Een van de grootste en meest onverwachte bestellers van de eenentwintigste eeuw verscheen in 2003 in het Engels. Een geschiedenisboek:
A short history of nearly everything van de Amerikaanse 'reisboeken'-schrijver
Bill Bryson.
Kort voor de zomer van 2004 verscheen de Nederlandse vertaling. Die jarenlang op de bestsellerlijsten bleef 'hangen'. Niet alleen in Nederland. Overal zag je edities van dat boek liggen. In boekhandels, kiosken, op vliegvelden.
Alleen al in Nederland verschenen er minimaal vier edities (paperback, een gebonden geïllustreerde editie, als Dwarsligger en een bewerking voor kinderen).
Bill Bryon's boek is inmiddels een klassieker geworden en nog steeds een prima manier om
bijna alles over de geschiedenis te weten te komen.
In de titel zitten twee grappen: short én nearly. Het boek is alleszins 'short', want ruim vijfhonderd pagina's dik. En 'nearly' alles, is ook ietwat overdreven; want dat is per definitie (a) niet mogelijk, en zou (b) lezer én schrijver opzadelen met een onmogelijke taak.
Bill Bryson stipt in zijn prachtig geschreven boek veel aan; heel veel. Maar hij legt zichzelf beperkingen op. Hij gaat amper in op onderwerpen die vooral historici vaak en graag beschrijven: politieke ontwikkelingen, oorlogen, gedoe met een al dan niet onderdanige bevolking, de machthebbers, wat leiders doen et cetera.
Nee, hij vertelt in
Een kleine geschiedenis van bijna alles vooral hoe 'de mens', en vooral slimme mensen dingen ontdekten over de wereld, het heelal, de mens.
Voorlopers die op tal van terreinen dingen hebben ontdekt, die tot dan toe door de mensheid niet werden begrepen, of waar andere verklaringen (zeg: verhalen) voor werden verzonnen.
Het is een zeer hoopvol boek. De mensheid heeft door de eeuwen heen honderden slimme mensen voortgebracht, die voor ons van alles hebben ontdekt, doorgrond en de weg bereid voor technologen die met hun inzichten de meest uiteenlopende 'dingen' konden gaan maken.
In mijn ogen is het boek nog net zo actueel als in 2004. En het kan nooit kwaad om weer eens een hoofdstuk te gaan herlezen als weer eens een vulkaan uitbarst of er nieuwe geologische kennis wordt opgedaan. Bij Bill Bryson kun je dan effe nalezen hoe we op dit of dat wetenschapsterrein gekomen zijn tot waar we nu ongeveer staan. 'Iedereen' staat bijna per definitie op de schouders van reuzen die ons voorgingen. En altijd kun je genieten van zijn stijl, humor en menselijkheid.
Al jaren geleden begon op te vallen dat andere schrijvers (en vooral hun uitgevers, vermoed ik) met 'zijn titel-vondst' gingen spelen. Er verschenen en verschijnen regelmatig boeken waarin de woorden
geschiedenis,
klein en
alles in een ander verband in de titel worden opgenomen. Ik schreef er in september 2018 een stukje over:
Een kleine geschiedenis van.
Een kleine geschiedenis van de mensheid
In 2014 verscheen de vertaling van een boek dat oorspronkelijk in 2012 in Israël verscheen:
Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid.
Geschreven door
Yuval Noah Harari, een toen nog volstrekt onbekende Israëlische historicus. Een échte, niet zoals Bill Bryson.
Bill Bryson is een auteur van reisboeken, die zich rond zijn vijftigste realiseerde dat hij weliswaar de hele wereld overvloog, maar amper wist hoe 'bijna alles' door de millennia heen tot stand was gekomen. Dus wat deed hij? Hij nam een sabbatical en las pakweg driehonderd boeken over uiteenlopende wetenschapsterreinen. Geschreven voor leken. En schreef op basis daarvan die gigantische bestseller.
Yuval Noah Harari had natuurlijk het voordeel dat hij als historicus al veel gelezen had.
Tóch moet hij voor zijn eerste boek (
Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid) ontzettend veel boeken extra gelezen hebben.
Maar gelukkig beschikt hij over dezelfde gave als Bill Bryson: hij kan domweg GOED schrijven. Is in staat complexe informatie in te passen in een VERHAAL. Want dat is het, ondanks alles. En hij zal de eerste zijn om toe te geven dat er her en der dingen in zijn boek(en) staan die nadere toelichting, aanvulling en onderzoek behoeven. Wetenschap is immers - zoals u weet - nooit klaar!
Yuval Noah Harari is iemand van de grote lijnen. Maar in tegenstelling tot Bill Bryson heeft hij wel degelijk 'een boodschap'.
Hij wil de lezer opzadelen met een andere bril om (voortaan anders) naar de wereld te gaan kijken. Hij wil zijn gehoor opzadelen met dilemma's. Ons na laten denken over de wereld, en of alles wel zo zou moeten blijven.
Bij Bill Bryson is dat veel minder (of niet) het geval. Hij vertelt oneerbiedig gezegd na wat hij van anderen heeft opgestoken; voegt er geen privé meningen aan toe.
Niets mis mee. Beide boeken zijn (inmiddels) wat mij betreft must reads. Die elk mens, die de wereld (beter) wil leren begrijpen, gelezen zou moeten hebben.
En nu, in het droge voorjaar van 2020, is er een ander 'geschiedenis'-boek dat al sinds september 2019 op de bestsellerlijsten staat. Het is meer een Harari-, dan een Bryson-boek. Ook hier komt de auteur met een ander verhaal; een manier om anders naar de wereld te (gaan) kijken. En u hoeft het niet met hem eens te zijn.
In negen maanden zijn in Nederland van dit boek meer dan tweehonderdduizend exemplaren verkocht. Ik vermoed dat het vijfde boek van historicus en publicist
Rutger Bregman in meer landen bij een groot publiek aan kan/zal slaan.
Deze week verschijnt de eerste vertaling van
De meeste mensen deugen : een nieuwe geschiedenis van de mens als
Humankind : a hopeful history in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. En
de eerste recensies die ik las waren zeer positief; en hij mag al her en der aanschuiven voor interviews, praatprogramma's en podcast. Zo gaat dat tegenwoordig.
Belangrijke titels worden door naar unieke geluiden snakkende media nu eenmaal snel opgepikt.
Al in 2013 kwam Rutger Bregman met een vergelijkbaar boek als
Sapiens uit.
Ik vermoed dat beide heren historici elkaar toen nog niet kenden. Maar beiden vertellen (in
Geschiedenis van de vooruitgang en in
Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid) hoe 'de mens'zich de laatste tweehonderdduizend jaren in grote lijnen heeft ontwikkeld.
In 2013 opende Bregman zijn lezingen vaak met een zin die de kern van 99 procent van het leven van de mensheid kort en bondig samenpakt:
'Vroeger was één bak ellende!'
Homo sapiens werd in het gros van 'vroeger' niet oud, en leefde vaak in kommervolle omstandigheden. Het grootste deel van die tienduizenden jaren trokken wij in kleine groepjes rond, en scharrelden ons kostje bij elkaar.
Ruim tienduizend jaar geleden gingen we in gehuchten en kleine dorpjes samenleven. Gingen vee houden en andere agrarische dingen doen. In die tijd ontstond ook een bovenlaag, die de rest van de populatie met verhalen over god(en), én rechten voor koningen en geestelijkheid, eronder wist te houden.
Zo rond 1500 begon een andere tijd; gingen slimme mensen vragen stellen over de meest uiteenlopende zaken. Zaken die ook in Bill Bryson's boek uitvoerig aan bod komen. Dat was het begin van 'de' wetenschappelijke revolutie. Die Renaissance en Verlichting leiden ons tot waar we nu staan: een mensenras dat ogenschijnlijk alles op aarde bepaalt; en - helaas - ook hard bezig is de planeet waarop we leven voor een groot deel kapot te maken.
Inmiddels geeft Rutger Bregman toe dat hij in zijn tweede boek (
Geschiedenis van de vooruitgang) iets té veel de nadruk legde op het feit dat het met de mens nog nooit zo goed is gegaan als nu. Inmiddels zet hij vooral bij dat laatste iets meer vraagtekens.
Twee artikelen:
Vroeger - Eén bak ellende (februari 2014) &
Vroeger was (bijna) één bak ellende (maart 2018)
Dingen veranderen, (bijna) altijd
Er zijn allerlei redenen om boeken over 'de geschiedenis' te gaan lezen. Interesse in hoe het vroeger was, is waarschijnlijk de belangrijkste. Van de grote lijnen tot de kleinste details. In de collectie van elke openbare bibliotheek zijn honderden tot duizenden titels aanwezig. Veel te veel om te lezen.
In dit artikel wil ik er enkele naar voren halen. Relatief recent verschenen titels. Waarin schrijvers ons via hun (of haar) onderwerp een blik aanreiken om anders naar onze eigen tijd te (gaan) kijken.
Ik stip
vier gezichtspunten aan:
1. hoe de mens(heid) zich door de millennia heen heeft ontwikkeld, tot waar we nu staan (hierboven staan al enkele must read titels)
2. boeken waarin iedereen die vijftig jaar en ouder is zichzelf kan herkennen, want die geschiedenis hebben ze/we zelf meegemaakt, ervaren
3. boeken waarin op een specifiek onderwerp of ontwikkeling wordt ingezoomd; en daardoor krijg je ondanks alles tóch een beeld op de grote ontwikkelingen
4. enkele specifiek Nederlandse onderwerpen
Altijd: een raam (van Overton)
Maar door al deze boeken (en wellicht is dat in bijna alle 'geschiedenis-boeken' per definitie het geval) schemert een begrip heen dat ik enkele jaren geleden leerde kennen: het
Raam van Overton.
Artikel:
2016 – You can blow out a candle/But you can’t blow out a fire (december 2015)
De kern van (the)
Overton window is dat er in elke samenleving, altijd, op een zeker moment iemand opstaat die vraagtekens zet bij hoe het in zijn of haar samenleving op een bepaald gebied is geregeld, of 'hoort'. Die persoon wordt bijna per definitie in eerste instantie door de rest van de groep als een idioot weggezet. Het is een ketter. Iemand die niet deugt. Niet begrijpt hoe het hoort. En soms moet zo'n voorloper dit met de dood bekopen. Denk aan de brandstapel, of de Inquisitie.
Uiteraard vindt zo iemand vaak medestanders en dan heb je de poppen aan het dansen, want zij zorgen voor onrust in een samenleving waarin 'alles' al jarenlang (decennia, eeuwen?) rustig was.
Vooral leiders hebben behoefte aan rust in de tent. Geen gedoe. Doe maar wat onze klasse aan de rest van de samenleving voorschrijft. En zij doen dat altijd - belangrijk om je dat te blijven realiseren - gebaseerd op een verhaal. Maar er zullen - gelukkig! - altijd dit soort 'radicalen' opstaan.
Denk aan
Rosa Parks, Martin Luther King, de suffragettes in Engeland, voorvechters van homorechten, tegenstanders van Zwarte Piet. En wat gebeurt er door de tijd. Langzaamaan (of soms sneller) druppelen hun ideeën door naar een groter publiek. Weer later worden hun gedachten gemeengoed en worden als het ware overgenomen door 'iedereen' en indien nodig bevestigd in nieuwe wetten. En nog veel later kunnen mensen die dan leven zich niet meer voorstellen dat hun voorgangers er zo'n rare ideeën op na hielden. Denk aan vlees eten, het bezit van een huis of auto, rente berekenen over uitgeleend geld of - wie weet - denkwerk laten uitvoeren door mensen.
Joseph Overton, een Amerikaanse socioloog, zag dat er over elk maatschappelijk fenomeen als het ware een raam gelegd kan worden; en dat raam verschuift in de loop van de tijd van 'onmogelijk', of 'radicaal', 'idioot' naar 'er zit tóch iets in' en 'waarom nemen we dat idee niet over'.
Het moge helder zijn dat er in onze tijd heel veel Ramen van Overton zijn. Op het kruispunt (
van o.a. Charles Eisenstein) waar we nu staan. Het moment waar we moeten kiezen, hoe verder te gaan als de corona-crisis voorbij is. Er zijn momenteel tientallen onderwerpen waar niet alle mensen het over eens zijn. Maar waar je als het wel ware de tijdgeest kunt zien verschuiven.
Voor bijna alle keuzes die voor ons liggen, zijn er voorlopers, die hét heel anders willen gaan doen, tot aan mensen die kost wat kost vast willen houden aan hoe het 'altijd' was; en terugverlangen naar het prettige leventje uit onze pre-corona times.
1. Hoe de mens(heid) zich heeft ontwikkeld
Bill Bryson, Yuval Noah Harari en Rutger Bregman noemde ik al. En geloof me: lees die boeken! Schrijvers die de grote lijnen schetsen. Niet té diep op details ingaan. En vooral een goede pen hebben.
David Christian, directeur van het
Big History Institute, doet dat ook in zijn
Big history : het waanzinnige wetenschappelijke ontstaansverhaal van de mens, de wereld en het universum.
Hij houdt zich bezig met een nieuwe vorm van geschiedenis:
big history.
Nicholas Christakis, een Grieks-Amerikaanse socioloog, vertelt in
Het goede in de mens: de evolutionaire wortels van onze samenleving een vergelijkbaar verhaal als Yuval Noah Harari en Rutger Bregman. Alleen vliegt hij zijn onderwerp heel anders aan, put wel uit kennis en inzichten uit verschillende wetenschapsgebieden.
Ook hier: vlot geschreven.
Twee wetenschappers,
Daron Acemoglu &
James Robinson, reiken in hun al in 2012 verschenen boek
Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm heel veel geschiedenis aan. Zij vroegen zich af waarom sommige landen rijk zijn (geworden) en andere arm (gebleven). En waarom rijke landen soms weer armer werden of worden.
Centraal staat twee begrippen: extractief én inclusief. Sommige landen zijn er in geslaagd om zich als het ware te bevrijden van extractieve tendensen en instanties. Denk aan een koning en een daarom heen cirkelende kliek, die een groot deel van de door een samenleving geproduceerde waarde opeist.
Sommige landen zijn er in geslaagd die waarde-onttrekkers als het ware te beteugelen en een scheiding van de drie machten tot stand te brengen. In andere landen is dat (nog) niet gelukt, en daar kun je je als burger niet verweren als een
robber baron een deel van door jou opgebouwde welvaart zomaar komt opeisen. Denk aan Mobutu, Poetin of Orban.
Acemoglu en Robinson maken ook helder dat dit niets te maken heeft met luie mensen. In warme landen, die de hele dag onder de spreekwoordelijke palmboom liggen en te beroerd zijn om hun handen te laten wapperen. Nee, over de hele wereld zijn er - in alle tijden - samenlevingen geweest die zich - om allerlei redenen - hebben weten te onttrekken aan deze extractieve tendensen. Vaak heeft het met geluk te maken. Het ligt niet aan het klimaat, de genen, een volksaard et cetera.
Een ontluisterend boek voor iedereen die 'simpele' ideeën heeft over hoe de wereld in elkaar zit. Vervelend aan dit boek is ook, dat je in onze contreien dagelijks voorbeelden ziet dat deze extractieve krachten volop bezig zijn zich als het ware te hergroeperen. Vooral achter de schermen (denk aan lobbyisten, de Zuidas). En sinds 2012 is het er niet bepaald beter op geworden. Zie hiervoor artikelen over boeken over
Nemen en Geven,
Ongelijkheid &
Elite(s), monopolie(s), oligarchie, meritocratie e.a. fenomenen.
Een van mijn favoriete boeken tot slot:
De wil van technologie van
Kevin Kelly. In dit zeer vlot geschreven boek betoogt deze Amerikaanse denker, uitgever en 'hippie' dat de mens als het ware de technologie heeft uitgevonden, én dat die technologie momenteel als het ware met ons (de mens-heid) aan de haal gaat.
Technologie laat zich niet meer beteugelen, heeft als het ware een eigen dynamiek; en de mens slaagt er niet meer in die macht, die
drive te beteugelen.
Los van dit voor sommigen wellicht onverteerbare idee (remember: Overton!) is het een verdomd knap boek. Waarin u veel dingen zult 'leren' die u nog niet wist.
Jaren later borduurde Yuval Noah Harari voor een deel door op dit gedachtegoed in zijn
Homo deus : een kleine geschiedenis van de toekomst (uit 2016).
Alleen is Kevin Kelly veel optimistischer. Hij gelooft dat 'het' wel goed zal komen. Yuval Noah Harari maakt zich zorgen maakt of 'die technologie' ons op den duur niet zal knechten; en ons zal gaan 'houden' zoals wij nu beesten in de bio-industrie 'houden'.
2. boeken over zelf meegemaakte geschiedenis
Naarmate je ouder wordt heb je meer meegemaakt. Nietwaar! En aangezien er steeds meer oude mensen komen worden er ook steeds meer boeken uitgegeven waarin schrijvers verhalen over hoe Nederland (en 'de wereld') zich na Wereldoorlog Twee heft ontwikkeld. Mensen van veertig, vijftig jaar oud zullen vaak dingen herkennen die ze zelf mee hebben gemaakt, of waarover hun ouders en grootouders vertelden.
Het bekendste voorbeeld is
Gouden jaren : hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd van econoom Annegreet van Bergen. Zij realiseerde zich enkele jaren geleden tijdens een depressie dat er niet veel redenen zijn om in onze huidige tijd te (blijven) somberen.
Anno 2014 stonden we er in Nederland vergeleken met decennia eerder erg goed voor. Zij schrijft over alledaagse dingen als eten, wonen, het huishouden, kleding, onderwijs, de kindertijd, de telefoon et cetera. En van alle pagina's spat af dat we het nu veel 'beter' hebben dan zeg in de jaren vijftig, zestig of zeventig.
Ze bezigt het woord 'beter' echter met enige behoedzaamheid. We zijn na de oorlog veel welvarender, rijker geworden. En met dat geld kunnen we dingen kopen, diensten afnemen die voorheen (a) niet bestonden en (b) zeker niet weggelegd waren voor het gros van de bevolking. Maar zij weet als econoom dat 'meer' niet per se hoeft te betekenen dat we 'gelukkiger' werden. Als je naar het welvaartspeil kijkt, dan hebben we veel meer dan onze ouders en grootouders. Maar 'gelukkig zijn' hangt van meer zaken af.
Thomas Vaessens, een Nijmeegse hoogleraar letterkunde, schreef in 2018 een warm boekje over dezelfde tijd. In
De Daf van mijn vader vertelt hij over een iconisch autootje. Uit Eindhoven, met het slimme pookje.
In het boekje heeft hij het uitvoerig over een ander iconisch beeld uit de jaren zestig. Een foto van
Ed van der Elsken. Die op zeker moment
drie jonge meiden in Amsterdam op de foto vastlegde. Die foto kent 'iedereen', maar bijna niemand weet dat op die foto een DAF-je stond. En een
Kever, maar daar ging het Thomas Vaessens niet om. Terwijl dat ook zo'n iconisch beeld is.
Een opmerking, tussendoor
(Oude) foto's vertellen vaak meer over de geschiedenis of tijdgeest dan tientallen dikke boeken.
Een voorbeeld:
Deze foto van een slanke jonge vrouw. Ergens in Italië. Moet in de jaren vijftig zijn. Een tijd waarin mannen nog openlijk met vrouwen op straat mochten flirten. Veel mensen nog geen auto hadden, maar wel een brommertje. het leven er redelijk relaxt uitzag.
Deze foto gaat door het leven als
American girl in Italy en is in 1951 gemaakt door
Ruth Orkin.
3. Inzoomen op een 'detail'
Ik noemde Bill Bryson al. Vorig jaar verscheen zijn nieuwste boek:
Het lichaam : een reisgids. Hierin zoomt hij in op ons lichaam. Hoe het werkt, en vertelt ondertussen over honderden mensen die de afgelopen eeuwen van alles over onszelf hebben ontdekt.
Eerder zoomde hij in op een specifiek jaar (dat is niet uniek: er zijn tientallen voorbeelden van andere schrijvers):
De zomer van 1927 (uit 2014); het jaar waarin Charles Lindbergh als eerste mens in een vliegtuig over de Atlantische oceaan vloog, de eerste sprekende film werd uitgebracht (The Jazz singer met Al Jolson) en Al Capone het in Chicago als maffiabaas voor het zeggen kreeg. Ook het jaar waarin mijn vader werd geboren.
Of denk aan
Het wonderbaarlijke leven van de Thunderbolt Kid, waarin hij in 2007 terugkijkt op zijn kindertijd. Prachtig geschreven. Een grote aanrader.
Maar uit die ontzettende hoop boeken wil ik enkele andere titels kort aanstippen.
Allereerst
Leven met goden : 40.000 jaar volkeren, objecten en religie van
Neil MacGregor, een voormalig directeur van het British Museum. Overladen met positieve kritieken. Hij sluit bijna naadloos aan bij
Sapiens van Harari.
Neil MacGregor laat zien dat in alle tijden en culturen mensen met goden bezig zijn geweest. Honderden, duizenden passeren de revue. Is een perfect boek als je twijfelt of er één god is die alles bestuurt. Als je wilt begrijpen dat uiteindelijk alle religies en geloven gebaseerd zijn op een verhaal. Dat weliswaar mensen bindt, hen vaak een identiteit geeft, maar
in the end niet gebaseerd is op 'iets' dat bestaat.
Maar de grote kracht van dit boek zit hem in de talloze details, in de vele kunstvoorwerpen, in al die manieren die mensen hebben gevonden om uit te drukken en te beleven wat zich niet in termen van wet en economie laat vangen. Daarbij zijn de mooiste dingen gemaakt en de vreselijkste dingen gedaan. (Marjoleine de Vos in een recensie:
Al wat ons overstijgt én bindt - NRC december 2018)
Historicus
Sven Beckert laat in
Katoen : de opkomst van de moderne wereldeconomie zien dat globalisering niet iets is van de laatste decennia. Integendeel. In een dik boek (762 pagina's, waarvan circa tweehonderd pagina's noten) laat hij zien dat zo iets simpels als de teelt, en vooral de verwerking van katoen tot producten, mensen en samenlevingen over de hele globe met elkaar verbindt. En leidt tot verschillen in inkomen en welvaart. Dit soort boeken kun je al lezend 'koppelen' aan andere onderwerpen, boeken en films over een brede variëteit aan historische onderwerpen.
Eind januari 1860 verzamelden de leden van de Manchester Chamber of Commerce zich in het stadhuis voor hun jaarvergadering. Onder de achtenzestig mannen die in het centrum van de destijds meest geïndustrialiseerde stad ter wereld bijkwamen, namen katoenhandelaren en -fabrikanten een prominente plaats in. In de tachtig jaar daarvoor hadden zij het omringende platteland omgevormd tot het middelpunt van iets geheel nieuws: een wereldomspannend netwerk van landbouw, handel en industriële productie. Kooplieden kochten over de hele wereld ruwe katoen in en brachten die naar de Britse fabrieken, waar twee derde van de spillen van de hele wereld stond. Een leger arbeiders spon die katoen tot draad en weefde er stoffen van, die handelaars vervolgens weer op de wereldmarkten verkochten.
Zo begint Sven Beckert zijn boek. Een prachtige tijd, nietwaar? Maar u zult ervaren dat er aan dit economisch hoogstandje heel veel schaduwkanten zaten. Zitten?
Datzelfde gaat op voor
De zijderoutes : een nieuwe wereldgeschiedenis van
Peter Frankopan, een Britse historicus.
Ook dit is een dikke pil (750 pagina's, met honderdvijftig pagina's noten en toelichtingen). Een omgevallen boekenkast, die alle kanten uitzwermt en waarin je wederom veel leert over uiteenlopende onderwerpen, landen, mensen et cetera. En doorlopend parallellen kunt trekken naar andere, hedendaagse onderwerpen (zoals globalisering, ongelijkheid, kartelvorming, het financiële systeem et cetera).
Het woord
wereldgeschiedenis, uit de ondertitel, is meer dan terecht. het overstijgt ver onze 'normale' Europees georiënteerde blik.
Op
Hebban kwam ik deze tekst tegen:
Een boek dat je zonder omwegen inkijk verschaft in het mondiale gebeuren vanaf de oudheid, via de middeleeuwen naar de nieuwe en nieuwste geschiedenis. Op dusdanige wijze dat iedereen met een beetje interesse voor zijn of haar ‘roots’ er wat aan heeft. Het rust je toe met een wapen om te snel getrokken conclusies te pareren. In de zin van: ho, wacht eens even, zou dit en dat wellicht niet meegewogen moeten worden.
Een paar jaar later verscheen er een soort vervolg -
De nieuwe zijderoutes : het heden en de toekomst van de wereld - waarin Peter Frankopan meer inzoomt op de huidige tijd en dilemma's die vooral de expansie van met name China met zich meebrengt.
4. Enkele Nederlandse onderwerpen
Om te beginnen wil ik
Roofstaat : wat iedere Nederlander moet weten van
Ewald Vanvugt uit 2016 noemen.
Helaas, ook een dik boek (850 pagina's, ruim honderd bladzijden met noten). Het levenswerk van een Nederlandse fotograaf die zijn hele leven onderzoek gedaan heeft naar hoe wij - Nederlanders - ons door de eeuwen heen hebben
gedragen.
Zijn conclusie is dat 'we' 'alles' bij elkaar geroofd hebben. Sluit naadloos aan bij het eerder genoemde
boek van Daron Acemoglu en James Robinson over extractieve samenlevingen.
Dit boek is (nog steeds) omstreden. Wellicht niet in de zin dat 'zijn' bronnenonderzoek en feiten
im Frage worden gesteld, maar meer in de zin dat (veel?) Nederlanders niet willen horen, noch weten hoe onze voorouders zich (soms, ook) misdragen hebben.
Ewald Vanvugt gaat als een chroniqueur te werk. Van 1209 tot 2015 schetst hij in honderden hoofdstukken hoe 'wij' ons op verschillende plekken op de aarde - tja hoe zeg je dat - minder fraai hebben gedragen.
Van
vier andere - wederom dikke - boeken krijg je als Nederlander een beter gevoel.
Auke van der Woud, die als hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen was verbonden, laat zien hoe ons land zich na de nederlaag van Napoleon en de komst van koning Willem I heeft ontwikkeld. Van een achterlijk, niet geïndustrialiseerd en arm land tot waar we nu staan.
Dit verhaal lijkt een beetje op dat van China, dat zich sinds het begin van de jaren tachtig in een onvoorstelbaar snel tempo heeft opgewerkt.
Van der Woud laat niet alleen het mooie van deze trend zien, maar nadrukkelijk ook waar 'we' vandaan komen: gore ellende en achterstand.
Vier boeken:
(1)
Het lege land : de ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848) (1987) (690 pagina's)
(2)
Een nieuwe wereld : het ontstaan van het moderne Nederland (2006) (460 pagina's)
(3) Koninkrijk vol sloppen : achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw (2010) (440 pagina's)
(4)
De nieuwe mens : de culturele revolutie in Nederland rond 1900 (2015) (350 pagina's)
Pater
Jan van Kilsdonk is geboren en getogen in Zeeland (het plaatsje), Oijen en Oss.
Op zeventienjarige leeftijd koos hij voor de kerk en werd een nationale bekendheid toen hij zich in de jaren zestig binnen de katholieke kerk als een criticaster van het beleid vanuit Rome ging gedragen. Iedereen die deze jaren heeft meegemaakt zal dingen uit die tijd herkennen; en herinnerd worden aan een tijd waarin de kerk nog een belangrijk deel van het sociale leven in onze regio bepaalde.
Zonder enige twijfel is
Pater Van Kilsdonk op zijn manier zo'n man geweest die grote vraagtekens zette bij hoe het binnen een verstard systeem behoorde.
De ondertitel van dit prachtig geschreven kleinood is niet voor niets: raadsman in delicate zaken (memoires). Auteur
Alex Verburg schrijft vanuit de pater, die in 2008 stierf.
Artikel:
Alex Verburg - Pater van Kilsdonk als kantelaar (december 2013)
Twee Nederlandse sociologen onderzochten met een stel studenten hoe een groot en sterk Nederlands bedrijf als het ware werd verpatst en ophield te bestaan.
Jack Burgers en
Johan Heilbron beschreven dat in 2018 in
De zaak Organon : geneesmiddelen in de greep van bedrijvenpoker.
Een boek dat een onthullend en af toe verbijsterend inkijkje geeft in de mores van de top van grote farmaceutische bedrijven. Ogenschijnlijk houden die zich bezig met het produceren en verkopen van medicijnen. In de praktijk gaat het maar om één ding: hoe kunnen we zo veel mogelijk winst maken waardoor de aandelenkoers stijgt en de top van het bedrijf aandelen met grote winst kan verkopen.
Dit boek is waarschijnlijk illustratief voor andere sectoren, waar hetzelfde proces gaande is. Gerealiseerde winsten worden amper of niet geherinvesteerd in het bedrijf . Waardoor het moeilijk wordt om in de iets verdere toekomst nieuwe en winstgevende producten of diensten te maken.
Artikel:
De zaak Organon "dat afbraak van werknemersrechten en het uitkeren van zo veel mogelijk middelen aan de kapitaalbezitters economisch gezien het beste beleid zou zijn" (januari 2018)
Tot slot een boek waarin
Sander Heijne dingen beschrijft die de gemiddelde Nederlander de laatste dertig jaar zelf heeft kunnen ervaren: de invoering van marktwerking in sectoren die vroeger onder 'de staat' vielen (post, vervoer, zorg). En hoe dat heeft uitgepakt voor ons ('de klanten'), de werknemers en ons democratisch bestel.
Er zijn nog 17 miljoenen wachtenden voor u : dertig jaar marktwerking in Nederland is niet geschreven als een geschiedenisboek' maar is het toch wel. Niet negatief, maar het sluit wel aan bij ontwikkelingen die sinds het begin van de jaren tachtig in gang zijn gezet, en waar nu - nu we op het kruispunt (van Charles Eisenstein) staan - vraagtekens bij gaan zetten.
All our grievances are connected
Vraagtekens zetten bij een systeem dat om allerlei redenen is vastgelopen is niet iets unieks voor deze tijd, midden in een corona-crisis.
Integendeel, tijdens de vorige grote crisis (2007-2008), kwam vooral in de Verenigde Staten de
Occupy Wall Street-beweging op. Uiteindelijk leidde dit tot niets, maar de leuzen die toen door verschillende mensen werden geuit zijn nog steeds (of weer) terecht.
In die tijd liep ik op zeker moment tegen een kunstwerk van ene
Rachel Schragis aan: All our grievances are connected. Bijna tien jaar geleden.
Zij maakte een kunstwerk van de
Declaration of the Ocupation of New York. Die leidde, nogmaals, tot niets, maar bijna alle opmerkingen die in die verklaring werden gedaan zijn nog even urgent als toen. En - verrassing? - nothing's changed. Hieronder een fragment van dit complexe kunstwerk. Tjokvol woorden, zinnen, opmerkingen over onze wereld.
Artikel:
Let these facts be known en een Openbare Bibliotheek (november 2011) met een transcript van alle teksten
(zondag 17 mei 2020)
Hans van Duijnhoven
Must read E-books
Must read 'gewone' boeken
De overige E-books
De overige 'gewone' boeken
The time is now, aflevering 7 en 8
Op dinsdag 12 mei maakte ik met collega Peter van der Wijst een filmpje waarin ik enkele van bovenstaande titels nader toelicht. De 'content' werd over twee filmpjes uitgesmeerd.