woensdag 23 oktober 2024

Timothy Snyder 3

Over vrijheid
Balans 2024, 454 pagina's € 32,50

Oorspronkelijke titel: On freedom (2024)

Wikipedia: Timothy Snyder (1969)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Wat is vrijheid? Waarom is onze vrijheid in gevaar? En waarom is vrijheid onze enige kans om te overleven? Vrijheid is de kern van onze westerse wereld, het hart van onze democratie, maar we zijn uit het oog verloren wat het betekent, met crisis als resultaat. Te veel mensen beschouwen vrijheid als de afwezigheid van staatsmacht. We denken dat we vrij zijn als we kunnen doen en zeggen wat we willen en zo min mogelijk worden gehinderd door de overheid. Maar echte vrijheid is niet zozeer vrijheid van als wel vrijheid om – om te gedijen, om dingen op het spel te zetten voor een toekomst die we samen kiezen en waar we samen aan werken. Vrijheid is de waarde die alle andere waarden mogelijk maakt. Op basis van het werk van filosofen en politieke dissidenten, gesprekken met hedendaagse denkers, zijn eigen ervaringen en reportages uit onder meer Oekraïne, waar hij president Zelensky sprak, beschrijft Snyder wat er nodig is voor een toekomst waarin wij en de generaties na ons kunnen floreren. Daarbij heeft hij zowel oog voor het belang van tradities (die door rechts worden verdedigd) als voor de rol van de instituties (de prioriteit van links). Over vrijheid is het even briljante als urgente, hoogst actuele nieuwe boek van de beroemde historicus en auteur van onder andere de bestsellers Bloedlanden en Over tirannie.

Timothy Snyder is hoogleraar geschiedenis aan Yale University. Van zijn hand verscheen in 2009 Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin, dat internationaal lovend werd besproken en bekroond werd met onder meer de Hannah Arendt Prijs en de Leipziger Boekenprijs. Samen met Tony Judt publiceerde hij Denken over de twintigste eeuw


Fragment uit 5. Solidariteit

Isolatie is een essentieel onderdeel in de politiek van het 'rationele', behavioristische programma. De communisten bleven aan de macht doordat ze mensen bij elkaar vandaan hielden. Alle relaties draaiden om macht, en die stroomde van het politbureau omlaag naar het volk. Toen de laat-communistische samenlevingen nog stabiel waren, hielpen burgers mee een publieke sfeer van hele en halve leugens te creëren. Ze geloofden niet langer in de ideologie, maar ze deden alsof. Havel was bezorgd dat een dusdanig ingesleten, halfbewuste leugenachtigheid de onvoorspelbare levensterreinen zou verstoren, waar de authentieke belangen van mensen elkaar konden overlappen. Het was lastig voor mensen om spontane menselijke contacten op te doen doordat ze het gevoel hadden dat ze zich voortdurend moesten conformeren als ze de dag heelhuids wilden doorkomen.
De dingen waar ze om gaven begonnen schandelijk en stiekem te lijken. Voor de dissidenten betekende de civil society horizontale relaties, betrekkingen op basis van de dingen waar mensen echt van hielden.
  Het grote succes van de civil society in Oost-Europa was de Poolse vakbond Solidarność. In 1980 gingen de Poolse arbeiders niet alleen staken voor economische doelen maar ook voor mensenrechten onder het verstandige motto 'Geen vrijheid zonder solidariteit!' De arbeiders dwongen het communistische regime om hun eisen in te willigen en hun vakbond had al snel tien miljoen leden. Zolang Solidarność legaal was in het communistische Polen, waren de alcoholconsumptie en het zelfmoordcijfer laag. Ofschoon Solidarność in 1981 onderdrukt werd, vormden de veteranen ervan in 1989 de eerste procommunistische regering van Oost-Europa,
  In 1989 wees Polen dankzij de civil society de weg naar een postcommunistische toekomst. Vrijheid vereist tenslotte meer dan alleen de afwezigheid van Sovjetgeweld. Vrijheid vereiste ook een positief begrip van een nieuwe politieke orde. Adam Michnik zette, nadat hij uit de gevangenis was vrijgelaten, de leus van de vakbond in het impressum van een krant: GEEN VRIJHEID ZONDER SOLIDARITEIT! Een paar maanden later werd Havel tot president van Tsjechoslowakije gekozen. In Poging om in je waarheid te leven erkende Havel de praktische noodzaak van solidariteit als ene stap in de richting van bevrijding. As onvrijheid een collectief project was, schreef Havel, dan was vrijheid dat ook. Hij wees op 'het overweldigende besef dat vrijheid ondeelbaar is'. 
  De filosoof Charles Taylor, die sympathiseerde met de Solidarność-beweging, brak op zijn manier een lans voor solidariteit en vrijheid: 'Het vrije individu dat zichzelf aldus benoemt, heeft een verplichting om de maatschappij waarin deze identiteit mogelijk is, te vervolmaken, te herstellen of te steunen.' Als vrijheid een recht is, hield de filosoof Joseph Raz vol, dan is ze ook een plicht. Vrijheid kan niet zelfzuchtig zijn. Verklaren dat je vrij bent, is hetzelfde als beloven dat je je zo zult gedragen dat anderen vrij kunnen zijn. We moeten ons een samenleving van vrije mensen voorstellen en die proberen op te bouwen. In moreel, logisch en politiek opzicht bestaat er geen vrijheid zonder solidariteit. (pagina 282-284)


Alleen samen kun je vrij zijn, ziet schrijver Timothy Snyder (gesprek van Lex Bohlmeijer, De Correspondent, oktober 2024)

Lees ook: Over tirannie : twintig lessen uit de twintigste eeuw (uit 2017) en De weg naar onvrijheid : Rusland, Europa, Amerika (uit 2018).

Artikel: Charles ‘Phaedrus’ Taylor? (oktober 2024)

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 22 oktober 2024

Sander Schimmelpenninck 2

De domheid regeert : hoe opzettelijke onwetendheid een politieke strategie werd
De Correspondent 2024, 172 pagina's € 22,--

Wikipedia: Sander Schimmelpenninck (1984)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
In deze messcherpe analyse laat Sander Schimmelpenninck zien hoe domheid Nederland steeds meer in zijn greep heeft.

Het is een groot taboe in Nederland: domheid benoemen. Want domheid wordt geassocieerd met ‘lage intelligentie’. De domheid in dit boek is geen eigenschap, maar een politieke strategie. Beter weten, of kunnen weten, en toch vasthouden aan bewezen onwaarheden, onterechte beschuldigingen en misleidende frames. In deze messcherpe analyse laat Sander Schimmelpenninck zien hoe dat soort domheid Nederland steeds meer in zijn greep heeft. Het vult talkshows, bepaalt verkiezingen en maakt je tot een influencer van formaat. Maar het tast ook de democratie, de rechtsstaat, de wetenschap en de journalistiek aan. Daarom moet domheid als strategie worden ontmaskerd. Niet om mensen als dom ‘weg te zetten’, maar om te beschermen waar domheid het op gemunt heeft: de open, democratische samenleving. Sander Schimmelpenninck (1984) is journalist, columnist bij de Volkskrant en presentator van de Zelfspodcast. In de tv-serie Sander en de kloof stelde hij kansenongelijkheid aan de kaak, in zijn boek Sander en de brug (ruim 27.000 verkocht) deed hij voorstellen om daar iets aan te doen. Reacties: ‘Lekker betoog’ – Sheila Sitalsing ‘Een bevlogen afrekening’ – Bas Heijne ‘Aanstekelijk’ – Karin Amatmoekrim

Fragment uit (de) Proloog
Om meteen maar wat zorgen weg te nemen: dit boek draait niet om werkelijk 'domme' mensen. Wanneer ik het over 'domheid' heb, doel ik niet op een lage intelligentie, maar op een houding, een sociale conditionering, een cultuur.
  De gebruikte term 'domrechts' is in het verlengde daarvan geen benaming voor rechtse stemmers die niet intelligent zouden zijn, maar een benaming voor een radicaal-rechtse en antirechtsstatelijke politieke stroming die domheid als kernelement en als strategie kan hebben.

  Domheid, zoal sik haar in dit boek bedoel, heeft meerdere verschijningsvormen, maar gaat altijd over zaken waarop mensen zelf invloed hebben. Ik zie domheid als een glijdende schaal, die begint met tamelijk onschuldige blufferigheid, maar langzaam overgaat in nalatige of opzettelijk domheid, om te eindigen in kwaadaardigheid. Het gaat dus nadrukkelijk níét over onveranderlijke eigenschappen waar mensen nu eenmaal niets aan kunnen doen.
  Het gaat over een cultuur waarin onwetendheid en primitieve reacties worden gevierd als 'volks' en kennis en doordachtheid worden verworpen als 'elitair'.
  Het gaat over mensen met politieke en (sociale)mediamacht die zich van de domme houden, domheid veinzen of zich opzettelijk onwetend houden - júíst terwijl ze helemaal niet onintelligent zijn. Die domheid kan zich bijvoorbeeld manifesteren in het opzettelijk verspreiden van onzin, het etaleren van domheid om 'gewoon normaal' over te komen of het debiliseren van het publieke debat met persoonlijke aanvallen en andere rookgordijnen.
  Overigens is niemand - ik ook zeker niet - alleen maar 'slim', of alleen maar 'dom'. Dit boek gaat over de politiek van opzettelijke onwetendheid; een politieke stroming die domheid als wezenskenmerk heeft. (pagina 11-12)

Fragment uit (de) Epiloog
Een pleidooi voor polarisatie

Een bepaalde vorm van polarisatie is, in weerwil van wat zogenaamd redelijke burgers regelmatig verzuchten, cruciaal bij de bestrijding van domheid. Het is helemaal niet erg als tegenstellingen tussen mensen scherper worden of groeien, zolang iedereen het debat maar volgens dezelfde regels voert. Er is geen redelijke weg uit dit moeras van domheid; er zal retorische strijd geleverd moeten worden. Het is in het publieke debat belangrijk om mensen te dwingen om te kiezen: wil je werkelijk bij de leugenaars en opzettelijk dommen horen?
  Want er is helemaal niet altijd een midden in de discussie; wie wil er nou neutraal zijn in een strijd tussen goed en fout, tussen feiten en leugens? Zeker in een land als Nederland waar lafheid regelmatig verward wordt met redelijkheid of fatsoen, is het helemaal niet gek om mensen kleur te laten bekennen. (pagina 141)

Lees ook: Sander en de brug : vijf voorstellen voor een eerlijker Nederland (2023).

Lees bijvoorbeeld ook Domheid, een menselijke gave : de psychologie van de stupiditeit (een bundel uit 2019), 
De wetten van menselijke stupiditeit van Carlo M. Cipolla (uit 2016), 
Dubbelganger : een reis naar de spiegelwereld van Naomi Klein (uit 2023), 
Over tirannie : twintig lessen uit de twintigste eeuw van Timothy Snyder (uit 2017), 
Bullshit jobs : over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden van David Graeber (uit 2018), 
Eigen welzijn eerst : hoe de middenklasse haar liberale waarden verloor van Roxane van Iperen (uit 2022), 
Ons feilbare denken (de klassieker) van Daniel Kahneman (uit 2011), 
Tegen verkiezingen van David Van Reybrouck (uit 2013)  of 
Verloren land : de zeven stappen van democratie naar dictatuur van Ece Temelkuran (uit 2019).

Artikel: Charles 'Phaedrus' Taylor (oktober 2024)

Byung-Chul Han 5

De palliatieve samenleving : pijn vandaag de dag
De Nieuwe wereld/Ten Have 2022, 95 pagina's  € 16,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Oorspronkelijke titel: Palliativgesellschaft (2020)

Wikipedia: Byung-Chul Han (1959)

Korte beschrijving
Persoonlijk getint essay over de hedendaagse maatschappij waarin pijn in de breedste betekenis als angstaanjagend wordt ervaren en maatschappelijk vermeden wordt.. - In zijn nieuwe essay ‘De palliatieve maatschappij’ werpt Byung-Chul Han een kritisch licht op onze hedendaagse maatschappij. Dit essay gaat over ‘algofobie’ – een alomtegenwoordige angst voor pijn. Aan conflicten en controversen, die tot pijnlijke gesprekken leiden, wordt in onze samenleving steeds minder ruimte geboden. Zelfs liefdespijn is iets waar we bang voor zijn. Ook de politiek is in de greep van dit fenomeen. Conformiteitsdwang en consensusdruk nemen de overhand. Met het oog hierop analyseert Han in dit essay ook de corona-epidemie.

Tekst op website uitgever
Kritisch filosofisch essay over waarom we als samenleving niet meer met pijn en lijden kunnen omgaan.

In zijn nieuwe essay ‘De palliatieve maatschappij’ werpt Byung-Chul Han een kritisch licht op onze hedendaagse maatschappij. Dit essay gaat over ‘algofobie’ – een alomtegenwoordige angst voor pijn. Aan conflicten en controversen, die tot pijnlijke gesprekken leiden, wordt in onze samenleving steeds minder ruimte geboden. Zelfs liefdespijn is iets waar we bang voor zijn. Ook de politiek is in de greep van dit fenomeen. Conformiteitsdwang en consensusdruk nemen de overhand. Met het oog hierop analyseert Han in dit essay ook de corona-epidemie.

'Han laat zien dat we het aan moeten durven om de palliatieve sluier van ons bestaan te trekken en te accepteren dat sommige dingen niet door ons gecontroleerd kunnen worden. Dit boek is absoluut briljant' - Ewald Engelen

'Het is alsof Han een steen in de de vijver gooit en je moet er wel op reageren. Hij doet me hiermee denken aan Michel Houllebecq.' - Christiaan Weijts

Fragment uit

Lees ook: De vermoeide samenleving (uit 2012),Infocratie : digitalisering en de crisis van de democratie (uit 2022), De crisis van het verhaal (uit 2024) en Vita contemplativa : over inactiviteit (uit 2023).

Terug naar Overzicht alle titels


Byung-Chul Han 4

 

Vita contemplativa : over inactiviteit
De Nieuwe wereld/Ten Have 2023, 156 pagina's € 14,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Oorspronkelijke titel: Vita contemplativa : oder von der Untätigkeit (2022)

Wikipedia: Byung-Chul Han (1959)

Korte beschrijving
Een filosofisch en maatschappijkritisch pleidooi voor inactiviteit van Byung-Chul Han. Wat ooit werd beschouwd als het hoogst bereikbare – een contemplatief leven, een beschouwelijk leven, een leven van ‘inactiviteit’ – lijkt voor ons verder weg dan ooit. We leven in een wereld die aan onze ‘activiteit’ ten onder dreigt te gaan. In dat licht en in een kritisch gesprek met de 'Vita activa' van Hannah Arendt houdt Byung-Chul-Han een warm pleidooi voor alle vormen van ‘inactiviteit’, van contemplatie, van ‘niets doen’ of ‘niet doen’. Intelligent en met diepgang geschreven. Uitsluitend geschikt voor geoefende lezers met verregaande interesse in en voorkennis van filosofie. Byung-Chul Han (Seoel, 1959) is een beroemde Koreaans-Duitse filosoof en hoogleraar aan de Universiteit voor de Kunsten in Berlijn. Eerder verscheen van zijn hand onder meer 'De vermoeide samenleving' (2012) en ‘De palliatieve samenleving’ (2022).

Tekst op website uitgever
De Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han is een van de belangrijkste denkers van dit moment. In zijn nieuwe boek biedt hij een inspirerend alternatief voor het Vita activa van Hannah Arendt. Inactiviteit is volgens Han namelijk geen ontkenning, geen weigering, niet louter afwezigheid van activiteit, maar een onafhankelijk vermogen. Byung-Chul Han spoort de rijkdom, pracht en magie van nietsdoen op en ontwerpt een nieuwe manier van leven.

Fragment uit De komende maatschappij
De huidige crisis van de religie valt niet simpelweg te herleiden tot het feit dat we elk geloof in God hebben verloren of dat we wantrouwig zijn geworden ten aanzien van bepaalde geloofsartikelen. In diepere zin wijst deze crisis erop dat we in toenemende mate het contemplatieve vermogen aan het verliezen zijn. De toenemende dwang tot productie en communicatie bemoeilijkt het contemplatieve verwijlen. Religie veronderstelt een bijzonder soort aandacht. Malebranche noemt aandacht het natuurlijke gebed van de ziel. Vandaag de dag bidt de ziel niet meer. het is eerder zo dat ze zichzelf produceert. Juist haar hyperactiviteit kan verantwoordelijk worden gesteld voor het verlies van de religieuze ervaring. De crisis van de religie is een crisis van de aandacht.
  De vita activa met haar pathos van het handelen verspert de toegang tot religie. Handelen hoort niet bij de religieuze ervaring. In Über die Relegion verheft Schleiermacher de contemplatieve aanschouwing tot de essentie van de religie en stelt haar tegenover het handelen: 'Haar wezen is denken noch handelen, maar schouwing en gevoel. Ze wil het universum schouwen, ze wil het (...)  devoot beluisteren en zich met kinderlijke passiviteit door zijn onmiddellijke invloeden laten aangrijpen en vervullen.' Het schouwen in kinderlijke passiviteit is een vorm van inactiviteit. De religie heft, aldus Schleiermacher, 'alle activiteit op in een verwonderd schouwen van het oneindige.' Wie handelt heeft een doel voor ogen, en daarbij raakt het geheel uit zicht. En het denken richt zijn aandacht op het ene object. Alleen aanschouwing en gevoel hebben toegang tot het universum, namelijk het zijnde in zijn geheel. 
  Het atheïsme sluit religie niet uit. Voor Schleiermacher is religie ook zonder God heel goed denkbaar: 'Religie hebben betekent het universum schouwen (...) Als jullie niet kunnen loochenen dat de idee van god zich naar elke schouwing van het universum voegt, dan moeten jullie ook toegeven dat een religie zonder god beter kan zijn dan een met god.' Essentieel voor de religie is niet god, maar het verlangen naar het oneindige, dat in de aanschouwing van het universum in vervulling gaat. 
  Het werkwoord voor religie is 'luisteren', terwijl 'handelen' het werkwoord is voor geschiedenis. Bij het luisteren als inactiviteit verstomt het ik, dat de plek is voor onderscheidingen en afgrenzingen. Het luisterende ik verdiept zich in het geheel, in het onbegrensde, in het oneindige. Deze mooie versregels uit Hölderlins Hyperion brengen poëtische ter sprake wat Schleiermacher met religie als het schouwen van het universum bedoelt: 'Mijn hele wezen verstomt en luistert, wanneer de zachte golven der lucht spelen langs mijn borst. In 't eindeloos blauw verliest zich dikwijls mijn bliek omhoog, naar de ether gericht of neerwaarts ter heilige zee (...) Eén te zijn met alles, dat is der Godheid leven, is des mensen hemel. Eén te zijn met alles wat leeft, in zalige zelfvergetelheid terug te keren in 't al der Natuur, dat is het toppunt van denken en vreugdevoelen, dat is de heilige bergspits, de plaats der eeuwige rust.'(pagina 124-127)

Lees ook: ok: De vermoeide samenleving (uit 2012),Infocratie : digitalisering en de crisis van de democratie (uit 2022) en De crisis van het verhaal (uit 2024) 

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 16 oktober 2024

Philipp Blom 5

Hoop : over een verstandige houding tot de wereld
De Bezige bij 2024, 175 pagina's  - € 22,99

Oorspronkelijke titel: Hoffnung. Über ein kluges Verhältnis zur Welt  (2024)

Wikipedia: Philipp Blom (1970)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Nog niet zo lang geleden betekende de toekomst een belofte van een betere wereld. Intussen zijn we eraan gewend geraakt het ergste van de toekomst te verwachten. Is er dan echt geen goede reden meer om te hopen? vraagt Philipp Blom zich af. En wat houdt hoop eigenlijk in? Hij vindt de oorsprong van de hoop in een religieus begrip van de wereld, waar je in het heden niet veel meer aan hebt: het bestaan was zinvol omdat het zou leiden tot het eeuwige leven. Vandaag de dag zou de behoefte aan hoop ons ertoe moeten aanzetten een zinvol leven te leiden door doelen na te streven voor een betere wereld: rechtvaardigheid bijvoorbeeld, of duurzaamheid. Dat is het tegenovergestelde van naïef optimisme. Blom stelt een verstandige houding ten opzichte van de wereld voor. Die is meer dan ooit nodig.

Fragment uit Oplichters
De hoop is vaak van gezicht veranderd, of in elk geval van kostuum. Maar ze vertelt altijd verhalen. Ze nodigt je uit om haar te geloven, haar te volgen, haar te vertrouwen, ook al raadt je verstand dat af. Niet luisteren, lispelt ze, ik ben je kans, je geliefde, je bestemming. Ik ben het antwoord op je verlangen anar zin. Als we over hoop willen spreken, moeten we daarom ook over verhalen spreken, want elke hoop vertelt je een verhaal.
  Elke hoop begint als een oplichtster. Het is net als bij ritselaars en tasjesdieven op een station, een drukke plek, klem tussen mensen in de metro. Ieder van hen weet wat hij doet. Iedereen heeft zijn trucje. Een jonge knul met een braadworst in zijn hand kliedert mosterd op je jasje en begint zich meteen te verontschuldigen en je omstandig schoon te vegen, terwijl de hand van een ander in je achterzak verdwijnt; er is het meisje dat dringend twintig euro voor haar treinkaartje nodig heeft en het station niettemin nooit verlaat; er is de jongeman met zijn verhaal over de huur die hij per se vandaag nog moet betalen, anders wordt hij op straat gezet, en de jonge vrouw met baby, die hetzelfde verhaal vertelt. Vroeger waren er nog jongens die geld tegen een fantastische koers wisselden of designerhorloges aanboden, nu zijn er de telefoontjes en berichten van helplines en banken, kleinkinderen of Aziatische schoonheden, die op een leeggeroofde bankrekening uitlopen. Ze vertellen je allemaal een verhaal, ze willen allemaal dat je hen gelooft, net lang genoeg, tot ze met hun buit in het niets kunnen verdwijnen. 
  Ook de hoop vertelt roerende verhalen en belooft je de hemel op aarde. Maar je kunt haar foefjes leren begrijpen, haar kleine bedrog waarmee ze je zakken leeghaalt en je gevoelens manipuleert. Je kunt zien en reconstrueren hoe en welke verhaaltjes ze je vertelt, en is het beter mogelijk te begrijpen hoe die verhalen jou en je relatie met de toekomst beïnvloeden en vormen, hoe ze je leven van alledag en je gevoelens en principes bepalen. Ja, dat zit allemaal in verhalen die de hoop ons sinds onze vroegste kinderjaren toefluistert.
  Voor Camus zijn wij daarom allemaal Sisyphus, de persoon uit de Griekse mythologie die door de goden werd gestraft om steeds weer een rotsblok de berg op te rollen, dat ook steeds weer naar beneden rolt. En hij begint opnieuw, zet zijn schouders tegen de steen, stap voor stap tot aan de top - en opnieuw valt de steen terug in het dal. Het leven is absurd, zelfmoord de enige oplossing, denkt Camus, als we niet leren de absurditeit van ons eigen leven te accepteren en ons Sisyphus voor te stellen als een gelukkig mens.
  Albert Camus vertelt een mythe opnieuw. Zijn Sisyphus is modern, het antwoord op de vaak bezworen zinscrisis van de moderne tijd. Zoek niet naar zin, accepteer de zinloosheid van je leven en wees gelukkig terwijl je je steen voortrolt. Dat is de laatste rebellie die resteert.
  Die koele analyse heeft de Franse filosoof beroemd gemaakt. Maar je kunt het verhaal (zoals altijd!) ook anders lezen: Camus vertelt een oude mythe opnieuw, en door dat te doen komt hij voor mijn gevoel dichter bij een antwoord op zijn eigen vraag dan met zijn conclusie. Als zijn vraag was hoe het mogelijk is met de absurditeit van het leven om te gaan, dan is het antwoord misschien je met een leven als Sisyphus vertrouwd te maken of dat absurde leven te beëindigen. Maar met zijn moderne versie van een oude mythe doet Camus ook iets anders: hij vertelt een verhaal waarin we ons leven kunnen spiegelen, hij schept zin. Hte antwoord is niet rotsblokken verslepen omdat dit nu eenmaal moet, maar verhalen vertellen over de vraag wat we doen en waarom, zin scheppen. (pagina 96-98)

Lees ook: Het verborgen genootschap : de vergeten radicalen van de Verlichting (uit 2010),  Wat op het spel staat (uit 2017), Het grote wereldtoneel : over de kracht van verbeelding in crisistijd (uit 2020), De onderwerping : een geschiedenis van de verhouding van de mens tot de natuur (uit 2023)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 15 oktober 2024

Martijn van Calmthout

Niet normaal : natuurgeweld in een opwarmende wereld
Uitgeverij Lias 2024, 112 pagina's € 18,50

Korte bio van Martijn van Calmthout (1961)

Korte beschrijving
Een informatief essay over extreme weersomstandigheden in de huidige tijd en een pleidooi voor een nieuwe kijk op de gevaren van klimaatverandering. Het boek onderzoekt hoe de geleidelijke opwarming van de aarde steeds vaker leidt tot extreem weer zoals stormen, hittegolven, stortregens en overstromingen. Deze weersomstandigheden zijn geen toevallige uitschieters meer, maar vormen een gevaarlijk nieuw normaal. Het boek pleit voor een nieuwe kijk op de gevaren van klimaatverandering en roept op tot het serieuzer nemen van de uitschieters in het klimaat en in de modellen. In heldere, wetenschappelijk onderbouwde stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Martijn van Calmthout (1961) is natuurkundige en werkte lang bij de Volkskrant. Hij is hoofd communicatie van Nikhef en schrijver van vele boeken, waaronder ‘Alles smelt’*, ‘Het eiland dat Higgs heet’** en de biografie van Gerard 't Hooft ‘Maar dat kan ik’***..

Tekst op website uitgever
WEERSEXTREMEN VORMEN EEN GEVAARLIJK NIEUW NORMAAL Wat is nog een normale regenbui en wanneer is een stortbui een teken van klimaatverandering? Wanneer is hitte niet meer gewoon zomers heet, maar extreem weer? In NIET NORMAAL onderzoekt natuurkundige en schrijver Martijn van Calmthout hoe de geleidelijke opwarming van de aarde steeds vaker leidt tot onevenredig heftig weer. Stormen, hittegolven, stortregens, overstromingen zijn geen toevallige uitschieters meer, maar vormen een gevaarlijk nieuw normaal. NIET NORMAAL is een pleidooi voor een nieuwe kijk op de gevaren van klimaatverandering. ‘Klimaatwetenschappers, burgers en beleidsmakers moeten af van de angst om alarmistisch te klinken. Extreem weer is gevaarlijk. Juist de uitschieters in het klimaat en in de modellen moeten we daarom veel serieuzer nemen. We moeten leren denken in termen van gevaar. En ernaar handelen.‘ Met een voorwoord van Peter Kuipers Munneke. Het boek is geïllustreerd met foto’s en infographics. Martijn van Calmthout is natuurkundige en werkte lang bij de Volkskrant. Hij is hoofd communicatie van Nikhef en schrijver van ruim tien boeken, waaronder Echt Quantum, Echt Nano, Alles smelt (samen met Peter Kuipers Munneke), Het eiland dat Higgs heet (samen met Stan Bentvelsen), en de biografie van Gerard ’t Hooft Maar dat kan ik.

Martijn van Calmthout was chef wetenschap van de Volkskrant. Tegenwoordig is hij werkzaam bij het Nationaal instituut voor subatomaire fysica.Tjerk Gualthérie van Weezel was opinieredacteur van de Volkskrant. Tegenwoordig is hij verslaggever Amsterdam en omstreken voor die krant.De commissie-Dijkgraaf bestaat uit Louise Fresco, Salomon Kroonenberg, Frans van Lunteren, Bas Haring, Harry Lintsen, Sander Bais en Robbert Dijkgraaf. Tot zijn aantreden als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen maakte ook Ronald Plasterk deel uit van het gezelschap.

Alles van Martijn van Calmthout

Fragment uit Niet normaal, een essay
Dit essay is een poging om met meer urgentie te leren denken over klimaatverandering en te handelen naar wat we geleerd hebben. Het begint met het natuurgeweld zoals we dat kennen en dat vaak gerelateerd is aan noodweer: hitte, stortregens, overstromingen, droogte, natuurbranden. Het jaar 2023 werd erdoor overheerst. Vraag daarbij is of het hier gaat om gewone uitschieters van de grillige natuur of om klimaatverandering. We bekijken vervolgens wat we inmiddels weten van de opwarming van de aarde. En we ontdekken welke methodes de wetenschap intussen ontwikkelt om de vraag naar de exacte rol van klimaatverandering te beantwoorden: het nieuwe vakgebied van klimaatattributie. Dan bestuderen we hoeveel gevaarlijker het natuurgeweld nog kan worden als de voorspelde klimaatverandering doorzet en waarom het belangrijk is om het juist daarover te hebben. Waarna ten slotte de belangrijkste vraag aan de orde komt: willen en kunnen we er iets tegen doen, en wat dan? NIET NORMAAL besluit met een kort eerbetoon aan wijlen Geert Jan van Oldenborgh.
  Het essay is geen vrolijk opstel. Het vooruitzicht van extreem weer en natuurgeweld in een opwarmende wereld is verre van rooskleurig en inmiddels leidt dat bij een groeiende groep zelfs tot somberheid of depressie en besluiten sommigen zelfs af te zien van kinderen. Maar uiteindelijk moet juist dát toch nog een extra aansporing zijn om het klimaatprobleem echt aan te pakken.

De titel NIET NORMAAL is overigens losjes geïnspireerd op een column die NOS-weerman en gletsjeronderzoeker Peter Kuipers Munneke een jaar geleden publiceerde in NRC. Samen met Kuipers Munneke schreef ik eerder het boek Alles smelt, over verdwijnend ijs in een opwarmende wereld. Dat boek gaat over de gletsjers en ijskappen in de wereld, die tegelijk een wezenlijke rol spelen in het klimaatsysteem én zichtbaar maken hoe hard het gaat met de opwarming. In onze lange gesprekken in het kader van dat boek ging het vaak over extremen en waarom juist díe zo belangrijk zijn om te kennen en te tonen. En ernaar te handelen, bijvoorbeeld omdat de zee gevaarlijk stijgt.
  De inspirerende column van Kuipers Munneke gaat over een wandeling die hij in het voorjaar van 2023 maakte op de Hoge Veluwe, vroeg in de morgen. Het regent nog even, het is stil. Dan klaart het op en beginnen hoog in de lucht leeuweriken te zingen. Op dat moment realiseert hij zich opeens waarom dat bijzonder is. Zijn grootouders hoorden boven hun Friese dorp elke dag leeuweriken zingen, ze wisten niet beter. Wij daarentegen weten niet beter dan dat ze nu en dan boven een natuurgebied te horen zijn. En dat alleen als we vroeg zijn en va wandelen houden en geluk hebben. (pagina 11-13)


Wennen aan achteruitgang is niet moeilijk - Peter Kuipers Munneke (13 mei 2023 - NRC)
Vorige maand maakte ik een prachtige wandeling over de Hoge Veluwe. Zoals wel vaker dit voorjaar regende het nogal, vooral vroeg die ochtend. Tussen de plassen door reed ik de parkeerplaats op, die nog helemaal leeg was, zoals ik al vermoedde. Na tien jaar weermanschap weet ik inmiddels dat Nederlanders massaal binnenblijven als er ook maar een druppel regen in de weersverwachting zit. De vrouw bij de kassa schrok wakker uit een halfslaap voor haar eerste klandizie.

Na een uur werd het wandelen door de regen beloond en klaarde het op. Door een paar felblauwe gaten in het donkergrijze wolkendek joeg het zonlicht over de heide. Overal schoten veldleeuweriken op en trakteerden me op een prachtig zangkoor dat de hele hemel leek te vullen. Het voelde als een bijzondere scène uit een natuurdocumentaire. En dat is verontrustend.

De generatie van mijn ouders hoefde in het voorjaar maar het dorp uit te lopen en de leeuwerik klonk overal. Natuurlijk, er zijn in Nederland nog flink wat plaatsen te vinden waar je ze nog steeds kunt horen. Op de Wadden, in Drenthe en Groningen, en langs de uiterwaarden van de grote rivieren. Maar dat is wel een enorm verschil met een halve eeuw geleden. Toen was de leeuwerik nog een vast onderdeel van het Nederlandse boerenlandschap. Eén generatie aan landbouwmodernisering heeft de leeuwerik teruggedwongen naar beschermde natuurgebieden en speciaal beheerde akkers. De populatie in Nederland is met bijna 50 procent achteruitgegaan in de afgelopen 30 jaar. Leeuweriken zijn daarin niet alleen. Grutto: min 69 procent, tureluur: min 36, kievit: min 57. In dertig jaar tijd. Hetzelfde geldt voor vlinders: kinderen van nu groeien op met bijna 85 procent minder vlinders dan hun overgrootouders.

We weten niet beter meer
De achteruitgang is indrukwekkend. Althans op papier. Want wij mensen wennen er heel snel aan. Binnen een generatie weten we al niet beter meer. Iedere generatie groeit op met een beeld van wat op dat moment normaal is. Omdat veel natuur achteruit holt, zijn we de lat steeds lager gaan leggen. Dit shifting baseline syndrome dook in de jaren 90 voor het eerst op in de wetenschappelijke literatuur, als een ‘geleidelijke verandering in de aanvaarde normen voor de gesteldheid van het milieu door een gebrek aan ervaringen, geheugen of kennis’. Als je je niet herinnert, niet weet of niet ervaren hebt hoe het vroeger was, kun je veranderingen hooguit afzetten tegen je eigen standaard, niet tegen de historische. Zo wennen we ons een biodiversiteitscrisis in.

Ik denk dat de shifting baseline ook op de opwarming van de aarde van toepassing is. De Nederlandse temperatuurstijging van twee graden in een halve eeuw bestaat op papier, maar niet meer in het gevoel. Dat merk ik deze lente. Na een paar warme lentes met veel zon is het geklaag dit jaar niet van de lucht nu de temperatuur iets achterblijft. Toch is dit voorjaar net zo zonnig en warm als gemiddeld dertig jaar geleden. Een meimaand in april, hittegolven, 35 graden, twee dagen sneeuw in een hele winter, we wennen er snel aan. Bosbranden, droogte, temperatuurrecords, overstromingen, het wordt steeds moeilijker om het in de media te agenderen. Het is al normaal, en daarmee geen nieuws meer.

Al passen we ons snel aan een nieuwe werkelijkheid aan, laten we onze hand niet overspelen. Er zijn grenzen. De opwarming van de aarde leidt tot steeds meer weersextremen, en de toename daarvan verloopt bovenproportioneel. Wie in 2020 geboren wordt zal in zijn leven zevenmaal zo vaak zelf extreme hitte meemaken als wie in 1960 geboren is. Tenzij landen hun huidige beloftes niet nakomen, dan wordt het nog veel meer. Op het gebied van biodiversiteit zijn gekwantificeerde uitspraken lastiger. Maar iedereen begrijpt dat het regenwoud, het koraal of de Waddenzee op een gegeven moment gewoon ophouden te bestaan als we het kaartenhuis te ver laten instorten.

Het kan van vandaag op morgen
Er is een positieve keerzijde. We kunnen ons vermogen om te wennen ook in ons voordeel inzetten. Binnen een generatie zijn we goeddeels van het roken afgestapt, dragen we een autogordel, is de lucht schoner geworden. Op dezelfde manier kunnen we makkelijk toe naar een duurzame levensstijl. Driekwart minder vliegen, 80 procent minder vlees eten, het kan van vandaag op morgen en het went echt snel, kan ik uit ervaring vertellen. Zeker als regels en prijzen een handje helpen.

En de shifting baseline, hoe weren we ons daartegen? Zo veel en zo vaak mogelijk met de natuur in aanraking komen. In de krant, op social media, op school. Daar ligt een mooie taak voor wetenschappers, docenten, meesters en juffen, ja iedereen met een innerlijke Freek Vonk. Vertel verhalen, laat iedereen zien hoe mooi de wereld is. Neem je klas mee op zoek naar kievieten en leeuweriken. Het zijn herinneringen en verhalen die de achteruitgang kunnen stoppen.

Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 11 oktober 2024

Maarten van Heems & Alex Klusman

Het campagnebureau : tien lessen voor politieke en maatschappelijke verandering
Uitgeverij Pluim 2024, 224 pagina's  € 24,99

Korte bio van Maarten van Heems (1979) en Alex Klusman (1969)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Dit boek is een gids voor wie mensen wil mobiliseren voor een doel, oftewel succesvol campagne voeren. Of je de beste influencer van Nederland wil worden of tot de gemeenteraad van je dorp wil doordringen, hier vind je tien lessen om dat te bereiken. Wat moet er gebeuren om je doel scherp te stellen en wie moet je daarvoor bereiken? Hoe doe je onderzoek en stel je een strategie op? Het campagnebureau voorziet je van praktische oefeningen en beeldende anekdotes. Van het schrijven van een sterke slogan en boodschap tot hoe je daarmee aan tafel komt in een talkshow. Hoe gaat het er eigenlijk aan toe op redacties? Wat gaat er om in de hoofden van journalisten, activisten en influencers? Dit boek laat je inzien wat er gebeurt in de machinekamer van winnende en juist hopeloos mislukte campagnes. De afgelopen 25 jaar werkte het campagnebureau BKB aan meer dan duizend kleine en grote campagnes die iets in beweging moesten zetten in de Nederlandse samenleving. Van de vluchtelingenproblematiek tot gelijke kansen in het onderwijs, van duurzaam beleggen tot wetenschapsprogramma’s op Lowlands en Zwarte Cross. In opdracht, maar zeker ook op eigen initiatief.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels