dinsdag 18 november 2025

Arnaud Orain

De eindigheid van de wereld : mateloos kapitalisme van de zestiende eeuw tot vandaag
Querido Facto 2025, 342 pagina's  € 27,99

Oorspronkelijke titel: Le Monde confisqué. Essai sur le capitalisme de la finitude (XVIᵉ - XXIᵉ siècle (2025)

Wikipedia: Arnaud Orain (1977)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Het neoliberale ideaal van voortdurende welvaartsgroei is een utopie gebleken. Maar dit betekent niet dat het kapitalisme dood is. Zijn huidige verschijningsvorm, zo laat de Franse econoom Arnaud Orain in De eindigheid van de wereld overtuigend zien, is zeker niet nieuw: voor de derde keer in de moderne geschiedenis gaat het kapitalisme gepaard met het kwellende gevoel dat de wereld begrensd, beperkt en eindig is, en dat er snel moet worden ingegrepen om de eigen positie veilig te stellen.

Het leidt ertoe dat nieuwe markten worden veroverd, dat waterwegen en grondstoffen worden geprivatiseerd en dat grote bedrijven concurrentiebeperkende maatregelen dicteren. Dat gebeurde niet alleen in de zeventiende eeuw, maar ook tussen 1880 tot 1945 én vanaf 2010 tot op de dag van vandaag. Het verschil tussen de Verenigde Oost- Indische Compagnie en de Big Techbedrijven is, kortom, veel minder groot dan we wellicht denken.

In De eindigheid van de wereld stelt Arnaud Orain het ‘eindigheidskapitalisme’ vanaf de zeventiende eeuw centraal. De breed gedragen overtuiging dat er op aarde niet genoeg is voor iedereen, blijkt steeds het begin van een catastrofale concurrentiestrijd, waarbij op grote schaal gedragscodes en wetten worden overtreden om zich welvaart toe te eigenen. De eindigheid van de wereld biedt zo een heel nieuw perspectief op de wereldgeschiedenis en -economie, waardoor het mogelijk wordt de grote vraagstukken van onze eigen tijd beter te begrijpen.

Fragment uit VI. De eeuwige terugkeer van de 'hulpbronnen'-imperia
De gebieden van de Anderen worden altijd slecht benut

De rechtvaardigingen van de onttrekking aan de overzeese gebieden zijn genoegzaam bekend. Juristen hebben zich vanaf de zestiende tot de twintigste eeuw uitgesloofd om argumenten te verzinnen over het recht van gebruik en bewoning, het recht van verovering, noodzakelijke interventies om de slavernij in Afrika af te schaffen, enzovoort. Maar slechts zelden is er onderzoek gedaan naar de economische argumentatie met betrekking tot de grond die door de oorspronkelijke bewoners 'slecht' zou worden beheerd. Terwijl we juist die argumenten verbazingwekkend genoeg vandaag de dag nog altijd tegenkomen, of het nu gaat om exploitatie van landbouwgebieden of toeristische plekken. Het enige aspect van deze redenering dat in de loop van de tijd is verdwenen, is de theologische rechtvaardiging van het verschijnsel. Voor de rest is het weer hetzelfde liedje: lokale bewoners belemmeren de verbetering van het welzijn van de mensheid als geheel doordat ze hun gebieden niet adequaat zouden benutten. laten we ons om te beginnen eens buigen over de octrooibrieven die Jacobus I op 27 april 1610 afgaf voor de stichting van een kolonie op Newfoundland. De Engelse koning spoorde zijn onderdanen aan om: 

voordeel te putten uit deze gronden die vooralsnog niet zijn gecultiveerd (daar heeft het althans elke schijn van) en zo bij te dragen aan het algemeen goed [...]. We zijn er zeker van dat hetzelfde gebied of het land dat grenst aan de bovengenoemde kust, waar onze onderdanen visserij bedrijven, dusdanig verlaten en verstoten is van inwoners, aangezien er in grote delen van dit land al jaren amper een wilde is gezien. Aldus zijn we ervan overtuigd dat deze gebieden verlaten zijn [...] en daarom ook dat het zaak is, en een actie die past bij een christelijke koning, om datgene volop te benutten wat God aan het begin der tijden voor het welzijn van de menselijke soort heeft geschapen.
Jacobus wil de roep van zijn Schepper beantwoorden door Newfoundland te koloniseren. Daar waren immense vlakten beschikbaar waar de 'wilden' niets mee deden - het was bijna godslasterlijk. Het 'welzijn van de menselijke soort' stond op het spel, en daarom diende er 'voordeel uit deze gronden te worden geput'.  Dat de lokale bevolking al eeuwen op deze eilanden leefde en er op hun manier 'voordeel uit putte', werd waarschijnlijk met opzet genegeerd en vertekend voorgesteld, maar dat de westerlingen zich de notie van algemeen nut toe-eigenden is instructief. In de daaropvolgende eeuw beschreef Smith een situatie die economen kwalificeren als 'Pareto-optimaal'. Volgens hem vergrootte de bewerking van grond in de kolonie het welzijn van een groep mensen zonder dat het die van een andere groep vermindert:

Een kolonie van beschaafde mensen die bezit nemen van hetzij een uitgestorven land, hetzij een land dat dusdanig dunbevolkt is dat de oorspronkelijke bewoners gemakkelijk plaats kunnen bieden aan nieuwe kolonisten, bereikt makkelijker dan elke andere menselijke samenleving een staat van grandeur en grote rijkdom. De stichters van de kolonie brengen kennis over landbouw en andere nuttige vaardigheden met zich mee die veel groter is dan de kennis die de wilde en barbaarse volken zelf in de loop van meerdere eeuwen zouden kunnen verwerven.

Deze win-winontwikkeling kende geen verliezers: de oorspronkelijke inwoners waren met zo weinigen dat ze eigenlijk geen probleem hadden met de komst van de kolonisten. Laatstgenoemden hoefden geen pacht te betalen aan een grootgrondbezitter, noch een tiende aan de kerk of heffingen aan een heer, en waren in het bezit van een schat aan agrarische kennis. Zodra ze die kennis toepasten op vruchtbare grond, zouden ze floreren. Ze zouden er meer bewerkstelligen dan de 'wilden' zelfs na eeuwen aan onderricht hadden kunnen doen.  Zodoende zouden deze Europese kolonisten een beter leven kunnen leiden dan hun landgenoten in het koloniale moederland, aan wie ze op een dag granen, hout en drank zouden leveren, waardoor ze in grotere welstand konden leven. De productiviteit van de westerse kolonialen met hun surplus aan kennis zou dus aan allen ten goede komen. Spoelen we ene eeuw vooruit, dan komen we bij de ons niet onbekende Alfred Mahan en Paul Leroy-Beaulieu. De eerstgenoemde wierp zich op als een groot pleitbezorger van de voor de mensheid o zo nuttige onttrekking:

Zo'n groot deel van de wereld is nog altijd in bezit van de wilden, of van staten die vanwege hun gebrekkige politieke of economische ontwikkeling niet bij machte zijn het rendement voor het algemeen nut te bewerkstelligen waartoe het betreffende grondgebied wel de potentie heeft. Ondertussen zuchten de beschaafde landen, volkeren en regeringen met hun overvloedige energie onder een tekort aan zowel afzetmarkten als levensmiddelen in eigen land [...]. Geen enkele gemeenschap bezit een onvervreemdbaar recht op de controle over de exploitatie van een streek wanneer ze met die controle de mensheid in het algemeen schaadt. (pagina 263-265)

Lees vooral ook: Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm van Daron Acemoglu & James Robinson (uit 2012) of De waarde van alles : onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie van Mariana Mazzucato (uit 2018).

Terug naar Overzicht alle titels

Dennis Storm 2

Waar wachten we op? : waarom er lef nodig is om de wereld te veranderen
Spectrum 2025, 269 pagina's € 21,99

Wikipedia: Dennis Storm (1985)

Korte beschrijving
Een opzwepend boek van tv-presentator Dennis Storm, waarin hij het alomtegenwoordig individualistisch streven naar geluk en gezondheid bevraagt in het licht van klimaatverandering. De auteur stelt dat een gezonde planeet essentieel is voor onze gezondheid en welzijn, en dat de huidige consumptiepatronen schadelijk zijn. Ondanks wetenschappelijke waarschuwingen blijven mensen doorgaan met schadelijke gewoonten, en zoeken ze hun geluk in zelfhulpboeken, ijsbaden, diëten en supplementen. Storm betoogt dat het laten zien wat er te winnen valt met duurzame keuzes kan helpen tot gedragsverandering te komen. Hij benadrukt dat verandering lef vereist en moedigt lezers aan om actie te ondernemen voor een betere toekomst. In levendige stijl geschreven. Met enkele zwart-wit illustraties. 

Tekst op website uitgever

Een inspirerend verhaal over wat het ons oplevert als we beter voor de aarde zorgen

Zelfhulpboeken, ijsbaden, diëten en supplementen, we zijn continu bezig met ons geluk en onze gezondheid. Ondertussen verschijnt het ene wetenschappelijke rapport na het andere waarin staat dat we onze leefomgeving vernietigen. Blijkbaar zien we niet dat een florerende aarde de eerste voorwaarde is voor frisse lucht, rijke oogsten, schoon drinkwater, algemene gezondheid en mooie natuur. Hebben we dat niet, dan worden we ziek en ongelukkig.

Hoe komt het dat de ernst van de situatie maar niet tot ons doordringt? Dat we ondanks alle waarschuwingen gewoon maar doorgaan met consumeren en vervuilen?

In dit boek betoogt Dennis Storm dat er een ander verhaal verteld moet worden: niet hoe de wereld eruitziet als we niets doen, maar wat het ons oplevert als we wél andere keuzes maken: een wereld met schone en groene steden, prachtige natuur, sterke economieën en tevreden inwoners.

Dennis Storm reisde jarenlang de wereld over voor zijn werk als programmamaker en presentator van verschillende reisseries. Sinds 2015 is hij aangesloten bij uitgeverij Spectrum waarvoor hij onder andere schrijft over zijn liefde voor architectuur en minimalisme en wat die voor ons kunnen betekenen bij het omarmen van een groene toekomst. Eerder verschenen Weg ermee. Over de schoonheid van minimalisme (2018) en Als gezond verstand koning was. Over de schoonheid van een groene revolutie (2020). Waar wachten we op? is zijn vijfde boek.

Fragment uit Schitterend doemscenario
David Attenborough heeft net als James Lovelock gedurende zijn leven met eigen ogen de crisis zien ontstaan. Wordt zijn angst werkelijkheid? Is dit inderdaad het einde van ons verhaal? Een verhaal over de slimste soort die gedoemd is door het al te menselijke kenmerk van het niet zien van het grotere plaatje bij het nastreven van kortetermijndoelen?
  Het is een open vraag over het einde van ons verhaal. Maar hoe kijken we terug op het begin: hoe zijn wij gekomen waar we nu zijn, als moderne maatschappij? Gedreven door heb- en gemakzucht hebben we er in de afgelopen pak 'm beet vijftig jaar voor gezorgd dat we met miljoenen tegelijk in de rijen van de supermarkten staan, starend naar de schermen van onze telefoons, met in ons mandje  allerlei producten die in plastic zijn verpakt en een wereldreis hebben gemaakt. Of thuis op de bank, wachtende op pakketjes gevuld met spullen die we eigenlijk helemaal niet nodig hebben.
 Wat dat betreft is de klimaat- en milieucrisis misschien niet louter een ramp, maar ergens ook een zegen. Een noodzakelijk kwaad omdat we een leermoment nodig hebben als mensheid: een genadeloos 'wie niet horen wil, moet voelen', veroorzaakt door het consumptietijdperk. We zullen allerminst met liefde terugkijken op het tijdperk, het is echter wel een goed voorbeeld van hoe het vooral níét moet.

Het verschil tussen 'van alles moeten' en 'ergens naar verlangen' gaat het einde van ons verhaal bepalen. Positieve verandering moet niet alleen wettelijk vastgelegd worden, maar vooral ook cultureel zijn. We moeten het zélf doen, en belangrijker: we moeten het zelf willen, en dus ook ten volste begrijpen waaróm we het doen. Gezamenlijk besluiten: dit nooit meer.
  Technologie wordt dan niets meer dan een hulpmiddel voor ene maatschappij waarin ene gezonde aarde de hoogste prioriteit is. Technologie kan die wens waarschijnlijk wel uitvoeren, maar niet doen ontbranden. Het enige wat kan zorgen voor essentiële saamhorigheid en dat collectieve doel is misschien wel een reeks gebeurtenissen die zelfde de hardnekkigste struisvogel dwingt zijn kop uit de grond te trekken en z'n gedrag te veranderen. 
  Dat, of een goed verhaal voor de toekomst. Ik hoop op het laatste. Misschien komt het een eeuw te laat, maar ik wil het moment waarop de mensheid voor de natuur gaat staan en 'tot hier en niet verder' zegt meemaken. Mijn grootste angst is namelijk niet de rampspoed, maar sterven in de wetenschap dat het maatschappelijke keerpunt nog niet bereikt is, dat we nog steeds in een sentiment leven waarin massaconsumptie belangrijker is dan gezondheid en het voor mijn kinderen nóg frusterender gaat worden.

Uiteindelijk gaat het om het verhaal dat raakt, en dat kan bij voorbaat of achteraf. Als we het bij voorbaat voor elkaar willen krijgen, dan moet er een verhaal verteld worden dat de wetenschap niet verloochent, maar dat het wel op zo'n manier uiteenzet dat het inspireert: het verhaal van vooruitgang en van een maatschappij waarin we in harmonie met de aarde leven.
  Lukt ons dat niet, dan worden we achteraf geraakt. Niet door inspiratie maar door pijn. In beide gevallen laten we in ieder geval het tijdperk achter ons waarin we voornamelijk debatteren over wetenschap waarvan de resultaten ons niet bevallen, in plaats van effectief te handelen naar die resultaten.
  Zo bekeken is er dus wel degelijk hoop: er gaat een keerpunt komen. Goedschiks of kwaadschiks. Waarschijnlijk zal de waarheid uiteindelijk ergens in het midden liggen, maar zwart-wit bekeken zijn er twee scenario's, en ze zijn allebei schitterend.
  In het romantische scenario  ziet de meerderheid van de mensheid de schoonheid in van een stip op de horizon, leren we van onze fouten, en werken we gezamenlijk toe naar een maatschappij waarin de gezondheid van de natuur centraal staat. We houden ons aan gemaakte afspraken, zetten de schouders eronder, voorkomen op het laatste moment het ergste en wijzigen zo ten goed eons eigen pad. In dat scenario ruimen we de planeet op, herstellen we de natuur, vergroenen de wereld, worden we gezonder en zal ons geluk toenemen.
  In het tweede scenario plunderen, vervuilen en consumeren we door. Misschien afgeremd, maar niet afgezworen. Totdat ook in dat scenario vroeg of laat het dieptepunt bereikt is, en het niet meer te ontkennen valt dat onze manier van leven daaraan schuldig is. Het kalf zal verdrinken, waarna wij zullen veranderen en heel lang achter de feiten aan zulle moeten lopen.
(pagina 185-187)

Lees ook: Als gezond verstand koning was : over de schoonheid van een groene revolutie (2020)

Terug naar Overzicht alle titels

zaterdag 8 november 2025

Victor Gijsbers

Oneidigheid : een filosofische gids
Boom 2025, 240 pagina's  € 24,90

Korte bio van Victor Gijsbers (1982)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Prikkelende verkenning van het oneindige – en verder

Het oneindige is grenzeloos fascinerend. Als eindige wezens zullen we het oneindige nooit volledig kunnen vatten. Toch duikt het onderwerp telkens opnieuw op in de filosofie – we kunnen er kennelijk ook niet aan ontkomen. Filosoof Victor Gijsbers leidt de lezer langs de belangrijkste vragen over het oneindige in de wiskunde, de natuur, de werkelijkheid en het menselijk leven.

Via Aristoteles, Descartes, Nietzsche en Wittgenstein leren we hoe de mens het oneindige heeft proberen te temmen, of juist als God boven zich heeft gesteld. Aan het eind van de reis komen we uit bij Kant, die de eindige mens zag als maatgever van de werkelijkheid – maar een maatgever met een opdracht die hij nooit kan voltooien. Door na te denken over de oneindigheid zien we zowel de meest inspirerende als de meest tragische kant van het menszijn.

Victor Gijsbers (1982) studeerde natuurkunde en filosofie in Utrecht en is werkzaam als filosoof aan de universiteit Leiden. Eerder publiceerde hij bij Boom een vertaling van Wittgensteins Tractatus.

Fragment uit 4. Het eeuwige leven
De angst voor de dood

De vraag of de dood slecht voor ons is, lijkt gemakkelijk te beantwoorden. Natuurlijk is de dood slecht voor ons! Er zijn uitzonderingen, zoals bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden, maar onder normale omstandigheden is er vrijwel niets wat mensen zo mijden als de dood. We willen absoluut niet sterven. We nemen continu voorzorgsmaatregelen - van vaccinaties tot autogordels - die de kans op overlijden verminderen. Ja, de gedachte aan ons eigen doodgaan vervult ons met zoveel afgrijzen dat we er maar liever helemaal niet aan denken.
  En toch is het niet zo evident dat de dood slecht voor ons is. Epicurus, die we in hoofdstuk 2 hebben ontmoet als de inspiratiebron van Lucretius, schreef: 'Zolang wij er zijn, is de dood er niet, en als de dood er is, zijn wij er niet.' Het is absurd, suggereert Epicurus, om bang te zijn voor de dood - want je kan de dood niet ervaren! Zolang jij er bent, is de dood er niet. En als de dood dan eindelijk komt, kan hij jou geen kwaad meer doen, want dan ben jij er niet meer. Wie bang is voor de dood, die denkt verkeerd na. De juiste filosofie - die van Epicurus, aldus Epicurus - leert ons hier correct over na te denken, en verlost ons zodoende van de angst voor de dood.
  Volgens de epicuristen is er zelfs niets wat ons levensgenot zo verpest als nu juist die angst. Niet dat we de hele dag zitten te bibberen. Maar op allerlei indirecte manieren worden we, zonder ons daar bewust van te zijn, toch door onze doodsangst beïnvloed. Hoewel Epicurus het in zijn boek wel erg zwaar aanzet, is het niet vreemd om in allerlei gedrag dat we om ons heen zien een angst voor de dood te herkennen. Bijvoorbeeld:

* Iemand is continu op zoek naar geld en macht. Is dat iets waar hij echt gelukkig van wordt? Of is deze persoon eigenlijk op zoek naar onkwetsbaarheid, en hoopt hij door heel rijk en machtig te worden zelfs de dood te overwinnen? Onbewust, natuurlijk; de persoon in kwestie weet ook wel dat de dood gene onderscheid maakt tussen arm en rijk. De hoop die hem drijft tot zijn inhalige gedrag is dus eigenlijk een vorm van wanhoop.

* Iemand anders is op zoek naar erkenning en roem. Hij probeert zich in de kijker te spelen bij het grote publiek door boeken te schrijven over de filosofie van het oneindige, en fantaseert erover dat zijn werk over duizend jaar nog steeds zal worden bestudeerd. Wordt ook deze meelijwekkende figuur niet gedreven door angst voor de dood en de wens  om onsterfelijk te zijn? Net zo onsterfelijk als Plato en Mozart? Maar diep vanbinnen weet hij heel goed dat Plato en Mozart hartstikke dood zij en gene enkele baat hebben bij hun postume roem. Ook het zoeken naar erkenning is een wanhopige poging om aan de dood te ontsnappen.

* Iemand zuipt en vreet en feest erop los; of, wat waarschijnlijk veel vaker voorkomt, iemand speelt zeven uur per dag domme spelletjes op zijn mobiele telefoon en scrolt tussendoor de sociale media af. Alleen maar om afgeleid te zijn en niet na te denken over de eindigheid van het elven, over het feit dat we ooit zullen sterven; alles, met andere woorden om maar te ontkomen aan het bewustzijn dat de tijd ons onherroepelijk door de vingers glipt. De tijd continu door je vingers laten glippen juist omdat je je er niet van bewust wilt zijn dat dat gebeurt - ook deze levenshouding is duidelijk die van een wanhopige.

Zo kan de angst voor de dood zich op heel verschillende manieren tonen: in pogingen om ons tegen de dood te wapenen; in pogingen om figuurlijk onsterfelijk te worden; in pogingen om toch vooral niet aan de dood te denken. Al die pogingen zijn even wanhopig - we weten eigenlijk heel goed dat ze niet werken, en toch kunnen ze ons leven beheersen. En wanneer ze ons leven beheersen, zijn we niet bezig met de zaken die echt waardevol zijn; of in ieder geval zijn we niet op de goede manier met die zaken bezig. De angst voor de dood richt zich op deze wijze reusachtig veel schade aan.
  Hoe kunnen we ons daartegen verweren? We moeten niet weglopen voor de gedachte dat we dood zullen gaan; memento mori, zeiden de Romeinen al: denk eraan dat u zult sterven! Die slogan heeft ethische kracht en kan de manier waarop wij ons leven leven veranderen, omdat hij ons helpt in te zien dat veel van wat wij mensen nastreven - geld, macht, roem, roes en vergetelheid - een zinloze vlucht is voor de gedachte aan de dood. Wie gedenkt te sterven, zal misschien juist daardoor in staat zijn echt te elven en zich te richten op het werkelijk waardevolle
. (pagina 112-114)

Terug naar Overzicht alle titels

Birte Schohaus & Bas van Beek

Onder ons : achter de schermen bij de genootschappen van de Nederlandse elite
Follow the Money 2025, 222 pagina's € 23,50

Korte bio van  Birte Schohaus (1983) en Bas van Beek (198?)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Wat hebben prins Bernhard, de ceo van Heineken en de minister van Financiën met elkaar gemeen? Ze ontmoeten elkaar in informele genootschappen met namen als De Pijp en De Tafelronde. Daar komt de economische, politieke en culturele elite van Nederland bijeen om te netwerken en om ‘onder gelijken’ te zijn. Alleen op uitnodiging mogen leden aanschuiven bij de etentjes. ‘Onschuldig,’ zeggen ze zelf, maar hoever reikt de invloed van deze maandelijkse onderonsjes? Onder ons vertelt het verhaal van een verborgen wereld waarin politieke agenda’s, industriële belangen en persoonlijke vriendschappen door elkaar lopen. Bas van Beek en Birte Schohaus bezochten privé-archieven, dineerden in kastelen en ploegden duizenden pagina’s niet eerder geopenbaard archiefmateriaal door. Ze spraken met tientallen leden die voor het eerst openheid gaven over hun ‘eetclubjes’. Hun jarenlange zoektocht voerde hen langs de opkomst van de arbeidersbeweging, de wederopbouw van Rotterdam en de oprichting van een nieuwe krant. Elke ontdekking voegt een puzzelstukje toe aan het fascinerende verhaal over vijf prominente Nederlandse genootschappen, maar roept ook steeds weer de vraag op: in hoeverre trekken deze ‘herenclubs’ nog aan de touwtjes in het Nederland van de eenentwintigste eeuw?

Fragment uit 8. Een hond voor de prins
De warme banden met het koningshuis
Vertrouwelijkheid en vriendschappen staan op nummer één bij de genootschappen. Daarom kijken de leden niet op van onderonsjes met ministers en premiers. Het zijn gelijken. Mensen, voornamelijk mannen, die in dezelfde kringen verkeren. Wie lid is, is voor de rest vooral dat, medelid en pas op de tweede plaats komt de functie. Die vertrouwelijkheid maakte zelfs voor de poorten van koninklijke paleizen geen halt. Bij De Haagsche Schouw waren bijvoorbeeld een aantal thesauriers lid, de hoge ambtenaren die de officiële koninklijke begroting beheren en indienen bij de minister-president, oftewel de penningmeesters van het koningshuis.
  Maar dat is klein bier vergeleken met een andere, veel sterkere link. Er is één lid van het koningshuis dat warme banden onderheid met zowel Club Rotterdam, De Pijp, De Haagsche Schouw als de Schoorsteen, en dat was prins Bernard. gezien zijn rol bij de Bilderberggroep is dat niet verrassend. Hij stond bekend als een spin in het web van informele, internationale maar ook nationale contacten. Zowel in de politiek, de diplomatie, als het bedrijfsleven. Hij kende zo'n beetje alle bedrijfsbazen, en dat ging verder dan de gebruikelijke koninklijke bedrijfsbezoeken en plichtplegingen. Net zo waardevol als de Bilderbergconferentie waren voor zijn internationale netwerk, was een deel van de genootschappen voor zijn Nederlandse relaties: bijeenkomsten waar ongedwongen gepraat, gerookt en gedronken kon worden, zonder dat de buitenwereld er iets van meekreeg.
  Hij was een graag geziene gast. Bij De Schoorsteen heeft hij ten minste vier keer als gastspreker een voordracht gehouden over actuele onderwerpen zoals de productieproblemen binnen de NAVO, waar hij als hoge militair nauwe contacten mee onderhield, maar vaker nog vertelde hij over reizen die hij had gemaakt, bijvoorbeeld naar Rusland of door Zuid-Amerika.
  Bij andere genootschappen was hij meer dan alleen maar gastspreker. Club Rotterdam vermeldde in 1949  in uitnodigingen voor het lidmaatschap graag dat 'Z.K.H. Prins Bernard kort na den oorlog het ere-lidmaatschap van onze Club [heeft]  aanvaard', Hij was zelfs benoemd tot erevoorzitter en schoof in de jaren vijftig zowel bij een galadiner als sommige van de maandelijkse lunches aan. In 1967 was zijn bezoek zelfs extra koninklijk - hij had zijn schoonzoon, prins Claus meegenomen. 'De prins en zijn schoonzoon werden onderhouden door oud-Robeco-voorzitter Wim Rauwenhoff, Nedlloyd-topman Lucien Ruys en Ludo Pieters van de Scheepvaartvereniging Zuid. Zij spreken hun gehoor toe over "heden, verleden en toekomst van de Club Rotterdam".' (pagina 138-139)

Terug naar Overzicht alle titels

Robert Sapolsky

Determined : leven zonder vrije wil
Borgerhoff & Lamberigts 2015, 460 pagina's € 29,99

Oorspronkelijke titel: Determined : a science of life without free will (2025)

Wikipedia: Robert Sapolsky (1957)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Wat als vrije wil een illusie is? In “Determined” daagt neurobioloog Robert Sapolsky een van onze diepst verankerde overtuigingen uit: het idee dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze daden. Op heldere, vaak verrassend lichtvoetige wijze laat hij zien hoe ons gedrag voortkomt uit een complexe wisselwerking van biologie, omgeving en toeval – factoren waar we uiteindelijk geen controle over hebben. Aan de hand van inzichten uit de neurowetenschappen, psychologie en evolutiebiologie ontmantelt Sapolsky stap voor stap de klassieke verdedigingen van vrije wil. Wat betekent dat voor hoe we denken over schuld, straf en verantwoordelijkheid? En hoe leven we samen in een wereld waarin niemand écht vrij kiest? “Determined” is een prikkelend en toegankelijk boek dat moeilijke vragen niet uit de weg gaat, maar juist uitnodigt tot herdenken. Geen pleidooi voor existentiële wanhoop, wel voor een rechtvaardiger en menselijker samenleving.

Fragment uit 11. Zullen we amok maken?
Éen atheïst per keer versus een hele plaag
De vorige secties suggereren dat besluiten dat er geen almachtig wezen is dat overtredingen bestraft atheïsten niet in een neerwaartse morele spiraal doet belanden. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat een enorm percentage van het besproken onderzoek betrekking had op Amerikaanse proefpersonen, uit een land waar slechts ruwweg 5 procent van de mensen zegt atheïst te zijn. We zagen dat prosocialiteit zelfs versterkt kan worden bij atheïsten door religieuze prikkels. Misschien komt de relatieve moraliteit van atheïsten doordat ze omringd zijn door de beïnvloedende moraliteit van al die theisten. Wat zou er gebeuren als de meeste mensen atheïst of niet-religieus zouden worden - wat voor samenleving zouden ze dan opbouwen, als iedereen bevrijd is van aardig zijn uit vrees voor God?
  Een morele en humane samenleving, en deze conclusie is niet gebaseerd op een gedachte-experiment. Waar ik het over heb, zijn die immer betrouwbare, utopische Scandinaviërs. De religiositeit in de hele regio daalde in de twintigste eeuw en de Scandinavische landen zijn de meest seculiere ter wereld. Hoe doen ze het in vergelijking met een zeer religieus land als de VS? Onderzoeken naar levenskwaliteit en gezondheid tonen aan dat Scandinaviërs het beter doen (met maatstaven als geluk en welzijn, levensverwachting, kindersterftecijfers en sterftecijfers tijdens de bevalling); bovendien zijn de armoedecijfers lager en is de inkomensongelijkheid miniem in vergelijking. En metingen van de prevalentie van antisociaal gedrag, misdaadcijfers en percentages van geweld en schadelijke agressie - van oorlogsvoering tot crimineel geweld tot pesten op school en lijfstraffen - zijn lager. En wat sommige indicatoren van prosocialiteit betreft, geven de Scandinavische landen per capita meer uit aan sociale voorzieningen  voor hun eigen burgers en aan hulp voor arme landen.
  Bovendien zijn deze verschillen niet alleen Scandinaviërs die zich tegoed doen aan lutfisk versus zwetende, kapitalistische Amerikanen. In een breed scala aan landen voorspellen lage gemiddelde percentages van religiositeit hogere percentages van al deze heilzame uitkomsten. Bovendien voorspellen lagere gemiddelde percentages van religiositeit in een land (gebaseerd op een internationale vergelijking) lagere corruptieniveaus, meer tolerantie voor raciale en etnische minderheden, hogere alfabetiseringspercentages, lagere algemene criminaliteits- en moordcijfers en minder frequente oorlogsvoering.
  Correlatieve studies zoals deze hebben altijd het grote probleem dat ze niets zeggen over oorzaak of gevolg. Bijvoorbeeld, leiden lagere religiositeitspercentages ertoe dat overheden meer uitgeven aan sociale voorzieningen voor de armen, of leiden overheden die meer uitgeven aan dergelijke voorzieningen tot lagere religiositeitspercentages (of zijn beide het gevolg van een derde factor)? Het is moeilijk te beantwoorden, zelfs met het goed gedocumenteerde Scandinavische profiel, aangezien de afname in religiositeit en het Scandinavische sociale welvaartsmodel parallel zijn ontstaan. Het is waarschijnlijk iets van beide. De voorkeur van atheïsten voor collectieve verantwoordelijkheid voor goede werken zou zeker helpen bij het cultiveren van Scandinavische modellen. En naarmate samenlevingen economisch stabieler en veiliger worden, daalt de mate van religieus geloof.
  Los van deze complexe kip-of-ei-kwesties hebben we een duidelijk antwoord op onze vraag of minder religieuze landen wemelen van de amok makende burgers. Helemaal niet. In feite zijn ze ronduit paradijselijk!
  Het is dus niet zo dat atheïsten theisten evenaren in hun moraliteit, simpelweg omdat de eersten, god(en)dank, beperkt worden door de overvloed van de laatsten. Ik denk dat op dezelfde manier ethisch gedrag van sceptici van de vrije wil geen functie is van het feit dat ze in de minderheid zijn en omringd worden door go-getters die vol zijn van ene gevoel van zeggenschap.
  Dit brengt ons bij wat waarschijnlijk het belangrijkste punt is bij het evalueren of religieuze mensne prosocialer zijn dan atheïsten, en ook bij het bekijken van de vooruitzichten dat aanhagers van de vrije wil prosocialer zijn dan sceptici. (pagina 251-253)

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 5 november 2025

Lori Gruen

Een web van empathie : een alternatieve ethiek voor onze relaties met dieren
Noordboek 2025, 145 pagina's  - € 19,90
Reeks: Dierenrechtenbibliotheek

Oorspronkelijke titel: Entangled empathy. An alternative ethic for our relationships with animals (2015/2021)

Wikipedia: Lori Gruen (1962)

Korte beschrijving
Een diepgaand filosofisch pleidooi over een alternatieve ethiek voor dierenrechten waarbij empathie centraal staat. Filosoof en dierenactivist Lori Gruen pleit voor een verschuiving van de focus op dierenrechten naar het verbeteren van onze relaties met dieren. Ze stelt dat empathie een cruciale rol speelt in het begrijpen van de behoeften, interesses en perspectieven van dieren. Gruen benadrukt dat we al deel uitmaken van een relationeel web met dieren en dat een actieve inzet voor empathische verstrengeling kan leiden tot minder gewelddadige en betekenisvollere samenlevingsvormen. Het boek bevat een nawoord van filosoof Johan Braeckman en dierenbeschermer Michel Vandenbosch. Engagerend en in heldere stijl geschreven. Met een enkele zwart-witillustratie. Voor lezers met verregaande interesse in het onderwerp. 

Lori Gruen (Chicago, 1962) is een Amerikaanse hoogleraar filosofie; feministische, gender- en seksualiteitsstudies en hoogleraar wetenschap in de maatschappij. Ook coördineert ze een vak Animal Studies. 

Het boek maakt deel uit van de serie: 'Dierenrechtenbibliotheek'.

Tekst op website uitgever
In dit boek betoogt filosoof en dierenactivist Lori Gruen dat we ons niet te eenzijdig moeten richten op rechten van dieren. Het is effectiever om te werken aan het verbeteren van onze relaties met dieren. Dat kunnen we doen door onszelf aan te leren om empathisch op hen te reageren. Dan krijgen we oog voor hun behoeften, interesses, verlangens, kwetsbaarheden, hoop en unieke perspectieven. We zitten al in een relationeel web met andere dieren, stelt Gruen. Als we dit inzien en ons actiever inzetten voor een empathische verstrengeling met hen, dan leidt dit tot minder gewelddadige en zinvollere manieren van samenleven. Met een nawoord van filosoof Johan Braeckman en dierenbeschermer Michel Vandenbosch.

Fragment uit I. Op zoek naar een alternatieve ethiek
Ik voel me vaak overweldigd door de problemen waarmee mensen en andere dieren vandaag de dag in de wereld te maken hebben. Elke dag sterven naar schatting 20,000 kinderen van de honger. Meer dan een miljard mensen hebben geen toegang tot de meest basale gezondheidszorg. Bijna 750 miljoen mensen hebben geen toegang tot schoon water en dat leidt, in combinatie met slechte sanitaire voorzieningen, jaarlijks tot de dood van meer dan 12 miljoen mensen. Wereldwijd lijden meer dan 35 miljoen mensen aan hiv/aids en elk jaar sterven bijna 2 miljoen mensen aan die ziekte. In Afrika sterft elke minuut een kind aan malaria, een ziekte die gemakkelijk te voorkomen en te genezen is. Bijna de helft van de wereldbevolking - meer dan 3 miljard mensen -- leeft van minder dan $10 per dag. De superrijken vormen 1 procent van de wereldbevolking en bezitten 65 keer zoveel als de armste 50 procent van de wereldbevolking, terwijl die 50 procent alles bij elkaar net zoveel bezitten als de 85 rijkste wereldburgers. Er zijn wereldwijd meer dan 45 miljoen mensen gedwongen ontheemd. Miljoenen mensen worden opgesloten of van hun vrijheid en waardigheid beroofd omdat ze op enige manier verschillen van of anders zijn dan degenen die aan de macht zijn. Wetenschappers schatten dat er dagelijks tussen de 150 en 200 soorten uitsterven; dat is een ongekend tempo, dat niet eerder is voorgekomen sinds het uitsterven van de dinosauriërs. Elke dag heb ik het gevoel dat ik mijn best moet doen om niet gebombardeerd te worden met berichten over wreedheden, van seksueel misbruik tot onterechte opsluiting en van genocide tot kindermoord.
  Hoewel haat, geweld, hebzucht en onverschilligheid onnoemelijk veel leed veroorzaken bij mensen over de hele wereld, is de situatie in absolute aantallen voor andere diersoorten nog vele malen erger. meer dan 100 miljard dieren, inclusief zeedieren, worden jaarlijks gedood om als voedsel te dienen. De verwoestende gevolgen voor het milieu en het klimaat van deze massaproductie en -vernietiging van dieren worden door veel milieuactivisten genegeerd, maar hebben er wel toe geleid dat sommigen erop aandringen de consumptie van dieren te verminderen of helemaal af te schaffen. Naar schatting 115 miljoen dieren - onder wie muizen, ratten, vogels, vissen, konijnen, cavia's, honden, katten en niet-menselijke primaten - worden elk jaar gebruikt voor dierproeven. Een van de gruwelijkste onderzoeken uit het verleden, waarbij aapjes van hun moeder werden gescheiden om de desastreuze psychologische gevolgen hiervan te kunnen bestuderen, is recent opnieuw opgestart aan de universiteit van Wisconsin. Olifanten, gorilla's, chimpansees, neushoorns en andere grote zoogdieren  zijn het slachtoffer van stropers en worden met uitsterven bedreigd. Als er geen drastische maatregelen worden genomen, zouden orang-oetans weleens binnen tien jaar kunnen uitsterven omdat hun leefgebied wordt vernietigd om plaats te maken voor meer palmolieplantages. Tientallen vogel- en reptielensoorten worden met uitsterven bedreigd. menselijke activiteiten - waaronder de uitstoot van broeikasgassen, het kappen van bossen, het winnen van mineralen en toenemende bebouwing - vernietigen de leefgebieden van miljoenen niet-menselijke levende wezens. (pagina 21-22)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

zaterdag 1 november 2025

Henk Smeijsters 3

De democratie begint bij onszelf : politieke levenslessen voor leerwillige burgers
Damon 2025, 264 pagina's - € 24,90

Wikipedia: Henk Smeijsters (1952)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Hoe blijft democratie sterk in tijden van polarisatie? Dit boek laat zien waarom burgerzin, moreel besef en betrokkenheid onmisbaar zijn voor de democratie.

Wat kunnen we doen als het vertrouwen in de politiek afneemt en de samenleving verhardt? In 'De democratie begint bij onszelf' onderzoekt Henk Smeijsters hoe we de democratie overeind kunnen houden in een tijd van polarisatie, populisme en autocratische politici die de rechtsstaat in diskrediet brengen. Smeijsters stelt dat hervormingen van het democratisch bestel weinig uitrichten als burgers het democratisch ethos niet in zichzelf verankeren. Democratie is geen vanzelfsprekendheid, maar vraagt om karakter, betrokkenheid en moreel besef. Aan de hand van actuele voorbeelden uit Nederland, Europa en de VS laat Smeijsters zien hoe we – vaak ongemerkt – bijdragen aan de verzwakking van het democratisch bestel en de rechtsstaat. Maar juist omdat wij deel zijn van het probleem, kunnen we ook de sleutel tot de oplossing vormen. Want de hoop ligt niet in nieuwe systemen, maar in een nieuwe burgerzin.

Motto van het boek

Als je op zoek bent naar de feiten loop je niet alleen het risico dat je gevoelens gekwetst worden, en dat wil je niet. Deze versie van het fascisme is bizar genoeg een safespace. Je bent goed zoals je bent, je hoeft niks te leren. Verslaggevers zijn de vijand, want die kunnen zomaar vraagtekens plaatsen bij je overtuigingen. - Timothy Snyder

Fragment uit deel 2. Obsessies die de democratie verzwakken
De wantrouwende, fantasmagorische burger
Complotfantasma's

Kinderen geloven in sprookjes, sommige volwassenen geloven in complotten. Complotdenken schrijft ontwikkelingen toe aan grootscheepse samenzweringen. Er zijn twee soorten complotdenkers: de realisten en de fantasten. Complotrealisten wantrouwen de officiële verklaring van een gebeurtenis en gaan op zoek naar feiten die deze weerleggen. Bij de verklaring dat de moord op John F. Kennedy het werk was van een persoon, Lee Harvey Oswald, kun je terecht vragen stellen. Ook de notitie 'Omtzigt, functie elders' gaf aanleiding tot realistisch complotdenken.
  Complotfantasten daarentegen hechten niet aan feiten. Zonder met de ogen te knipperen verzonnen zij het verhaal dat de Democraten onder leiding van Hillary Clinton een pedofielennetwerk runden. De coronavaccinaties zouden bedoeld zijn om chips te implanteren waarmee Bill Gates zijn wereldheerschappij kan vestigen. De klimaatverandering zou een verzinsel zijn met als doel angst te zaaien en de greep op de bevolking te versterken. De waarheid over de maanlanding en feit dat de aarde eigenlijk plat is zouden bewust achter worden gehouden. Bestuurders zouden als mens vermomde reptielen zijn. De alternatieve verklaringen voor 9/11 en MH17 zijn soms realistisch, soms fantastisch van aard.
  Ook Nederland kent een keur aan complotfantasten, van Doutzen Kroes, Famke Louise, Willem Engel, Lange Frans tot en met politici zoals Thierry Baudet en Wybren van Haga.

Caligula
Complotdenkers vermommen zich als waarheidszoekers, maar praktiseren het tegenovergestelde. Zij beweren, verzinnen, liegen, insinueren, maken gebruik van retorische trucs en verhullend taalgebruik, stellen zogenaamd 'alleen maar vragen', zonder oprecht in de feiten en de kwaliteit van hun argumenten geïnteresseerd te zijn. De voorleiden onder de complotfantasten lokken hun volgelingen een schijnwereld binnen en leiden de aandacht af van reële problemen die opgelost moeten worden. Hun volgelingen zijn veelal mensen die verontwaardigd zijn over maatschappelijke mistoestanden of die zich in een bestaande wereld niet thuis voelen. Zij laten zich misleiden omdat een eigen waarheid verzinnen en niet aan kritiek onderwerpen het leven een stuk gemakkelijker maakt.
De sociale media met hun echokamers en gebrek aan journalistieke poortwachters die het kaf van het koren scheiden, faciliteren het creëren van een eigen wereld. In een digitale echokamer voel je je thuis, heb je zelf de regie, geldt jouw eigen logica, ben je immuun voor tegenspraak, hoor je ergens bij, krijg je aandacht en kun je een eigen identiteit ontwikkelen. Cees Zweistra noemt complotfantasten caligulisten, naar het voorbeeld van de Romeinse keizer Caligula. Deze leefde in een fantasiewereld en verachtte de reële wereld waarin hij een schrikbewind voerde. Niet elke complotfantast speelt in de reële wereld een kwaadaardige rol, maar als verzinsels voor waarheid loopt het democratische proces gevaar. (pagina 155-156)

Lees ook: Hoe je een beter mens wordt : levenslessen van moderne denkers (uit 2024) en Tijdloze wijsheden voor een beter leven : levenslessen van 'klassieke' denkers (uit 2025).

Onderstaande boeken staan in de literatuurlijst én staan op dit blog

Hannah Arendt

Totalitarisme

2014

440

René ten Bos

Het volk in de grot

2018

190

Maarten Boudry

Het verraad aan de Verlichting

2024

348

Rutger Bregman

De meeste mensen deugen

2019

512

Rutger Bregman

Morele ambitie

2024

303

Gabriël van den Brink

De actualiteit van het archaïsche

2025

710

Gabriël van den Brink

Ruw ontwaken uit de neoliberale droom

2019

200

Huub Buijssen

De verborgen psychologie achter populisme

2024

232

Ha-Joon Chang

Economie

2014

384

Thomas D'Ansembourg c.s.

Vrede kun je leren

2017

112

Lisa Doeland

Apocalypsofie

2023

174

Joep Dohmen

Brief aan een middelmatige man

2010

219

Joep Dohmen

Iemand zijn

2022

813

Jan Drost

Dit is niet het einde

2023

287

Ewald Engelen

Boze burgers en boeren

2023

159

Ewald Engelen

De schaduwelite

2014

248

Ewald Engelen

Ontwaak!

2021

224

Tim Fransen

In onze tijd : leven in het Calamiteitperk

2024

368

Markus Gabriel

Morele vooruitgang in duistere tijden

2021

319

Alicja Gescinska

Kinderen van Apate

2020

76

Maja Göpel

Onze wereld nieuw denken

2021

187

David Graeber

Bullshit jobs

2018

335

Ger Groot

De geest uit de fles

2017

360

Yuval Noah Harari

Homo Deus

2017

444

Bas Heijne

Onbehagen

2016

93

Aldous Huxley

Heerlijke nieuwe wereld

1932

271

Tim 'S Jongers

Armoede uitgelegd aan mensen met geld

2024

192

Naomi Klein

Brand!

2019

364

Joris Luyendijk

Dit kan niet waar zijn

2015

240

Marcia Luyten

Kiezen voor democratie

2024

123

Herbert Marcuse

De eendimensionale mens

2023

277

Mariana Mazzucato

De waarde van alles

2018

384

Mariana Mazzucato

Moonshot

2021

249

Marshall McLuhan

Media begrijpen

2025

260

Tom-Jan Meeus

Duidelijkheid

2024

96

Pankaj Mishra

Tijd van woede

2017

336

Jan-Werner Müller

Wat is populisme?

2017

128

Susan Neiman

Verzet en rede

2017

77

Susan Neiman

Waarom zou je volwassen worden?

2014

218

Martha Nussbaum

Niet voor de winst

2011

214

Martha Nussbaum

Politieke emoties

2014

430

Martha Nussbaum

Woede en vergeving

2016

359

George Orwell

1984

1949

308

Robert O. Paxton

De anatomie van het fascisme

2025

353

Thomas Piketty

Kapitaal en ideologie

2020

1134

Thomas Piketty

Kapitaal in de 21e eeuw

2014

813

Steven Pinker

Verlichting nu

2018

920

Kate Raworth

Donuteconomie

2017

352

Ingrid Robeyns

Limitarisme

2023

382

Ingrid Robeyns

Rijkdom

2019

98

Hartmut Rosa

Leven in tijden van versnelling

2016

160

Hartmut Rosa

Onbeschikbaarheid

2022

155

Michael J. Sandel

De tirannie van verdienste

2020

265

Michael J. Sandel

Niet alles is te koop

2012

240

Sander Schimmelpenninck

De domheid regeert

2024

172

Henk Smeijsters

Hoe je een beter mens wordt

2024

291

Henk Smeijsters

Tijdloze wijsheden voor een beter leven

2025

305

Timothy Snyder

Over vrijheid

2024

454

Joseph E. Stiglitz

De weg naar vrijheid

2024

384

Jaap Tielbeke

We waren gewaarschuwd

2022

155

David Van Reybrouck

De wereld en de aarde

2025

80

David Van Reybrouck

Pleidooi voor populisme

2009

79

David Van Reybrouck

Tegen verkiezingen

2013

174

Ad Verbrugge

Tijd van onbehagen

2004

285

Paul Verhaeghe

Autoriteit

2015

272

Joseph Vogl

Het spook van het kapitaal

2013

211

Shoshana Zuboff

The Age of Surveillance Capitalism

2019

691

Cees Zweistra

Waarheidszoekers

2021

320

 

Terug naar Overzicht alle titels