zaterdag 26 april 2025

Henk Smeijsters 2

Tijdloze wijsheden voor een beter leven : levenslessen van 'klassieke' denkers
Damon 2025, 305 pagina's  € 24,90

Wikipedia: Henk Smeijsters (1952)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
In "Tijdloze wijsheden voor een beter leven" bespreekt Henk Smeijsters het gedachtegoed van belangrijke filosofen en toont hij ons welke levenslessen we daaruit kunnen trekken.

We leven in een tijd van verschillende crises en oorlogen. Veel moderne crises worden veroorzaakt doordat we niet of te laat in staat blijken ons denken, voelen en handelen drastisch te veranderen. Om deze noodzakelijke verandering te kunnen bewerkstelligen kunnen de tijdloze wijsheden van denkers uit het verleden ons in de goede richting wijzen. 'Tijdloze wijsheden voor een beter leven' biedt een verfrissende blik op de inzichten van enkele van de grootste denkers uit de westerse geschiedenis. Hoewel hun ideeën al eeuwen geleden werden geformuleerd, zijn ze verrassend relevant voor onze huidige tijd. Henk Smeijsters geeft een heldere uitleg en praktische toepassingen van het gedachtegoed van onder anderen Aristoteles, Marcus Aurelius, Spinoza, Schopenhauer en Nietzsche. Hij laat zien hoe we hun wijsheden kunnen gebruiken om maatschappelijke ontwikkelingen de goede kant op te sturen en hoe we betekenis en zin aan ons leven kunnen geven.

Fragment uit Vlucht niet in nihilisme - Friedrich Nietzsche
Slavenmoraal en ressentiment

De christelijke religie spiegelde mensen die arm zijn, in het zweet des aanschijns hun brood moeten verdienen of een zwakke gezondheid hebben, een hiernamaals voor waarin al deze tekortkomingen opgeheven zijn. Aan de meest voor de hand liggende manier om veranderingen in hun leven te bewerkstelligen, de politieke actie, werd voorbijgegaan. Voordat in de achttiende, negentiende en twintigste eeuw maatschappelijke revoluties uitbraken, bood het christelijk geloof eeuwenlang een passieve oplossing. Tegenover het leed op aarde plaatse het niet een betere wereld op aarde, maar een betere wereld in de hemel, in het hiernamaals, in het leven na de dood. Lijden op aarde werd daarbij zelfs als een deugd gezien. Wie op aarde lijdt zal later oogsten, wie op aarde meer lijdt zal later meer oogsten. Het is een troostend vooruitzicht. Omdat het geestelijk leven na de dood hoog verheven werd verklaard boven het materiële leven op aarde, kon de lijdende mens zich tijdens zijn leven op aarde in geestelijk opzicht superieur voelen. Want: 'De eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten zullen de eersten zijn.' In plaats van de status quo op aarde te veranderen werd de gelovige aangespoord het noodlot te verdragen en zich op de genade van het hiernamaals te verheugen.
  Omdat de christelijke moraal mensen voorhoudt het leven te verzaken en zich passief en zonder wilskracht op te stellen, mensen niet sterk maar zwak maakt, noemde Friedrich Nietzsche haar een slavenmoraal. De christelijke moraal deed niet alleen de seksualiteit, maar de menselijke levenskracht als geheel, in de ban. Nietzsches kernkritiek op de christelijke moraal is dat zij de vitale kracht van de mens onderdrukt. Hij maakte een vergelijking met het gebruik van een paard in de landbouw: je moet de kracht van het paard niet onderdrukken maar gebruiken. Het 'dionysische' paard moet niet vastgebonden worden, maar heeft een 'apollinische' ruiter nodig die de kracht van het paard in goede banen leidt.
  Nietzsche ziet de christelijke moraal ook als oorzaak van het ressentiment. Omdat het hiernamaals nog lang op zich laat wachten, de gelovige niet gestimuleerd wordt zelf iets van zijn leven te maken, maar wel geconfronteerd wordt met medemensen die in hun leven iets bereiken, is de kans groot dat hij tegenover hen ressentiment ontwikkelt. In het kwalijkste geval probeert iemand die zelf niet over wilskracht beschikt, de wilskracht van anderen te breken. Denk aan het kind dat graag en goed leert, maar gepest wordt door andere kinderen die geen zin in leren hebben.
  Mensen die niet de kracht of wil bezitten de strijd met het leven aan te gaan, reageren met ressentiment en noemen het krachtige 'kwaad' en het zwakke 'goed'.  Zij schuiven hun verantwoordelijkheid af en zien zichzelf als slachtoffer.

Nihilistische zingevingsverhalen
In zijn rol van 'filosoof als arts van de cultuur' beschouwt Nietzsche zingevingsverhalen die een vlucht uit het leven inhouden als een vorm van kwakzalverij. Zingevingsverhalen die de mens ertoe aanzetten het leven te ontvluchten, noemt hij nihilistisch. De zin van het leven is volgens hem het leven zelf, niks daarbuiten. Nietzsches veroordeling van dergelijke zingevingsverhalen impliceert echter niet dat zoeken naar zingeving onzin zou zijn. Zijn eigen zoeken naar zingeving is een existentialistisch zoeken dat niet zoals de gemakzuchtige 'laatste mens' de zingeving in de vorm van een metafysische religie, transcendente filosofie of verklarende wetenschap aangereikt wil krijgen. Ook Nietzsche was een existentialist avant la lettre.
  In de ogen van Nietzsche legde Plato met zijn allegorie van de grot in de Politeia (De staat) de basis voor allerlei religieuze, filosofische en wetenschappelijke nihilismen in de eeuwen na hen. Hij keert zich tegen Plato's visie dat we in een grot leven waarin alleen schaduwen te zien zijn en daarbuiten een wereld van absolute abstracte ideeën bestaat die laat zien wat 'de' waarheid, 'de' goedheid en 'de' schoonheid inhouden. Nietzsche oordeelt dat in plaats van het leven te nemen zoals het is, Plato's Ideeënleer het leven aan abstracties opoffert.
  In de klassieke Griekse tragedie vóór Plato was, aldus Nietzsche, nog geen sprake van nihilisme omdat zij het aardse dionysische en het onaardse apollinische met elkaar wist te verbinden. Pas toen de apollinische filosofie de overhand kreeg nam het nihilisme dat het leven ontvlucht een aanvang. Het kreeg een vervolg in het christelijke idee van verlossing uit het aardse lijden in de hemel. Het christelijk nihilisme werd afgelost door het wetenschappelijke en technologische nihilisme. (pagina 214-215)

Lees ook: Hoe je een beter mens wordt : levenslessen van moderne denkers (2024)

Terug naar Overzicht alle titels


donderdag 24 april 2025

Lisa Loeb & Daniel Paalberg

Dit kan geen toeval zijn : alles over complottheorieën en wat erachter schuilgaat
Lebowski 2025, 208 pagina's € 22,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Lisa Loeb (1989) en Daniel Paalberg (1984)

Korte beschrijving
Een onderhoudend en informatief boek over complottheorieën en de mechanismen die ze geloofwaardig maken.  In dit boek analyseren Lisa Loeb en Daniel Paarlberg de psychologische technieken die achter complottheorieën schuilgaan, zoals het zaaien van twijfel, het negeren van tegenbewijs en het kiezen van een gezamenlijke vijand, om een theorie aantrekkelijk te maken voor een breed publiek. Het boek biedt inzicht in waarom complottheorieën zo'n sterke aantrekkingskracht kunnen hebben op mensen. Daarnaast geven de auteurs antwoord op de vraag hoe zelf een theorie te ontwikkelen waar massa’s mensen in geloven. In lichtvoetige en verhelderende stijl geschreven. Geschikt voor een breed tot geoefend lezerspubliek. Lisa Loeb (1968) is bekend als schrijver, cabaretier, presentator en winnaar van De slimste mens. Eerder schreef ze het boek ‘BANG’. Ze is vaste columnist voor De Nieuws BV op Radio 1 en Marie Claire. Daniel Paarlberg (1984) is socioloog en politicoloog. Na een carrière in het bedrijfsleven startte hij de podcast ‘De Complottenpiramide’.

Tekst op website uitgever
Alles over complottheorieën en wat erachter schuilgaat

Wie waren de mannen in witte pakken bij de Bijlmer-vliegramp? Worden we geregeerd door reptielen? En hoe kon een amateuristische eenling JFK vermoorden?

Complottheorieën zijn absurd, verontrustend - of toch ook wel begrijpelijk? In Dit kan geen toeval zijn behandelen Lisa Loeb & Daniel Paarlberg de meest uiteenlopende complottheorieën en wat er allemaal achter schuilgaat. Want hoe zit zo'n theorie precies in elkaar? Wat is ervoor nodig om ze zo geloofwaardig mogelijk te maken? En hoe ontwikkel je zélf een theorie waar massa's mensen in geloven?

Meeslepend en met humor vertellen ze alles wat je moet weten. Daarbij gaan ze dieper in op de psychologische valkuilen en trucs die een theorie overtuigend maken: zaai twijfel, negeer tegenbewijs én kies een gezamenlijke vijand. Zo maak je jouw complottheorie onweerstaanbaar.

Fragment uit (de) Epiloog - We moesten toch zo nodig kritisch denken?
Officiële waarheidsvinding

Alle lessen in dit boek kietelen de intuïtie waar complotdenkers op varen. Door te appelleren aan vooroordelen en angsten, zoals een vermeende strijd tussen elite en volk of antisemitisme, haakt een complottheorie aan op al bestaande overtuigingen. Door achter grote gevolgen grote oorzaken te zoeken, kwade opzet te vermoeden waar toeval of incompetentie volstaat en uitsluitend bewijs voor het eigen gelijk aan te dragen, benut een complottheorie onze psychologische boobytraps. En door kritiek te pareren zonder echt op die kritiek in te gaan, bijvoorbeeld door critici onderdeel van het complot te maken, maakt ene complottheorie zich immuun voor tegenstand.
  In onze zoektocht naar de waarheid zullen wij zulke valkuilen moeten omzeilen. En willen we dat als samenleving consequent doen, dan zullen de instanties die daar verantwoordelijk zijn voor waarheidsvinding regels en procedures moeten volgen om die valkuilen te omzeilen. Wetenschappers moeten hun methode toelichten en idealiter hun data publiceren, zodat andere wetenschappers hun bevindingen kunnen nalopen. De mogelijkheid om in beroep te gaan tegen een rechterlijke uitspraak biedt de kans om fouten te corrigeren en hoor en wederhoor moet journalisten behoeden voor tunnelvisie.
  Deze instanties ontlenen hun aanspraak op de waarheid dus niet aan het feit dat ze 'officiële' instanties zijn, maar aan het volgen van procedures die hebben bewezen ons dichter bij de waarheid te brengen. Dat betekent niet dat ze perfect zijn. Het blijft mensenwerk en mensen maken fouten. Ze zullen het dus niet altijd bij het rechte eind hebben, maar hebben wel een dikke streep voor op mensen die zulke procedures niet volgen.
  Regeltjes en procedures klinken best wel duf. Toch hebben we daar onze moderne beschaving aan te danken. Het omarmen van de wetenschappelijke methode heeft voor een explosie van kennis en welvaart gezorgd. Zonder de wetenschappelijke methode hadden wij nog steeds een levensverwachting van veertig jaar gehad, heksen verbrand en gedacht dat de aarde het middelpunt van het heelal is.

Koffiedrinken
In die nadruk op regels en procedures zit misschien ook wel de sleutel hoe we moeten omgaan met complotdenkers . Debunking - het feitelijk weerleggen van een complottheorie - heeft in ieder geval niet het gewenste effect. Sterker nog, het kan averechts werken, zeker als de afzender een officiële autoriteit is. Sommige onderzoeken wijzen uit dat het meer nut heeft om het gesprek niet over de feiten te voeren, maar over de methode - debiasing. Oefeningen die mensen bewust maken van hun eigen vooroordelen en valkuilen of waarin ze een alternatieve verklaring voor een complottheorie moeten bedenken brengen complotdenkers soms wel op andere gedachten.
  Toch moeten we ook hier geen al te hoge verwachtingen van hebben. De karaktertrekken die mensen vatbaar maken voor complottheorieën maken hen ook weinig geneigd om hun eigen overtuigingen bij te stellen.

Bovendien willen sommige mensen in complottheorieën geloven. Complotdenkers leven niet in een isolement, maar zijn onderdeel van een groep. Het is onmogelijk om complotdenken te begrijpen zonder je af te vragen wat complotdenkers in die groep vinden dat ze elders niet vinden. Data coronasceptici hun demonstraties hernoemden naar koffiedrinken illustreert dit. Het waren evengoed sociale bijeenkomsten voor mensen die zich vervreemd en eindelijk thuis voelden, als demonstraties tegen het overheidsbeleid. En laten we eerlijk zijn: de meesten van ons geloven, tegen beter weten in, ook in iets omdat het ons identiteit, zingeving, erkenning en verbroedering verschaft - of het nu een religie of een kampioenschap van NAC is. (pagina 202-204) 

Terug naar Overzicht alle titels

Paul Verhaeghe 9

Wijsheid
De Bezige bij 2025, 158 pagina's € 22,99

Wikipedia: Paul Verhaeghe (1955)

Korte beschrijving
Een diepgaande filosofische beschouwing over wijsheid en kennis. Paul Verhaeghe onderzoekt in dit boek de relatie tussen kennis en wijsheid. Hij bespreekt hoe mensen door de geschiedenis heen middels mythen, magie en later wetenschappelijk onderzoek de werkelijkheid hebben geduid. Het boek maakt een onderscheid tussen kennis, die praktische voordelen biedt, en wijsheid, die helpt bij het beantwoorden van existentiële vragen. Verhaeghe waarschuwt voor het gevaar van het geloof in een absolute waarheid, waarbij zowel kennis als wijsheid kunnen worden opgeofferd. Hij gaat onder ander in op de rol van technologie, het idee dat de mens boven de natuur staat en de rol van toeval. Met aandacht voor het werk van o.a. Immanuel Kant. Zeer intelligent geschreven. Uitsluitend geschikt voor een geoefende lezersgroep.  Paul Verhaeghe (Roeselare, 1955) is een Belgische hoogleraar op het gebied van de psychologie en psychotherapie. Hij schreef vele boeken, waaronder o.a. ‘Intimiteit’* (o.a. 2022) en ‘Onbehagen’** (2023)..

Tekst op website uitgever
Kunnen we vertrouwen op onze waarneming? Valt er ooit iets zeker te weten? En hoe verhoudt kennis zich tot wijsheid?

Al sinds jaar en dag proberen we de werkelijkheid te ontrafelen en te voorspellen. Ooit vonden we antwoorden in mythen en magische praktijken, sinds een paar eeuwen richten we ons op wetenschappelijk onderzoek.

In Wijsheid duidt Paul Verhaeghe onze complexe verhouding tot de werkelijkheid. Hij legt het onderscheid uit tussen kennis, die ons leven makkelijker maakt, en wijsheid, die ons helpt bij existentiële vragen. Tegen die achtergrond doemt het altijd aanwezige gevaar op van het geloof in de absolute Waarheid. Op dat altaar wordt zowel kennis als wijsheid geofferd, met consequenties die niet te overzien zijn.

Fragment uit Onttovering
Tot diep in de achttiende eeuw waren filosofie, kunst en wetenschap nauw verweven, met op de achtergrond het dwingende religieuze keurslijf. Tekeningen van planten en dieren gemaakt door onderzoekers waren kunstwerkjes, schilders legden zich toe op de studie van het perspectief om hun schilderijen realistischer te maken, filosofen dachten na over schoonheid. Tweehonderd jaar later is deze verweving zo goed als verdwenen, als gecombineerd effect van de eclatante successen in het natuurwetenschappelijk onderzoek, de wegdeemstering van godsdienst en de totale vermarkting van kunst.
  Vandaag de dag volstaat wetenschap, zo denkt men. Ethiek hebben we verbannen naar ethische commissies die zelf voortdurend worstelen met de grenzen die ze moeten opleggen omdat er nu eenmaal geen exacte normen zijn waarop de begrenzing dient te berusten. Zo hebben fertiliteitsklinieken dankzij de huidige technieken vaak bevruchte eicellen en zelfs vroegstadiumembryo's op overschot. Mogen die vernietigd worden? Mag daar onderzoek mee gebeuren? Indien ja, welk onderzoek is aanvaardbaar en welk niet? Research om nieuwe behandelmethodes voor kanker te ontwikkelen zal makkelijker goedgekeurd worden dan onderzoek om 'designerbaby's' te creëren. Hoe maak je dat onderscheid hard?
  De overtuiging dat wetenschap volstaat heeft alles te maken met haar toepassingen die in combinatie met een bepaald maatschappijmodel aan de basis liggen van het huidige paradijs, toch in het Westen. Nog nooit hadden we zoveel controle over de materiële aspecten van ons bestaan. Het contrast met vroeger is immens, niet eens zo lang geleden leefden we in een wereld vol bedreigende magie - we begrepen weinig van wat ons overkwam, we legden de oorzaak bij hogere krachten die straften en beloonden, zij het op een onduidelijke manier ('Gods wegen zijn ondoorgrondelijk'). We deden ons best, maar zeker waren we nooit, dus hielden we er wat bijgeloof op na, gaande van een konijnenpoot in onze binnenzak tot hoefijzers boven de staldeur. Veel hielp het allemaal niet, en wanneer er nog maar eens een kind stierf, wisten we nauwelijks wat we moesten doen, het hoofd buigen of godslasterlijk vloeken.
  Dat veranderde met de komst van de wetenschap. Latijn werd vervangen door wiskunde, bidden door een doktersbezoek. Dankzij vaccinaties en een medisch aangestuurde publieke hygiëne (riolering, drinkwater) bleven onze kinderen in leven. Nieuwe technologieën namen de maatschappij stormenderhand over, eindelijk werd de Verlichting een realiteit, met straatlantaarns die de duisternis verdreven. De vooruitgang veranderde ons mens- en wereldbeeld op een ongeziene manier, wat Max Weber, een Duitse grondlegger van de sociologie, begin vorige eeuw kernachtig samengevat heeft als 'de onttovering van de wereld'.
  De uitdrukking spreekt tot de verbeelding en kreeg vervolgens een betekenis die Weber helemaal niet bedoeld had. Wat men meent te begrijpen, is dat wetenschappers alles, of toch bijna alles, rationeel begrijpelijk en controleerbaar gemaakt hebben, wars van magisch-poëtische en, godbetert, religieuze 'verklaringen'. Kijkend naar de nachtelijke hemel zien we geen poëtische sterrenbeelden meer, wel het meetbare licht van lang geleden gedoofde sterren. Straks kennen en kunnen we alles, maar de wereld is koud en zielloos geworden. Onttoverd dus, want de wetenschap domineert en de magie is verdwenen.
  Twee keer verkeerd. De overtuiging van wetenschap tegenwoordig de plak zwaait, is een effect van tv-commercials waar hét argument voor de meest waanzinnige producten en toestellen steevast luidt dat ze wetenschappelijk getest zijn (een topper: Bioenergiser Detox Foot Spa, in een voordeelpakket met ontgiftigde Ear Candles). Er is niet veel scherpzinnigheid nodig om te beseffen dat de macht bij een doorgeslagen vrijemarkteconomie ligt die onderzoeksresultaten gebruikt waar het haar uitkomt en andere negeert als ze haar winstmarges bedreigen. Mocht wetenschap daadwerkelijk domineren, dan hadden we al minstens vijf decennia terug de nodige maatregelen genomen tegen klimaatverandering en het verlies van de biodiversiteit.
  Bovendien geldt het idee dat de wereld onttoverd zou zijn niet in de wetenschap, waar onderzoekers eerder het tegenovergestelde ervaren. Hoe meer ze weten, hoe meer vragen e roprijzen en des te groter hun verwondering. Er zit meer magie in de hedendaagse systemische biologie dan in de classificatie van Linnaeus (probeer maar eens de onderlinge verbanden te begrijpen die in een stuk grasland tussen alle organismen aan het werk zijn), meer tovenarij in de kwantummechanica dan in de wetten van de fysica. Zou het toeval zijn dat topwetenschappers vaak schoonheid aanvoeren als argument voor de juistheid van hun bevindingen? Dat ze, eens aanbeland bij de limieten van hun onderzoek, een beroep doen op kunst, filosofie en zelfs religie? Op dat punt vervagen de grenslijnen tussen het wetenschappelijk correcte en het goede, ware en schone. Met dien verstande dat het punt waar het goede, het schone en het ware samenkomen, altijd voorbij het exacte kenbare ligt. (pagina 84-87)

Lees ook: Liefde in tijden van eenzaamheid : over drift en verlangen (2009), Het einde van de psychotherapie  (2011) Identiteit (2012), Autoriteit (2015) en Intimiteit (2018),Houd afstand, raak me aan (2020), Wat brengt u hier? : Sarah Vankersschaever in gesprek met Paul Verhaeghe (2021) en Onbehagen (2023)

Terug naar Overzicht alle titels


dinsdag 22 april 2025

Hendrik Noten 2

De prijs van ophef : waarom meer verdeeldheid leidt tot minder welvaart voor (bijna) iedereen
Atlas Contact 2025, 240 pagina's € 22,99

Korte bio van Hendrik Noten (1991)

Korte beschrijving
Een kritische uiteenzetting over de impact van propagandisten die ophef als wapen inzetten en de gevolgen daarvan op de economie. Hendrik Noten onderzoekt waarom het moeilijk is om economische ongelijkheid te veranderen. Hij volgt daarbij de invloed van Amerikaanse propagandisten, mediagenieke economen en Haagse politici en ontdekt dat strategisch inzetten op beeldvorming positieve verandering tegenhoudt. Ophef creëeren verbergt echte, collectieve problemen en zorgt ervoor dat macht en rijkdom geconcentreerd blijven bij een kleine groep. Dit heeft gevolgen voor de gewone burger, voor wie basisvoorwaarden zoals betaalbaar wonen, goed onderwijs en voldoende boodschappen immer buiten zicht blijft. De auteur biedt echter ook een perspectief van hoop: door ons niet langer te laten afleiden door ophef, kunnen we werken aan een samenleving waarin het welzijn van iedereen centraal staat. In heldere en betogende stijl geschreven. 0

Hendrik Noten (1991) is bestuurskundige, onderzoeker en auteur. Met Sander Heijne maakt hij de podcast Radio Vrij Nederland en schreef hij ‘Fantoomgroei’.

Tekst op website uitgever
De auteur van de bestseller 'Fantoomgroei' legt bloot hoe ophef als strategie de ongelijkheid in Nederland vergroot. Een urgent boek over hoe we de welvaart eerlijker kunnen verdelen.

In de bestseller 'Fantoomgroei' legde Hendrik Noten met Sander Heijne de scheve verdeling van economische groei bloot. In dit nieuwe boek onderzoekt Noten waarom het zo moeilijk is om onze welvaart eerlijk te verdelen. Hij ontrafelt hoe beeldvorming ons tegenwerkt: de ene ophef volgt de andere op. Dat is geen toevalligheid, maar het resultaat van een bewuste strategie. Ophef zaait twijfel en leidt onze aandacht af van waar het écht over zou moeten gaan. Daarmee wordt een kleine groep gediend, maar de gewone burger betaalt de prijs. Voor steeds meer mensen komen basisvoorwaarden als een betaalbare woning, goed onderwijs en een gevulde koelkast onder druk te staan. Toch is er hoop: als we elkaar vinden op basis van gedeelde belangen, kunnen we zorgen voor een land waarin ieders welzijn telt.

Fragment uit 4. Wanneer de Publieke Opinie geld waard is
Handel in verwarring

Er bestaat al geruime tijd een draaideur tussen de journalistiek en de communicatiewereld. Politiek Den Haag wemelt van de voorlichters die voorheen als journalist werkzaam waren. Ze stappen als het ware over naar de andere kant van de microfoon. Dat vergt fysiek en mentaal eerder een klein hupje dan een werkelijke sprong. Maar de overstap is voor iedereen zichtbaar en duidelijk. Journalisten die woordvoerder worden, stappen open en bloot over naar de kant van de macht. 
  De bedrijfsjournalistiek is fundamenteel anders. Met genoeg mensen en middelen, lukt het vast om van tijd tot tijd prachtige verhalen te maken. De newsroom van Microsoft loopt over van hoogwaardige producties over de beloftes van AI. Het probleem is alleen: journalistiek draait in essentie niet om mooie verhalen, maar om het controleren van de macht. Veel van deze ondernemingen zijn zélf echter economische machthebbers. De bedrijfsjournalistiek is dus vooral een camouflagetactiek. Als een kameleon nemen grote ondernemingen de kleuren van hun journalistiek controleurs over.
  Dat bedoel ik letterlijk. Wellicht valt het krantenlezers op hoe een nieuw soort artikel de afgelopen jaren zijn intrede heeft gedaan. Naast de normale nieuwsrubrieken zijn artikelen te vinden die nét afwijken van de reguliere opmaak - en toch dezelfde uitstraling hebben. Het verschil is zichtbaar, maar zodanig subtiel dat onze hersenen geneigd zijn ze op één hoop te gooien.
  Bijvoorbeeld: dagblad NRC heeft meerdere zeer goed beluisterde podcasts. In 2023 is op een deel van de website een nieuwe serie te beluisteren: De kracht van staal, waarin de presentator onderzoekt welke rol staal speelt in een duurzame toekomst. De serie blijkt het initiatief van pr-bedrijf Edelman, dat het imago van Tata Steel probeert op te zijzelen, terwijl inmiddels steeds duidelijker wordt tot welke gezondheidsschade de huidige staalproductie leidt.
  Dit is wat de grote dagbladconglomeraten 'branded content' noemen. Of in het Nederlands: gesponsorde inhoud. Bedrijfsjournalistiek dus, die tegen betaling in de krant wordt afgedrukt of op websites te vinden is. De klassieke advertentiepagina verdwijnt en in plaats daarvan plaatsen ondernemingen inhoudelijke artikelen om hun dienst of product aan te prijzen.
  Daarmee groeien journalistiek en beïnvloeding naar elkaar toe, en de zorgen daarover groeien net zo hard mee. De verkopers van branded content benadrukken dat het verschil tussen 'echte' krantenartikelen en bedrijfsjournalistiek voor de lezer duidelijk moet blijven. Bijvoorbeeld doordat lettertypes anders zijn en ergens vermeld staat dat het om een advertentie gaat. Maar de toegevoegde waarde van deze beïnvloeding zit natuurlijk in de subtiele grensvervaging.
  Soms zijn de conglomeraten daar per ongeluk zelfs heel eerlijk over. In het programma Mediastorm van Omroep HUMAN komt in september 2023 een video bovendrijven van de marketingafdeling van DGP Media. DGP is de uitgever en eigenaar van onder andere De Volkskrant, Trouw en het AD, en heeft dus een serieuze voetafdruk in de Nederlandse media. In de desbetreffende video zien we een hippe jongeman die al vrolijk in de camera kijkend aan mogelijke adverteerders uitlegt wat branded content precies is en waarom dat erg geschikt is om mensen te beïnvloeden: 'Het is voor de klant vaak niet direct duidelijk dat het om een advertentie gaat.'
  Dit soort advertenties zijn slechts een voorbeeld van de vele manieren waarop ondernemingen de journalistiek proberen na te bootsen. Van podcasts tot eigen reportages en het inzetten van influencers: de lijst is lang.
  De toenmalige hoofdredacteur van Vrij Nederland vat het in de uitzending van Mediastorm mooi samen: 'Er ontstaat een handel in verwarring.'
  Die handel ontstaat omdat de verwarring waarde heeft. Hoe minder wij - burgers, kiezers, lezers - het kunnen overzien, hoe makkelijker anderen ons kunnen beïnvloeden in het vormen van een Publieke Opinie. (pagina 49-51)

Lees ook: Fantoomgroei : waarom we steeds harder werken voor steeds minder (uit 2020, dat hij samen schreef met Sander Heijne).

Terug naar Overzicht alle titels 

Daniel Yon

Een truc van de geest : hoe je brein jouw realiteit uitvindt
Atlas Contact 2025, 316 pagina's  € 24,99

Oorspronkelijke titel: A trick of the mind : how the brain invents your reality (2025)

Korte bio van Daniel Yon (19?)

Korte beschrijving
Een inzichtelijke verhandeling over recent onderzoek in de neurowetenschap. Dit boek onderzoekt hoe het brein de realiteit construeert door eerdere ervaringen te gebruiken om hypothesen te vormen over de wereld. Het brein lijkt dus vergelijkbaar te werken als de wetenschappers die het onderzoeken: door modellen te bouwen om de wereld te voorspellen en te begrijpen. Daniel Yon gaat een stap verder door te onthullen hoe het brein niet alleen de perceptie van de wereld beïnvloedt, maar ook de oordelen over anderen en de overtuigingen over onszelf. Het boek biedt hiermee inzicht in de manier waarop onze hersenen onze realiteit vormgeven. In prettige en vaardige stijl geschreven. Met zwart-witillustraties. Voor lezers met verregaande interesse in het onderwerp. 

Daniel Yon is een professor in cognitieve neurowetenschap en experimentele psychologie.

Tekst op website uitgever
Je hersenen zijn een groot algoritme, continu aan het berekenen. Aan de hand van neurowetenschap en psychologie wordt er op een toegankelijke manier vertelt hoe je hersenen jouw realiteit vormen.

Hoe bepaalt je brein wat het ‘ziet’? Al tientallen jaren proberen wetenschappers te begrijpen hoe ons brein werkt. Het laatste onderzoek in de neurowetenschap en psychologie suggereert dat hersenen hetzelfde doen als wetenschappers: eerdere ervaringen gebruiken om hypothesen te bouwen over hoe de wereld werkt, en deze modellen gebruiken om het te voorspellen en te begrijpen. Door dit proces construeert je brein de realiteit waarin je leeft.

In dit boek gaat Daniel Yon nog een stap verder en onthult hij hoe je hersenen je perceptie van de wereld, de oordelen die je velt over andere mensen en de overtuigingen die je over jezelf vormt, kleuren. Een truc van de geest zal de manier waarop je denkt blijvend veranderen.

Fragment uit 7. Paradigmaverschuivingen
Het ondenkbare leren denken

Om te begrijpen hoe dit kan, moeten we opnieuw stilstaan bij de manier waarop onze hersenen zijn opgebouwd. Door dit hele boek heen heb ik aannemelijk proberen te maken dat er een diepe analogie bestaat tussen de processen die zich in je hoofd afspelen en de werkwijze van de wetenschap zelf. Je hersenen destilleren patronen uit de gegevens die de wereld verschaft en kristalliseren die uit tot theorieën die de verschijnselen in deze wereld verklaren.
  Maar de wetenschap is niet zo uitgekristalliseerd als het lijkt. Het is verleidelijk om wetenschap te zien als een onstuitbare opmars van de vooruitgang. Wetenschappers begrijpen nu meer van de natuurlijke wereld dan tien, vijftig, honderd, duizend jaar geleden, dankzij de geleidelijke ophoping van inzichten en observaties, die telkens weer een tegeltje toevoegden aan het mozaïek van wetenschappelijke kennis.
  Maar deze progressivistische kijk op wetenschap - als een lineair voortschrijdend proces van onwetendheid naar verlichting - is geen goede weergave van de wijze waarop vooruitgang zich in de wetenschap werkelijk voltrekt.
  Toen Thomas Kuhn met een historische bril naar de wetenschap keek, zag hij geen langzame en gestage opmars van de vooruitgang. De wetenschap heeft vaak doodlopende paden bewandeld, theorieën gevolgd die uiteindelijk vruchteloos bleken. En sommige van de grootste denkers uit de geschiedenis geloofden in entiteiten en ideeën, zoals flogiston of frenologie, die er vanuit modern wetenschappelijk perspectief uitzien als mystiek bijgeloof.
  In plaats van een lineaire opmars naar toenemend inzicht zag Kuhn meerdere periodes van 'normale wetenschap'.  In periodes van normale wetenschap werken wetenschappers allemaal binnen dezelfde dominante theorie, zien ze de wereld door hetzelfde heersende paradigma en gebruiken ze dit paradigma om de vraagstukken op te lossen die hun worden voorgelegd. Maar de normale wetenschap treedt buiten werking wanneer de wetenschapper sop een nieuw fenomeen stuiten dat de heersende theorie niet kan verklaren. Zulke verrassende anomalieën ondergraven het vertrouwen in de bestaande theorieën en de wetenschap maakt een revolutie door, waarbij een nieuwe reeks theorieën de oude omverwerpt. De paradigma's verschuiven.
  We kunnen veronderstellen dat deze zelfde processen zich ook in je hersenen afspelen. In het grootste deel van dit boek hebben we ons beziggehouden met wat er in de hersenen gebeurt tijdens periodes van normale wetenschap - periodes waarin de hersenen een heersende theorie over de wereld en zichzelf hebben gevormd, die vervolgens dient als het prisma waardoorheen ze de wereld en zichzelf begrijpen. Maar net als wetenschappers in de buitenwereld moeten de wetenschappers in ons hoofd alert zijn op verrassende anomalieën die aan de horizon opdoemen. Ze dienen gespitst te zijn op tekenen dat onze eigen theorieën misschien ook een revolutie moeten ondergaan.
  Toch bestaat er in onze hersenen een wezenlijke spanning tussen normale wetenschap bedrijven en zulke revolutionaire verschuivingen ondergaan. De mentale modellen in ons hoofd moeten worden aangepast wanneer we iets observeren wat niet strookt met onze huidige voorspellingen over de werking van de wereld. Maar als de top-downstroom in ons hoofd datgene wat we waarnemen en geloven zodanig vervormt dat het overeenstemt met onze verwachtingen, zullen we deze discrepanties tussen voorspelling en realiteit niet opmerken. Volledig in onze mentale modellen leven maakt ons ongevoelig voor wat de wereld ons feitelijk meedeelt. Als we onze interne modellen projecteren op wat we waarnemen en geloven ,betekent dat per definitie dat we de ons nu omringende wereld negeren ten gunste van onze toekomstige verwachtingen daarover. Als gevolg daarvan zullen we tegenstrijdheden die ons van gedachten kunnen doen veranderen over het hoofd zien.
  Het wetenschappelijke proces behelst een delicaat duet tussen theorie en gegevens. We passen onze theorieën toe om de gegevens die we vergaren te begrijpen, maar dat betekent dat we die gegevens bekijken door de lens van onze bestaande ideeën. Een verrassend nieuw gegeven kan leiden tot een paradigmaverschuiving en een heersende theorie omverwerpen. Maar we kunnen onze kijk op de werkelijkheid alleen wezenlijk herzien als we bereid zijn onze verklaringen daadwerkelijk aan te passen aan nieuwe gegevens, in plaats van de gegevens gewoon weg te verklaren.
  Als er een tegenstrijdigheid bestaat tussen een oorspronkelijke theorie en het verzamelde bewijs, zijn er twee mogelijkheden: óf de theorie óf het bewijsmateriaal is fout. We moeten dus uitzoeken waarin we meer vertrouwen stellen - de theorie of de gegevens. Ofwel er zit een fout in ons model van de wereld, of er zit een fout in onze metingen. (pagina 248-251)

Terug naar Overzicht alle titels

Eva Vriend

De waterzoon : Jac. P. Thijsse, zijn zoon en onze verhouding tot de natuur

Atlas Contact 2025, 64 pagina's € 8,--

Verschijnt als essay van/in de Maand van de Geschiedenis

Wikipedia: Eva Vriend (1973)

Korte beschrijving
De Maand van de Geschiedenis 2025 in oktober heeft als thema: 'Natuurlijk'. In hoeverre mogen we ingrijpen in de natuur? Dit urgente vraagstuk domineert de familiegeschiedenis van Jac. P. Thijsse. In zijn populaire Verkade-albums leerde hij Nederland begin vorige eeuw om de natuur te koesteren. Hij gaf de aanzet tot de oprichting van Natuurmonumenten. Zijn zoon Jo Thijsse volgde een ander pad. Hij specialiseerde zich in de waterloopkunde en werd de wetenschappelijke man achter de Afsluitdijk en de Deltawerken. In dit essay worden de grenzen van de maakbaarheid onderzocht. Aan de hand van het onbekende verhaal van vader en zoon Thijsse zien we hoe onze verhouding tot de natuur steeds verandert. In tijden van stikstofproblemen, afnemende biodiversiteit en klimaatcrisis biedt 'De waterzoon' een verrassend historisch perspectief op een vraagstuk dat ons allemaal raakt. Eva Vriend (1973) is een van de populairste geschiedenisschrijvers van Nederland.

Tekst op website uitgever
Schrijver en historicus Eva Vriend klimt in de pen om het essay te schrijven voor de Maand van de Geschiedenis, die in 2025 het thema ‘Natuurlijk’ draagt. In ‘De Waterzoon. Jac. P. Thijsse, zijn zoon en onze verhouding tot de natuur’ onderzoekt ze hoe we ons verhouden tot de natuur, aan de hand van de ideeën van Natuurmonumenten-oprichter Jac. P. Thijsse en diens zoon waterbouwkundig ingenieur Jo Thijsse. ‘De polder waar ik opgroeide, is de verdienste van mensen als Jo Thijsse.’

Fragment uit De tweede zoon
Het parlement stond unaniem achter het plan om de Zuiderzee af te sluiten. Nederland, neutraal gebleven in de Eerste Wereldoorlog, had behoefte aan een grootse prestatie die internationaal lof zou oogsten. De Zuiderzeewet werd op 14 juni 1918 van kracht. Maar wat minder bekend is: er waren ook serieuze zorgen over het majestueuze project.
  Waar moest het water heen dat bij een stormvloed tegen de nieuwe dijk zou opstuwen? Werd het peil in de Waddenzee dan niet zo hoog dat de kust van Friesland en Noord-Holland zou overstromen? Simpel gezegd, creëerde de Afsluitdijk geen waterbedeffect?
  Minister Cornelis Lely maakte zich al decennialang hard voor het plan. Hij zag zelf het probleem niet zo. Maar zoals dat gaat en toen al ging: om de Kamer gerust te stellen installeerde hij een commissie. Om alle zorgen voorgoed weg te nemen, vroeg hij de beroemdste wetenschapper die Nederland toen had om voorzitter te worden. Professor Hendrik Antoon Lorentz was net met emeritaat, maar hij zag het als een 'eervolle' plicht om een bijdrage te leveren aan 'het groote nationale werk'. 
  Lorentz, geboren in 1853, was op zijn vierentwintigste hoogleraar theoretische natuurkunde geworden. Hij had in 1905 de Nobelprijs gewonnen, was bevriend met Madame Curie en Albert Einstein. Lorentz was zo'n wetenschapper die Jac P. Thijsse als vooruitgangsgelovige op handen droeg.

In de maanden dat de Staatscommissie Zuiderzee onder leiding van Lorentz werd gevormd, was onze Jo met zijn gedachten ergens anders. Ik ging er onbewust van uit dat zijn weg naar de waterstaatkundige top een geplaveid pas was, doelgericht. Het liep anders, lees ik in het dagboek dat hij toen zelf bijhield. Het bevindt zich eveneens in de plastic IKEA-krat bij zijn kleinzoon Carel Thijsse thuis - een gouden vondst.
  Jo was intussen vijfentwintig jaar oud, afgestudeerd civiel ingenieur én getrouwd. Eerder la sik bij moeder Leen dat zij zich zorgen maakte over zijn liefdesleven. 'Wat heeft die jongen zich heerlijk ontwikkeld!' jubelde ze vooreerst. 'Een goedige reus! Een groote geest en heel geen beest! Een schat voor zijn moeder.' Maar: 'In de liefde nog al wat tegenspoed.' Hij had zijn uiterlijk niet echt mee. Haar jongste zoon Ko beschreef ze als een 'snoezige jongen'. Jo zag er 'met zijn dikken kop en borstelhaar en gore tint en meestal vuile boord minder bekoorlijk uit. Hij weet dat zelf ook wel.' (pagina 30-31)

Terug naar Overzicht alle titels

Fréderike Geerdink

Alle journalistiek is activisme : een manifest
De Bezige bij 2025, 123 pagina's € 17,99

Verschijnt juni 2025

Wikipedia: Fréderike Geerdink (1970)

Korte beschrijving
Een geëngageerd betoog over de rol van activisme in de journalistiek. Als correspondent in Turkije en Koerdistan werd Fréderike Geerdink ervan beschuldigd in haar werk te activistisch te zijn. Naar aanleiding van deze beschuldigingen onderzoekt ze in dit boek of journalistiek dat geen maatschappelijk of politiek doel nastreeft wel journalistiek is. Ze bespreekt de geschiedenis van de Nederlandse journalistiek en de invloed van mediaberichtgeving over politieke en maatschappelijke onderwerpen als de Groningse gaswinning, Zwarte Piet en Gaza. Ze stelt dat alle journalistiek een activistisch karakter heeft en wil journalisten en nieuwsconsumenten laten nadenken over de impact en intentie van journalistiek werk. Helder en bevlogen geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. 

Fréderike Geerdink (Hengelo, 1970) is een Nederlandse journalist. Ze publiceert in onder andere De Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en NRC Handelsblad en schreef meerdere boeken over Koerdistan.

Tekst op website
Fréderike Geerdink, journalist in hart en nieren, schrok zich wild toen haar als Turkije- en Koerdistan-correspondent voor de voeten geworpen werd dat ze te ‘activistisch’ werd. Was ze haar geliefde vak, en daarmee zichzelf, aan het verliezen? Of had ze juist eindelijk het licht gezien?

In dit wervelende manifest neemt Geerdink ons mee op haar pad naar activistische journalistiek, en concludeert: journalistiek die niet iets probeert te bewerkstelligen, ís geen journalistiek. Ook duikt ze in de geschiedenis van de Nederlandse journalistiek. Wat deden haar vroege collega’s in 1883 op de Internationale Koloniale

Tentoonstelling in Amsterdam? En hoe bepalend is dat voor hoe nu bericht wordt over politiek Den Haag, Groningse gaswinning, Zwarte Piet, en de genocide in Gaza? Alle journalistiek is activisme opent de ogen van elke journalist – en elke nieuwsconsument.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels

Josephine Quinn

Het Westen : een 4000-jarige geschiedenis
Thomas Rap 2025, 622 pagina's € 44,99

Oorspronkelijke titel: How the World Made the West: a 4,000-Year History (2024)

Wikipedia: Josephine Quinn (1973)

Korte beschrijving
Een diepgaand geschiedenisboek over de Westerse beschaving, met een nadruk op wereldwijde ontmoetingen en uitwisselingen die de geschiedenis hebben gevormd. Het boek bestrijkt de periode van de bronstijd tot de verlichting en onderzoekt hoe interacties tussen verschillende samenlevingen cruciaal waren voor historische ontwikkelingen, zoals de uitvinding van het alfabet door arbeiders uit Egypte en de introductie van Indiase cijfers in Europa via de Arabische wereld. Quinn betwist hiermee de traditionele opvatting van afzonderlijke beschavingen en benadrukt dat juist interculturele contacten de drijvende kracht achter de geschiedenis waren. Helder, diepgaand en in levendige stijl geschreven. Met vele kaarten in grijstinten. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. 

Josephine Quinn (1952) is archeoloog, historicus en was professor in de klassieke oudheid aan de universiteit van Oxford en sinds 2025, als eerste vrouw, aan de universiteit van Cambridge.

Tekst op website uitgever
Het Westen is een baanbrekend boek dat het traditionele verhaal van de westerse beschaving volledig herziet. Quinn onderzoekt hoe de oude wereld, van de bronstijd tot de verlichting, werd gevormd door voortdurende wereldwijde ontmoetingen en uitwisselingen. In plaats van de gebruikelijke opvatting van afzonderlijke ‘beschavingen’, laat Quinn zien dat het contact tussen verschillende samenlevingen – van het ontstaan van het alfabet in Egypte tot de intrede van Indiase cijfers in Europa – de échte motor van de geschiedenis was. Een monumentaal werk dat het beeld van de westerse geschiedenis voor altijd zal veranderen.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels

Christine Webb

De arrogante aap : de mythe van de superieure mens
De Bezige bij 2025, 366 pagina's € 26,99

Oorspronkelijke titel: The Arrogant Ape: The Myth of Human Exceptionalism and Why It Matters (2025)

Korte bio van Christine Webb (19?)

Korte beschrijving
Een wetenschappelijk onderbouwde verhandeling over de misvatting dat de mens superieur zou zijn aan andere diersoorten in de natuur, met aandacht voor het gedrag, de intelligentie en het bewustzijn van niet-menselijk leven. Primatoloog Christine Webb betoogt dat het idee van menselijk exceptionalisme niet wetenschappelijk gestaafd is en heeft geleid tot de uitbuiting van de aarde en andere diersoorten door de mens. Ze belicht de complexiteit van niet-menselijk leven, zoals de taal van zangvogels, de samenleving van koraalriffen en de intelligentie van schimmels. Webb gebruikt anekdotes en wetenschappelijk onderzoek om te illustreren hoe een herziening van onze kijk op andere organismen ook ons zelfbeeld kan veranderen. Verdiepend geschreven in vloeiende en aansprekende stijl. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. 

Christine Webb is een Amerikaanse primatoloog met een specialisatie in sociaal gedrag, cognitie en emotie. Ze deed haar postdoc-onderzoek bij de wereldberoemde Amerikaans-Nederlandse bioloog Frans de Waal. ‘De arrogante aap’ is haar eerste publieksboek.

Tekst op website uitgever
“In haar baanbrekende boek maakt Christine Webb duidelijk dat het idee dat wij het belangrijkste zijn – slimmer dan, beter dan, belangrijker dan, uniek uitzonderlijk, boven en apart van andere dieren – de plank volledig mis slaat. Deze vertekende kijk op de mens, waarbij we onszelf gebruiken als een soort standaard waarnaar individuen van andere soorten zouden moeten streven, is niet alleen arrogant, maar ook ronduit slecht geïnformeerd. Ik kan De arrogante aap van harte aanbevelen. We hebben een nieuwe houding nodig, een paradigmaverschuiving waarin we onszelf niet meer centraal stellen en samenwerken met andere soorten om de sombere weg te veranderen waarop we momenteel roekeloos reizen.” (Marc Bekoff)

“Christine Webb is de geïnformeerde en ethische stem die we dringend nodig hebben. De arrogante aap betoogt overtuigend dat mensen niet centraal hoeven te staan ​​– of zelfs niet zouden moeten staan ​​– in elke discussie in de wetenschap, in het beleid of bij het overwegen van hoe we ons leven moeten leiden. Dit boek zal uw kijk op dierenwelzijn veranderen, en misschien zelfs uw kijk erop.” (Alexandra Horowitz)

Flaptekst van het boek van Christine Webb over de mythe van de superieure mens
Darwin beschouwde mensen als een onderdeel van het rijke web van het leven, niet als de top van de natuurlijke hiërarchie. Toch denkt tegenwoordig bijna iedereen dat wij de slimste en succesvolste soort zijn die ooit heeft geleefd. Dit ‘menselijke exceptionalisme’, dat in de afgelopen eeuwen geleid heeft tot uitbuiting van de aarde en andere diersoorten, is echter eerder gestoeld op waanideeën dan op enig wetenschappelijk bewijs.

in De arrogante aap beschrijft primatoloog Christine Webb de onterecht onderschatte complexiteit van niet-menselijk leven – van de taal van zangvogels tot de cultuur van koraalvissen en de intelligentie van schimmels. Aan de hand van talloze anekdotes laat ze zie hoe we onze kijk op andere organismes kunnen doen kantelen, waarna we ook onszelf in een radicaal ander licht zullen zien.

Christine E. Webb is primatoloog aan Harvard University en gespecialiseerd in sociaal gedrag, cognitie en emotie van niet-menselijke apen. Ze zet zich in voor een wetenschap waarin ook andere dieren een morele status hebben. Haar wetenschappelijke werk is veelvuldig in populaire media besproken.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Floor Milikowski 3

Contouren van een nieuw land : over pioniers, toekomstbouwers en het Nederland van morgen
Atlas Contact 2025, 261 pagina's € 22,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Website 
Floor Milikowski (1980)

Korte beschrijving
Een bevlogen beschrijving van projecten voor nieuwe manieren van leven die in Nederland opgezet worden als reactie op verschillende (ecologische) crises. Journalist Floor Milikowski reist door Nederland en belicht initiatieven van mensen die in het spoor van pioniers en vooruitgangsdenkers een meer duurzame, sociale en verbonden samenleving proberen op te bouwen. Zo doet ze verslag over boeren die de energietransitie bevorderen, architecten die multifunctionele dijken ontwerpen en lokale gemeenschappen die duurzame stadswijken ontwikkelen. De auteur tracht hiermee een optimistisch perspectief te bieden op het toekomstige Nederland. In journalistieke stijl geschreven. 

Tekst op website uitgever
Floor Milikowski onderzoekt hoe pioniers ons land socialer en duurzamer maken. Een verfrissend en hoopgevend perspectief op transitie, verbeeldingskracht en de toekomst van Nederland.

De Nederlandse samenleving lijkt in crisis, maar op de achtergrond is verandering zichtbaar. In dit verfrissende en hoopgevende boek volgt journalist Floor Milikowski het spoor van pioniers en vooruitgangdenkers en biedt ze een optimistisch perspectief op de samenleving van morgen. Een duurzamere en socialere samenleving is zich nu al aan het vormen

Boeren die het voortouw nemen in de energietransitie. Architecten die werken aan multifunctionele dijken. En lokale gemeenschappen die een duurzame stadswijk ontwikkelen. Nederland zit bomvol nieuwe initiatieven. We hebben het vaak over de wooncrisis of de erbarmelijke staat van de natuur, maar op kleine schaal krijgen de noodzakelijke veranderingen al vorm. In Contouren van een nieuw land volgt Floor Milikowski het spoor van pioniers en vooruitgangsdenkers. Van verticale zonnepanelen tot natuurvriendelijke landbouw, en van drijvende tuinen tot moderne maakindustrie. Geleidelijk aan ontstaat een samenleving waarin het welzijn van de mens en het welzijn van de natuurlijke leefomgeving hand in hand gaan. Een nieuw Nederland is in aanbouw.

Fragment uit

Lees ook:  Een klein land met verre uithoeken : ongelijke kansen in veranderend Nederland (uit 2020) en Een klein land met verre uithoeken : ongelijke kansen in veranderend Nederland (uit 2020).

Terug naar Overzicht alle titels

Peter Sloterdijk 4

Het continent zonder eigenschappen : bladwijzers in het boek Europa
Boom 2025, 288 pagina's € 29,90

Verschijnt september 2025

Oorspronkelijke titel: (202?)

Wikipedia: Peter Sloterdijk (1947)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Indrukwekkende beantwoording van de vraag: Wat is Europa?
Nu de geopolitieke kaarten opnieuw worden geschud, is het hoog tijd voor een Europees zelfonderzoek. In Het continent zonder eigenschappen formuleert Peter Sloterdijk een scherpe kritiek op Europa’s identiteitscrisis. Hij ‘leest’ de wording van Europa als ware het een boek, en markeert daarbij fundamentele passages: van de wezenlijke rol van het Latijn, het imperium als bestuursmodel, de betekenis van Comenius voor de Europese cultuur als ‘lerende’ gemeenschap tot de industrialisatie als resultaat van de winning van delfstoffen.

Europa en haar symbolische betekenis
In zijn kenmerkende stijl duidt Sloterdijk de geschiedenis van Europa en haar culturele, politieke (imperiale) en symbolische betekenis in de wereld. Daarbij neemt hij afstand van naïeve ‘Europtimisten’ en verzet hij zich evenzeer tegen het ondergangsdenken dat de voedingsbodem lijkt te zijn voor het nieuwe extreem-rechts. In Het continent zonder eigenschappen zien we meesterdenker Peter Sloterdijk op de toppen van zijn kunnen: ironisch, kritisch en messcherp.

Fragment uit

Lees ook: Regels voor het mensenpark : kroniek van een debat (uit 2000),  Je moet je leven veranderen : over antropotechniek (uit 2011) en Wat gebeurde er in de 20ste eeuw (uit 2018).

Terug naar Overzicht alle titels

Fabian Dekker

De onzichtbaren : opvattingen en emoties van praktische geschoolde arbeiders
Van Gennep 2025, 224 pagina's - € 22,50

Korte bio van Fabian Dekker (198)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Op basis van 73 gesprekken wordt in dit boek een beeld geschetst van de Nederlandse arbeidersklasse die onder druk staat.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


donderdag 17 april 2025

Lieke Marsman 2

Op een andere planeet kunnen ze me redden
Pluim 2025, 196 pagina's  - €24,99

Wikipedia: Lieke Marsman (1990)

Korte beschrijving
Een verzameling dagboekfragmenten en filosofische essays over onder andere de dood en de ziekte van de auteur, met veel aandacht voor religieuze en andere bovenzinnelijke ervaringen. Dichter Lieke Marsman onderzoekt na de diagnose van ongeneeslijke kanker de invloed van deze ziekte op haar wereldbeeld en beschrijft hoe ze meer open is gaan staan voor bovenzinnelijke ervaringen. Dagboekfragmenten (2020-2024) over o.a. de confrontatie met de dood worden afgewisseld met essays over onderwerpen als religieuze ervaringen, ufo’s en het werk van denkers als David Markson en William James. Centraal staat het idee dat sterven met hoop, hoe onrealistisch ook, te verkiezen is boven een leven in hopeloze berusting. In vaardige stijl geschreven, met zowel persoonlijke en openhartige als meer beschouwende passages. Met een zwart-witillustratie. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Lieke Marsman (1990) is een Nederlandse dichter. Ze was Dichter des Vaderlands in 2021 en 2022 en schreef eerder o.a ‘De volgende scan duurt 5 minuten’ (2018).

Tekst op website uitgever
Samenleven met de dood veranderde Lieke Marsmans wereldbeeld: ze raakte geïnteresseerd in God en ufo’s, in kwantummechanica en christelijke denkers. Dit boek is een filosofische trip tot in de diepten van de menselijke geest, afgewisseld met dagboekfragmenten die beschrijven hoe de dood haar op de hielen zit. Uiteindelijk staat het idee centraal dat doodgaan met hoop, hoe vergezocht en onrealistisch ook, nog altijd beter is dan hopeloze berusting.

Fragmenten
5 april 2022

Wakker geworden met wanhoop. De vermoeidheid is nu echt toegeslagen, ondanks mijn dagelijkse wensdenken dat 'het wel gaat'.  Met die woorden al veel mensen buiten de deur gehouden, omdat ook gesteund worden energie kost. Een sms beantwoorden. De voordeur opendoen. Bloemen in een vaas doen. Dank je wel zeggen. Ik ben er gewoon te moe voor.

Deze vermoeidheid is zo eenzaam, om me heen gaat iedereen verder. Verstikt worden door het besef: dit was het dan, mijn carrière zit erop, ik zal nooit meer uitgaan, nooit meer een groot project beginnen, geen romans schrijven, niet de politiek in gaan. Het maakt me woedend dat dit mij overkomt, en daardoor krijg ik toch wee een beetje energie.

16 mei 2022

Ondanks de slechte scanuitslagen toch voor het eerst in tijden een 'gewoon' weekend gehad: gewoon vrienden gezien, gewoon in de tram, naar een voorstelling, gewoon genoten van alle mensen op de lenterige terrassen.

Ergens in de verte zat daar nog een herinnering aan die ik al tijden niet meer had gehad: de jaren waarin alles openlag. Waarin ik dingen deed zonder erbij na te denken. Waarin op een terras zitten geen geplande activiteit was, iets om een kruisje achter te zetten omdat de dag dan verder voorbij was, maar gewoon een doelloze gebeurtenis.

Misschien leef ik nog twee jaar, met pech één, met geluk vier. Ik mag het op mijn manier doen. Ook het sterven. Ik wil het niet, dat zachte kleffe bolletje boterhamworst van de Nederlandse palliatieve zorg. Die doorgekookte groente van ze en de boodschap: we willen dat u gene pijn heeft, mevrouw. Flikker op! Leven is lijden, en belangrijker: lijden is leven! 

11 mei 2023

Ik ben zo eenzaam. En ook: zo eenzaam geweest. Als ik mijn dagboek van de afgelopen jaren lees valt me op hoe ik in alles de wanhoop teruglees, zelfs op de momenten dat ik die niet beschrijf.

Ik ben al dagenlang boos op alles en iedereen, maar op deze ziekte in het bijzonder. En boos op mezelf? Naar mezelf toe voel ik gek genoeg een zekere clementie. Alle mensen die ik ken tonen zich voortdurend als beteuterde gezichtjes aan me en ik kan geen beteuterde gezichtjes meer zien. Ik probeer steeds de lucht erin te brengen, te genieten van de momenten die geen acute stress herbergen. 'Genieten van kleine dingen is ook belangrijk' - zeggen de mensen, en hun gezicht maakt alweer een medelijdende grimas.
Daarin schuilt de eenzaamheid, denk ik. Niemand kan mijn verdriet voelen, en daarom zullen ze nooit begrijpen dat ik soms gelukkig ben. (pagina 135-139)

Lees ook: Het tegenovergestelde van een mens (2017)

Terug naar Overzicht alle titels

Simon van Teutem

De Bermudadriehoek van talent : hoe knappe koppen verdwijnen in betekenisloze banen
De Correspondent 2025, 232 pagina's -  € 22,00

Korte bio van Simon van Teutem (1997)

Korte beschrijving
Een inzichtelijk boek hoe ambitieuze jongeren hun talenten verspillen bij betekenisloze banen in bijvoorbeeld de financiële sector. Simon van Teutem vraagt zich als stagiair bij Morgan Stanley, regelmatig af waarom hij zijn tijd besteedt aan werken voor een bank. Van Teutem onderzoekt hoe idealistische jongeren ondanks hun ambities om de wereld te verbeteren hun dagen slijten in dienst van het grootkapitaal. Door gesprekken met medestudenten, bankiers, advocaten en consultants, biedt hij een inzicht in hoe talentvolle jongeren in betekenisloze banen belanden. Het boek fungeert als een spiegel voor mensen die op zoek zijn naar betekenis in hun werk en roept onderwijsinstellingen, ngo's en de overheid op om talentverspilling te voorkomen. Openhartig en helder geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.

Simon van Teutem is een schrijver voor De Correspondent en Our World in Data. Hij is PhD-student aan de universiteit van Oxford onderzoekt de groeiende steun voor radicaal-rechts. Eerder maakte hij de podcasts Heijne & Van Teutem en De Keuzecast.

Tekst op website uitgever
In dit boek laat Simon van Teutem zien hoe grote bedrijven de slimste mensen binnenhalen - en welke maatschappelijke gevolgen dat heeft.

Als aan het eind van een lange werkdag de haren van Morgan Stanley-stagiair Simon van Teutem op zijn toetsenbord vallen, vraagt hij zich af: wat dóé ik hier? Net als veel andere ambitieuze studenten wil hij de wereld veranderen. En toch zit hij tot diep in de nacht te zwoegen voor een bank. Geen wereldvrede, kweekvlees en klimaatdoorbraken, maar Excelsheets, conferencecalls en businessclassvluchten. Hoe is hij hier beland? In gesprek met tientallen medestudenten, bankiers, advocaten en consultants reconstrueert Simon van Teutem hoe idealistische jongeren in de fuik van het grootkapitaal zwemmen. Het resultaat is een openhartig inkijkje in de wereld van het grote geld, een spiegel voor iedereen die op zoek is naar betekenis in werk, en een dringende oproep aan het onderwijs, ngo’s en de overheid om de verspilling van talent tegen te gaan.

Fragment uit 1. Verleiding
Springplank

Het behoud van keuzevrijheid is niet het hele verhaal. Je kunt immers ook je opties vrijhouden als je na je studie eerst een wereldreis maakt, deelneemt aan een stilteretraite of een barista-training volgt. Maar een baan in de zakelijke dienstverlening fungeert ook als springplank naar een topfunctie. Hoewel een meerderheid in het wereldje blijft hangen, zijn er zeer succesvolle voorbeelden van mensen die uiteindelijk een andere richting zijn ingeslagen.
  Sundar Pinchai, de CEO van Google, werkte ooit bij McKinsey, net als Vig Knudstorp, die aan het hoofd sttat bij LEGO. Ook Bob Haas, de voormalige baas van Levi Strauss, liep daar rond, net als Wolfgang Bernhard, de voormalige CEO van Mercedes.
  En wat dacht je van de politiek? Kyriakos Mitsotakis, premier van Griekenland, is een oud-McKinseyaan. Alexander De Croo, premier van België, komt van concurrent BCG. De Amerikaanse politicus Mitt Romney liep jarenlang rond bij het derde topconsultancybedrijf: Bain. Pete Buttigieg, de Amerikaanse oud-minister van transport, kwam dan weer van McKinsey. Ruben Brekelmans, minister van Defensie in het kabinet-Schoof, werkte meer dan zeven jaar voor BGC. Karien van Gennip, voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, kwam van McKinsey, net als Eurocommissaris voor Klimaatactie Wopke Hoekstra. Eric Wiebes kwam niet alleen van McKinsey, maar keerde daar na zijn ministerschap ook weer terug. Een jaar na mijn stage bij Morgan Stanley zal ik hem tegenkomen op de trap van het kantoor in Amsterdam.
  'Een periode bij Mcinsey, zelfs een korte tijd, is een levenslang toegangsbewijs tot de industrie en d eoverheid, dankzij het uitgebreide alumni-netwerk van het bedrijf, dat zich over de hele wereld uitstrekt,' schrijven Walt Bogdanich en Michael Forsythe in hun boek When McKinsey Comes to Town (2022).
  En dan heb ik het alleen nog maar gehad over de springplank voor consultants. De banken kunnen er ook wat van. Goldman Sachs wordt in de Verenigde Staten 'Government Sachs' genoemd, omdat zoveel oud-bankiers op een ministerspost belanden. Zo werd Robert Rubi minister van Financiën onder Bill Clinton, Henry Paulson onder George W. Bush, en Steven Mnuchin onder Donald trump.
  Ook in Europa zitten oud-bankiers op veel plekken aan de knoppen. Rishi Sunak, de Britse oud-premier, begon zijn carrière bij Goldman Sachs, net als Mario Draghi, de voormalige Italiaanse premier en oud-hoofd van de Europese Centrale Bank. Voordat Emmanuel Macron president van Frankrijk werd, werkte hij jarenlang als investment banker bij Rothschild.
  zakenadvocaten blijven vaker binnen hun vakgebied, maar ook hun baan kan een springplank zijn. Neem Michelle Obama, die haar carrière startte met een driejarig dienstverband bij advocatenkantoor Sidley Austin, waar ze zich bezighield met marketing en intellectueel eigendomsrecht - en waar ze ene Barack ontmoette, die een zomer op hetzelfde kantoor werkte. Of neem Tony Blair, die jarenlang als advocaat bij Lincoln's Inn zijn expertise in commercieel recht en arbeidsrecht opbouwde, alvorens hij zijn weg vond naar de politieke arena.
  Who runs the world? Nou, alumni van de bermudadriehoek van talent.
  Dat weten studenten. 'Ik heb heus wel overwogen om bij een ngo of in de politieke sector te gaan werken,' vertelde Wesley me, 'maar waarom zou ik dat doen, als ik een shortcut kan nemen? Mijn idee is: ik ga twee of drie jaar keihard beuken, en dan stroom ik hoger in bij een andere organisatie.'
  Victoria, mijn collega bij Morgan Stanley die twaalf kilo aankwam omdat ze vastgeplakt zat aan haar bureau, vertelt me dat haar baan haar véél interessanter maakt voor andere werkgevers. 'Het si niet normaal,' appt ze, 'ik zit hier pas een paar jaar, maar ik wordt GESTALKT door headhunters. Op LinkedIn ontvang ik soms vijf berichten per dag.' (pagina 36-38)

'Enkele' boeken die (wellicht) een link hebben met dit boek (én op dit blog staan)

Rutger Bregman

Morele ambitie

2024

303

Joris Luyendijk

De zeven vinkjes

2022

199

Klaas Mulder

Pakkenproletariaat

2014

234

Michael J. Sandel

De tirannie van verdienste

2020

265

Floris Alkemade

De toekomst van Nederland

2020

144

Alex Brenninkmeier

Moreel leiderschap

2019

334

Oliver Bullough

De butler van de wereld

2023

367

Oliver Bullough

Moneyland

2019

413

Alicja Gescinska

Denkers van vandaag, voor de wereld …

2021

216

Peter Giesen

De weg van de meeste weerstand

2013

96

Anand Giridharadas

Waarom de superrijken de wereld niet zullen …

2019

334

David Graeber

Bullshit jobs

2018

335

Stéphane Hessel

Doe er iets aan!

2011

84

Roxane van Iperen

Eigen welzijn eerst

2022

143

Tim 'S Jongers

Beledigende broccoli 2.0

2023

204

Tony Judt

Het land is moe

2010

238

Milio van de Kamp

Misschien moet je iets lager mikken

2023

214

Ariejan Korteweg c.s.

Lobbyland

2016

253

Joris Luyendijk

Dit kan niet waar zijn

2015

240

Raoul Martinez

Hoe vrij zijn wij?

2017

544

Mariana Mazzucato c.s.

De consultancy industrie

2023

351

Mariana Mazzucato

De ondernemende staat

2015

319

Mariana Mazzucato

De waarde van alles

2018

384

Mariana Mazzucato

Moonshot

2021

249

Peter Mertens

Graailand

2016

403

Ron Meyer

De onmisbaren

2021

156

Kim Putters

Het einde van de bv Nederland

2022

103

Ingrid Robeyns

Limitarisme

2023

382

Ingrid Robeyns

Rijkdom

2019

98

Sjors Roeters

Miljardairs onder de guillotine

2022

264

Michael J. Sandel

Het onbehagen in de democratie

2023

478

Bernie Sanders

Het is oké om kwaad te zijn op het kapitalisme

2023

365

Sander Schimmelpenninck

Sander en de brug

2013

116

Herman Tjeenk Willink

Groter denken, kleiner doen

2018

118

Herman Tjeenk Willink

Kan de overheid crises aan?

2021

184

Geert Van Istendael

De grote verkilling

2019

269

Bert de Vries

Ontspoord kapitalisme

2020

675

Michael Young

De opkomst van de meritocratie

2022

188

Ewald Engelen

De schaduwelite

2014

248

Malcolm Gladwell

Uitblinkers

2008

343

Albert Jan Kruiter

In ons belang

2011

53

Roel Kuiper

De terugkeer van het algemeen belang

2014

206

Kees van Lede e.a.

Pessimisme is voor losers

2020

256

Michael Lewis

Flitshandel

2014

302

Rob Riemen

Adel van de geest

2009

187

 

Terug naar Overzicht alle titels