Niet normaal : natuurgeweld in een opwarmende wereldUitgeverij Lias 2024, 112 pagina's
- € 18,50Korte bio van Martijn van Calmthout (1961)
Korte beschrijving
Een informatief essay over extreme weersomstandigheden in de huidige tijd en een pleidooi voor een nieuwe kijk op de gevaren van klimaatverandering. Het boek onderzoekt hoe de geleidelijke opwarming van de aarde steeds vaker leidt tot extreem weer zoals stormen, hittegolven, stortregens en overstromingen. Deze weersomstandigheden zijn geen toevallige uitschieters meer, maar vormen een gevaarlijk nieuw normaal. Het boek pleit voor een nieuwe kijk op de gevaren van klimaatverandering en roept op tot het serieuzer nemen van de uitschieters in het klimaat en in de modellen. In heldere, wetenschappelijk onderbouwde stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Martijn van Calmthout (1961) is natuurkundige en werkte lang bij de Volkskrant. Hij is hoofd communicatie van Nikhef en schrijver van vele boeken, waaronder ‘Alles smelt’*, ‘Het eiland dat Higgs heet’** en de biografie van Gerard 't Hooft ‘Maar dat kan ik’***..
Tekst op website uitgever
WEERSEXTREMEN VORMEN EEN GEVAARLIJK NIEUW NORMAAL Wat is nog een normale regenbui en wanneer is een stortbui een teken van klimaatverandering? Wanneer is hitte niet meer gewoon zomers heet, maar extreem weer? In NIET NORMAAL onderzoekt natuurkundige en schrijver Martijn van Calmthout hoe de geleidelijke opwarming van de aarde steeds vaker leidt tot onevenredig heftig weer. Stormen, hittegolven, stortregens, overstromingen zijn geen toevallige uitschieters meer, maar vormen een gevaarlijk nieuw normaal. NIET NORMAAL is een pleidooi voor een nieuwe kijk op de gevaren van klimaatverandering. ‘Klimaatwetenschappers, burgers en beleidsmakers moeten af van de angst om alarmistisch te klinken. Extreem weer is gevaarlijk. Juist de uitschieters in het klimaat en in de modellen moeten we daarom veel serieuzer nemen. We moeten leren denken in termen van gevaar. En ernaar handelen.‘ Met een voorwoord van Peter Kuipers Munneke. Het boek is geïllustreerd met foto’s en infographics. Martijn van Calmthout is natuurkundige en werkte lang bij de Volkskrant. Hij is hoofd communicatie van Nikhef en schrijver van ruim tien boeken, waaronder Echt Quantum, Echt Nano, Alles smelt (samen met Peter Kuipers Munneke), Het eiland dat Higgs heet (samen met Stan Bentvelsen), en de biografie van Gerard ’t Hooft Maar dat kan ik.
Martijn van Calmthout was chef wetenschap van de Volkskrant. Tegenwoordig is hij werkzaam bij het Nationaal instituut voor subatomaire fysica.Tjerk Gualthérie van Weezel was opinieredacteur van de Volkskrant. Tegenwoordig is hij verslaggever Amsterdam en omstreken voor die krant.De commissie-Dijkgraaf bestaat uit Louise Fresco, Salomon Kroonenberg, Frans van Lunteren, Bas Haring, Harry Lintsen, Sander Bais en Robbert Dijkgraaf. Tot zijn aantreden als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen maakte ook Ronald Plasterk deel uit van het gezelschap.
Alles van Martijn van Calmthout
Fragment uit Niet normaal, een essay
Dit essay is een poging om met meer urgentie te leren denken over klimaatverandering en te handelen naar wat we geleerd hebben. Het begint met het natuurgeweld zoals we dat kennen en dat vaak gerelateerd is aan noodweer: hitte, stortregens, overstromingen, droogte, natuurbranden. Het jaar 2023 werd erdoor overheerst. Vraag daarbij is of het hier gaat om gewone uitschieters van de grillige natuur of om klimaatverandering. We bekijken vervolgens wat we inmiddels weten van de opwarming van de aarde. En we ontdekken welke methodes de wetenschap intussen ontwikkelt om de vraag naar de exacte rol van klimaatverandering te beantwoorden: het nieuwe vakgebied van klimaatattributie. Dan bestuderen we hoeveel gevaarlijker het natuurgeweld nog kan worden als de voorspelde klimaatverandering doorzet en waarom het belangrijk is om het juist daarover te hebben. Waarna ten slotte de belangrijkste vraag aan de orde komt: willen en kunnen we er iets tegen doen, en wat dan? NIET NORMAAL besluit met een kort eerbetoon aan wijlen Geert Jan van Oldenborgh.
Het essay is geen vrolijk opstel. Het vooruitzicht van extreem weer en natuurgeweld in een opwarmende wereld is verre van rooskleurig en inmiddels leidt dat bij een groeiende groep zelfs tot somberheid of depressie en besluiten sommigen zelfs af te zien van kinderen. Maar uiteindelijk moet juist dát toch nog een extra aansporing zijn om het klimaatprobleem echt aan te pakken.
De titel NIET NORMAAL is overigens losjes geïnspireerd op een column die NOS-weerman en gletsjeronderzoeker Peter Kuipers Munneke een jaar geleden publiceerde in NRC. Samen met Kuipers Munneke schreef ik eerder het boek Alles smelt, over verdwijnend ijs in een opwarmende wereld. Dat boek gaat over de gletsjers en ijskappen in de wereld, die tegelijk een wezenlijke rol spelen in het klimaatsysteem én zichtbaar maken hoe hard het gaat met de opwarming. In onze lange gesprekken in het kader van dat boek ging het vaak over extremen en waarom juist díe zo belangrijk zijn om te kennen en te tonen. En ernaar te handelen, bijvoorbeeld omdat de zee gevaarlijk stijgt.
De inspirerende column van Kuipers Munneke gaat over een wandeling die hij in het voorjaar van 2023 maakte op de Hoge Veluwe, vroeg in de morgen. Het regent nog even, het is stil. Dan klaart het op en beginnen hoog in de lucht leeuweriken te zingen. Op dat moment realiseert hij zich opeens waarom dat bijzonder is. Zijn grootouders hoorden boven hun Friese dorp elke dag leeuweriken zingen, ze wisten niet beter. Wij daarentegen weten niet beter dan dat ze nu en dan boven een natuurgebied te horen zijn. En dat alleen als we vroeg zijn en va wandelen houden en geluk hebben. (pagina 11-13)
Wennen aan achteruitgang is niet moeilijk - Peter Kuipers Munneke (13 mei 2023 - NRC)
Vorige maand maakte ik een prachtige wandeling over de Hoge Veluwe. Zoals wel vaker dit voorjaar regende het nogal, vooral vroeg die ochtend. Tussen de plassen door reed ik de parkeerplaats op, die nog helemaal leeg was, zoals ik al vermoedde. Na tien jaar weermanschap weet ik inmiddels dat Nederlanders massaal binnenblijven als er ook maar een druppel regen in de weersverwachting zit. De vrouw bij de kassa schrok wakker uit een halfslaap voor haar eerste klandizie.
Na een uur werd het wandelen door de regen beloond en klaarde het op. Door een paar felblauwe gaten in het donkergrijze wolkendek joeg het zonlicht over de heide. Overal schoten veldleeuweriken op en trakteerden me op een prachtig zangkoor dat de hele hemel leek te vullen. Het voelde als een bijzondere scène uit een natuurdocumentaire. En dat is verontrustend.
De generatie van mijn ouders hoefde in het voorjaar maar het dorp uit te lopen en de leeuwerik klonk overal. Natuurlijk, er zijn in Nederland nog flink wat plaatsen te vinden waar je ze nog steeds kunt horen. Op de Wadden, in Drenthe en Groningen, en langs de uiterwaarden van de grote rivieren. Maar dat is wel een enorm verschil met een halve eeuw geleden. Toen was de leeuwerik nog een vast onderdeel van het Nederlandse boerenlandschap. Eén generatie aan landbouwmodernisering heeft de leeuwerik teruggedwongen naar beschermde natuurgebieden en speciaal beheerde akkers. De populatie in Nederland is met bijna 50 procent achteruitgegaan in de afgelopen 30 jaar. Leeuweriken zijn daarin niet alleen. Grutto: min 69 procent, tureluur: min 36, kievit: min 57. In dertig jaar tijd. Hetzelfde geldt voor vlinders: kinderen van nu groeien op met bijna 85 procent minder vlinders dan hun overgrootouders.
We weten niet beter meer
De achteruitgang is indrukwekkend. Althans op papier. Want wij mensen wennen er heel snel aan. Binnen een generatie weten we al niet beter meer. Iedere generatie groeit op met een beeld van wat op dat moment normaal is. Omdat veel natuur achteruit holt, zijn we de lat steeds lager gaan leggen. Dit shifting baseline syndrome dook in de jaren 90 voor het eerst op in de wetenschappelijke literatuur, als een ‘geleidelijke verandering in de aanvaarde normen voor de gesteldheid van het milieu door een gebrek aan ervaringen, geheugen of kennis’. Als je je niet herinnert, niet weet of niet ervaren hebt hoe het vroeger was, kun je veranderingen hooguit afzetten tegen je eigen standaard, niet tegen de historische. Zo wennen we ons een biodiversiteitscrisis in.
Ik denk dat de shifting baseline ook op de opwarming van de aarde van toepassing is. De Nederlandse temperatuurstijging van twee graden in een halve eeuw bestaat op papier, maar niet meer in het gevoel. Dat merk ik deze lente. Na een paar warme lentes met veel zon is het geklaag dit jaar niet van de lucht nu de temperatuur iets achterblijft. Toch is dit voorjaar net zo zonnig en warm als gemiddeld dertig jaar geleden. Een meimaand in april, hittegolven, 35 graden, twee dagen sneeuw in een hele winter, we wennen er snel aan. Bosbranden, droogte, temperatuurrecords, overstromingen, het wordt steeds moeilijker om het in de media te agenderen. Het is al normaal, en daarmee geen nieuws meer.
Al passen we ons snel aan een nieuwe werkelijkheid aan, laten we onze hand niet overspelen. Er zijn grenzen. De opwarming van de aarde leidt tot steeds meer weersextremen, en de toename daarvan verloopt bovenproportioneel. Wie in 2020 geboren wordt zal in zijn leven zevenmaal zo vaak zelf extreme hitte meemaken als wie in 1960 geboren is. Tenzij landen hun huidige beloftes niet nakomen, dan wordt het nog veel meer. Op het gebied van biodiversiteit zijn gekwantificeerde uitspraken lastiger. Maar iedereen begrijpt dat het regenwoud, het koraal of de Waddenzee op een gegeven moment gewoon ophouden te bestaan als we het kaartenhuis te ver laten instorten.
Het kan van vandaag op morgen
Er is een positieve keerzijde. We kunnen ons vermogen om te wennen ook in ons voordeel inzetten. Binnen een generatie zijn we goeddeels van het roken afgestapt, dragen we een autogordel, is de lucht schoner geworden. Op dezelfde manier kunnen we makkelijk toe naar een duurzame levensstijl. Driekwart minder vliegen, 80 procent minder vlees eten, het kan van vandaag op morgen en het went echt snel, kan ik uit ervaring vertellen. Zeker als regels en prijzen een handje helpen.
En de shifting baseline, hoe weren we ons daartegen? Zo veel en zo vaak mogelijk met de natuur in aanraking komen. In de krant, op social media, op school. Daar ligt een mooie taak voor wetenschappers, docenten, meesters en juffen, ja iedereen met een innerlijke Freek Vonk. Vertel verhalen, laat iedereen zien hoe mooi de wereld is. Neem je klas mee op zoek naar kievieten en leeuweriken. Het zijn herinneringen en verhalen die de achteruitgang kunnen stoppen.
Terug naar Overzicht alle titels