoren volk dat anderen moet domineren. Typerend is de problematische verhouding tot de conservatieve elite en de mix van dynamiek en traditionele waarden. Paxton leidt de lezer door een woud van interpretaties. Hij voegt ook een uitgebreid bibliografisch essay toe. Een doorwrochte analyse, niet te populair geschreven, wel lezenswaard voor de fijnproevers.

Tekst op website uitgever
Dertig jaar geleden gold het als een woord uit het verleden, vandaag de dag duikt het bijna elke dag wel op in een krant, talkshow of kroeg: fascisme. Maar wat is fascisme eigenlijk, en glijden we er inderdaad weer naartoe? Twintig jaar geleden publiceerde Robert O. Paxton het meest baanbrekende boek over het onderwerp, door zich te concentreren op wat de fascisten van een eeuw geleden deden, niet op wat ze zeiden. Hij beschrijft de eerste geüniformeerde bendes die na 1918 vijanden van de staat aanvielen, de opkomst van Mussolini en het steeds radicalere Duitse fascisme in de Tweede Wereldoorlog. Paxton laat duidelijk zien waarom fascisten in sommige landen wel aan de macht kwamen en in andere niet. En hij toont aan dat fascisten alleen dan hun doel konden bereiken als conservatieve partijen bereid waren hen daarin bij te staan, door rechtszekerheid in te ruilen voor zogenaamde veiligheid. Hetgeen vanzelfsprekend leidt tot zijn vraag of het fascisme vandaag de dag opnieuw kan ontstaan.

Robert O. Paxton (1932) is een Amerikaanse politicoloog en historicus gespecialiseerd in het fascisme en Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd bekend door zijn boek Vichy France. Old Guard and New Order, 1940-1944. De anatomie van het fascisme wordt wereldwijd beschouwd als een van de beste boeken over het fascisme.

‘Huiveringwekkend. Dit boek laat zien hoe fascisten steeds weer op semidemocratische wijze aan de macht komen om de democratie vervolgens af te schaffen. Verplichte leeskost voor wie de huidige tijd wil begrijpen.’ - Lieke Marsman

‘De anatomie van het fascisme is de definitieve studie van het onderwerp. Een magnifiek boek.’ - The New York Times Book Review

‘Over het fascisme zijn bibliotheken vol geschreven, maar Paxton onderscheidt zich door zijn verhelderende verdeling van de geschiedenis. Zijn boek laat zien dat het fascisme minder ver van ons af staat dan we graag willen denken.’ - NRC

‘Met deze meesterlijke studie, die met grote vaardigheid en diepgaande analyse een immense hoeveelheid literatuur onderzoekt, heeft Robert Paxton het vrijwel onmogelijke gepresteerd: hij ademt frisse lucht in vaak muffe debatten en geeft nieuwe inzichten in het uitvoerig onderzochte fenomeen fascisme.’ - Ian Kershaw

Fragment uit

Lees ook: Fascisme : oorsprong en ideologie van Robin te Slaa (uit 2022), Fascisme en populisme : Mussolini nu van Antonio Scurati (2024), Hoe herken je een fascist van Umberto Eco (herdruk 2024), Theorie van de kraal : kapitaal - ras - fascisme van Willem Schinkel & Rogier van Reekum (uit 2019), Over tirannie : twintig lessen uit de twintigste eeuw van Timothy Snyder (uit 2017), Het nationaal-socialisme als rancuneleer van Menno ter Braak (uit 1937, herdruk 2019 met een voorwoord van Bas Heijne), De grote golf : het tijdperk van ontwrichting en de opkomst van de buitenstaander van Michiko Kakutani (uit 2024), Opstand : de populistische revolte en de strijd om de ziel van het Westen van Marijn Kruk (uit 2024) en vooral Verloren land : de zeven stappen van democratie naar dictatuur van Ece Temelkuran (uit 2019).

Terug naar Overzicht alle titels


Lena Bril

In therapie : een land op zoek naar houvast
Prometheus 2025, 264 pagina's € 21,99

Verschijnt mei 2025

Korte bio van Lena Bril (1992)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Lena Bril dompelde zich een jaar lang onder in de Nederlandse therapie- en coachingswereld.

Duizenden Nederlanders staan op de wachtlijst voor een psycholoog. Alternatieve therapieën schieten als paddenstoelen uit de grond. De afgelopen tien jaar is het aantal coaches meer dan verdubbeld. En Nederland hééft al ongekend veel psychologen: nergens ter wereld zijn er zo veel therapeuten per inwoner. Waarom zoeken zo veel mensen hulp bij een therapeut of coach? Wat gebeurt er achter de gesloten deuren van behandelkamers? En: is therapie de oplossing voor de mentale gezondheidscrisis – of onderdeel van het probleem? Journalist en filosoof Lena Bril dompelde zich een jaar lang onder in de coaching- en therapiewereld: van de ggz tot paardencoaching, familieopstellingen en psychedelicatherapie. Met een empathische blik en kritische geest tekent zij deze verschillende therapiewerelden op en schetst zo een beeld van een land dat in de mentale problemen kwam en daar met therapie weer uit hoopt te komen.

Lena Bril (1992) is journalist en filosoof. Ze schrijft essays en reportages voor onder andere de Volkskrant en De Groene Amsterdammer. In Trouw doet ze tweewekelijks verslag van haar persoonlijke zoektocht naar houvast.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 16 januari 2025

Philibert Schogt

Hoe slim is het om slim te zijn?
De Arbeiderspers 2025, 144 pagina's € 19,99

Verschijnt maart 2025

Wikipedia: Philibert Schogt (1960)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Dankzij onze superieure intelligentie zijn wij mensen de machtigste wezens op aarde geworden. Maar dit evolutionaire succesverhaal heeft een schaduwzijde. In zeven aanstekelijke en soepel geschreven essays gaat Philibert Schogt gedetailleerd op deze kwestie in. Hoe onze intelligentie tot cynisme of snobisme kan leiden, of juist tot een ongezonde mate van empathie. Over de toegenomen complexiteit van onze samenleving, die steeds minder mensen nog begrijpen.

Over kunstmatige intelligentie als mogelijk nieuw monster van Frankenstein. Telkens rijst de vraag of het wel zo slim is om slim te zijn.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels